week 6 - incongruentie en inversie + herhaling

Programma voor vandaag
Lesson Up: incongruentie en onjuiste inversie.

Maken opdrachten: incongruentie, onjuiste inversie en meer.


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma voor vandaag
Lesson Up: incongruentie en onjuiste inversie.

Maken opdrachten: incongruentie, onjuiste inversie en meer.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
(In)congruentie (enkelv/meerv ond/pv)

(Onjuiste) inversie (volgorde ond/pv)

Herhaling verwijswoorden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(In)congruentie
Onderwerp en persoonsvorm moeten altijd beide enkelvoud of meervoud zijn. Een zin is dan congruent. Als dit niet zo is, klopt een zin niet grammaticaal en is er sprake van incongruentie.

Voorbeeld: 'De media is een klopjacht begonnen op Ali B.'

Voorbeeld 2: 'Voor de poezen in het asiel worden gezorgd.'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Het merendeel van de leerlingen maakten het huiswerk gelukkig goed.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 4 - Quizvraag

Incongruentie, want het merendeel maakt; enkelvoudige kern. 
Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Wist jij dat deze groep rebellen in Congo voor vele misdaden tegen de menselijkheid verantwoordelijk zijn?
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Aan de scholieren wordt vermeld dat zij geslaagd zijn voor het examen appels poetsen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kortom: 
Persoonsvorm & onderwerp moeten hetzelfde getal hebben.

Anders is er sprake van incongruentie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Onjuiste) inversie
Inversie is een zinsconstructie waarin het onderwerp achter de persoonsvorm staat. Bij nevenschikkende zinnen wordt deze constructie soms onterecht doorgevoerd: onjuiste inversie.

's Ochtends heb ik hem bezocht en ['s ochtends ?] was ik gaan dineren na de middagborrel.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juiste of onjuiste inversie?

Uw bestelling is vandaag verzonden en kunt u met de track-and-trace code uw pakket volgen.
A
juiste inversie
B
onjuiste inversie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste of onjuiste inversie?

Iedere dag poets ik twee keer mijn tanden en kam ik drie keer per uur mijn haar.
A
juiste inversie
B
onjuiste inversie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste of onjuiste inversie?

In Utrecht gingen we naar de bioscoop en waren we
gezellig uit.
A
juiste inversie
B
onjuiste inversie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kortom: 
- Volgorde PV en O kan hetzelfde zijn.
- Het kan alleen als er een ander zinsdeel voor staat (of kan staan doordat er samentrekking is toegepast).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een lekkere zak snoep en geef hen/hun ook een handje ervan.
A
hen
B
hun

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het snoep wat/dat je uitdeelde, was zo op.
A
wat
B
dat

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De schoolleiding had een gesprek met het meisje waarover/over wie veel zorgen waren.
A
waarover
B
over wie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijk?
De oplossing is.......
A
... deze woorden gewoon nooit gebruiken.
B
... laptop onder je kussen, vannacht erover dromen en dan weet je het.
C
... denken dat de toetsweek nog erg ver weg is en dat dit nog wel een andere keer komt.
D
veel oefenen....

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten


Maak opdracht 1 tot en met 3 van 'Hoofdstuk 4. Formuleren'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies