vwo 2 - P2 Kaptitel 2, Lektion 1:

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Herzlich willkommen!

Handys ins Hotel &

Schulsachen auf dem Tisch!

Herzlich willkommen!

Herzlich willkommen!

Stundeziele

Am Ende dieser Lektion können/wissen wir...

... regelmatige werkwoorden met een stam op de -d of -t vervoegen. 

... de regel "feesttenten" met toevoeging uitleggen.

... de werkwoorden in een rollenspel toepassen. 

Herzlich willkommen!

Heute im Unterricht:

- Stundeziele

- Lektion 2 aussprechen

- Wiederholung Grammatik A & Aufgabe 11 überprüfen

- Aufgabe 12 machen

- Hausaufgaben

Handys ins Hotel &

Schulsachen auf dem Tisch!

Wortschatz Lektion 2.1/2.2

1. aussehen

2. der Friseur

3. die Farbe

4. das Taschengeld

5. der Kunde

6. täglich

7. heute

8. das Kaufhaus

9. die Möbel

10. brauchen

Wortschatz Lektion 2.1/2.2

1. Welke werkwoorden staan in de woordenlijst?

2. Welke vrouwelijke woorden staan in de woordenlijst?

Week 46

Herzlich willkommen!

Lernziele

Die Schüler:innen können...

• ... Ik kan de modale werkwoorden in de tegenwoordige correct vervoegen en deze werkwoorden adequaat in context plaatsen, zowel mondeling als schriftelijk.

Herzlich willkommen!

Grammatik: Modalverben

Präsens = tegenwoordige tijd

Partizip II = voltooid deelwoord

"De klas moet maar snel wegwezen."

Die Bedeutung der Modalverben

Dürfen = mogen / toestemming hebben

Können = kunnen / in staat zijn tot

Müssen = moeten (noodzaak vanuit jezelf)

Mögen = houden van /  lusten / aardig vinden

Sollen = moeten (bevel van een ander/advies van een ander)

Wollen = willen

(Wissen = weten)

(Möchten = zou graag willen)

                                    De klas moet maar snel wegwezen

Im Vergleich mit dem schwachen Verb

   Wohnen:                                                       Können:

Ich wohne                                                     Ich kann

Du wohnst                                                    Du kannst

Er/sie/es wohnt                                          Er/sie/es kann

Wir wohnen                                                  Wir können

Ihr wohnt                                                       Ihr könnt

Sie/sie wohnen                                          Sie/sie können

Was musst du dir merken?

Stam: de stam verandert bij ich, du en er/sie/es

Uitgang: ich  en er/sie/es  krijgen geen uitgang

Herzlich willkommen!

Lektion 1

VWO 2

Kapitel 2: Lektion 1 Einführung

Zusammen: Aufgabe   auf Seite 

Erklären Modalverben

Arbeitet selbstständig an den Aufgaben  auf Seite 

Früher fertig? (Wahlzeit)

Lernen für Deutsch

Week 46 - les 2

Les 3 vervalt

Herzlich willkommen!

Wiederholung regelmatige werkwoorden

Herzlich willkommen!

Wiederholung regelmatige werkwoorden

Aufgabe:

Gruppen von 4 Personen

Zorg ervoor dat je de regel "feesttenten" met toevoeging kort maar krachtig kan uitleggen. 

Herzlich willkommen!

Schularbeit überprüfen

HAVO 2

Kapitel 2: Lektion 1

Aufgaben: 10 und 11

Seite: 59

Herzlich willkommen!

Schularbeit überprüfen

HAVO 2

Kapitel 2: Lektion 1

Herzlich willkommen!

Werkwoorden vervoegen

VWO 2

Kapitel 2: Lektion 1

• Aufgabe 10
• erst 5 Minuten selbsständig arbeiten
• danach zu zweit das Rollenspiel spielen

Herzlich willkommen!

Werkwoorden vervoegen

HAVO 2

Kapitel 2: Lektion 1

• Aufgabe 12
• erst 5 Minuten selbsständig arbeiten
• danach zu zweit das Rollenspiel spielen

Herzlich willkommen!

Hausaufgaben

VWO 2

Kapitel 2: Lektion 1

• Maken: Aufgaben 1, 4 & 5 (blz 62-64)
• Arbeitet selbstständig

• Leren: Lernbox 1  & 2 (Quizlet, woordtrainer Na Klar)
• Leren: Grammatik A (blz. 58)

Herzlich willkommen!

Stundeziele

Am Ende dieser Lektion können/wissen wir...

... regelmatige werkwoorden met een stam op de -d of -t vervoegen. 

... de regel "feesttenten" met toevoeging uitleggen.

... de werkwoorden in een rollenspel toepassen. 

Herzlich willkommen!

Grammatik A

	ich	du	er sie es	wir	ihr	sie Sie
	ik	jij (je)	hij zij het	wij (we)	jullie	zij (mv) u

Persoonlijke voornaamwoorden 

Herzlich willkommen!

Grammatik A

De uitgangen

(FE)

E

ST

T

EN

T

EN

	ich	du	er sie es	wir	ihr	sie Sie
	ik	jij (je)	hij zij het	wij (we)	jullie	zij (mv) u

Voltooid deelwoord: ge + stam + t

Zoek de juiste vertalingen van de modale werkwoorden bij elkaar.

können		wollen
dürfen		wissen
müssen		mögen
sollen		möchten

willen

mogen (toestemming)

zullen

mogen (graag zien/lusten)

moeten

zou graag willen

kunnen

weten

ik wil
hij kan
wij moeten
jij weet
jullie mogen
zij houdt (van)

Ergänze die Modalverben

ich will

sie mag

er kann

ihr dürft

wir müssen

du weißt