Grammar I: Modals must, have to, should

MODALS

have to
should
must
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

MODALS

have to
should
must

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekenen de (hulpwerk)woorden 'must', 'should' en 'have to'?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video


Als je vindt dat iets "zou moeten" gebruik je ...
A
Must + hele werkwoord
B
Should + hele werkwoord
C
Have/Has to + hele werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Als jij zelf sterk van mening bent dat iets moet gebruik je:
A
Must + hele werkwoord
B
Should + hele werkwoord
C
Have/Has to + hele werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Als je wilt zeggen dat iets "van een iemand anders moet" gebruik je ...
A
Must + hele werkwoord
B
Should + hele werkwoord
C
Have/Has to + hele werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Als je wilt zeggen dat iets NIET hoeft gebruik je:
A
Shouldn't
B
Mustn't
C
Don't have to/ Doesn't have to

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Verbod / verplichting
(het moet van iemand anders)
Advies
Je vindt zelf dat het moet
have to
has to
must
should

Slide 13 - Sleepvraag

I ................... go to school today.
A
have to
B
must
C
should

Slide 14 - Quizvraag

You ............. try this delicious icecream.
A
have to
B
must
C
should

Slide 15 - Quizvraag

They ................. pass their exams if they want to graduate.
A
have to
B
must
C
should

Slide 16 - Quizvraag

He ................... wait if the traffic light is red.
A
have to
B
must
C
should
D
has to

Slide 17 - Quizvraag

You ................ go to Disneyland sometime, it's awesome!
A
have to
B
must
C
should

Slide 18 - Quizvraag

My dad says I ... take my brother to school.
A
must
B
have to
C
has to
D
should

Slide 19 - Quizvraag

You ... smoke. It's bad for you.
A
should not
B
must not
C
don't have to
D
doesn't have to

Slide 20 - Quizvraag

I ... confess, that she was friendlier than I thought.
A
should
B
must
C
have to
D
has to

Slide 21 - Quizvraag

I ... clean out the dishwasher every night. That is my chore.
A
should
B
must
C
have to
D
has to

Slide 22 - Quizvraag

You …………. bring your books to school or your teacher will be angry.

Slide 23 - Open vraag

You ....... clean your room every day. You can do it every week!

Slide 24 - Open vraag

My grandmother ...... ride her bike alone, it can be very dangerous.

Slide 25 - Open vraag

Exercises
Chapter 2
I Grammar Modals 
Maken opdr. 57 t/m 60

Slide 26 - Tekstslide