H3 Lezen

H3 Lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht klassikaal

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet wat een signaalwoord is.

Je kent de verbanden opsomming en tegenstelling.

Slide 3 - Tekstslide

Opsomming
Voorbeeld signaalwoorden: 
- ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en, eerst, vervolgens, daarna.
- streepjes, punt en getallen
- een dubbele punt, bijvoorbeeld:
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Slide 4 - Tekstslide

Tegenstellingen
Voorbeeld signaalwoorden:
- tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant.
Bijvoorbeeld:
– De oude achtbaan is niet heel mooi, maar hij gaat wel ontzettend hard.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Maken
H3 paragraaf lezen:
Ten eerste opdracht 1, vervolgens opdracht 2 en ten slotte steropdracht 3

Slide 7 - Tekstslide

Deel 2

Slide 8 - Tekstslide

Vorige les
-Signaalwoorden

Opsommend en tegenstellend

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 10 - Tekstslide

Het signaalwoord 'ten eerste' hoort bij
A
opsommend
B
tegenstellend

Slide 11 - Quizvraag

Het signaalwoord 'maar' hoort bij
A
opsommend
B
tegenstellend

Slide 12 - Quizvraag

Het signaalwoord 'aan de andere kant' hoort bij
A
opsommend
B
tegenstellend

Slide 13 - Quizvraag

Het signaalwoord 'ten slotte' hoort bij
A
opsommend
B
tegenstellend

Slide 14 - Quizvraag

Het signaalwoord 'verder' hoort bij
A
opsommend
B
tegenstellend

Slide 15 - Quizvraag

Maken
Werk rustig verder aan de opdrachten van lezen.

Slide 16 - Tekstslide