Pitfalls (Valkuilen)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Pitfalls

Valkuilen
Theme 2
Grammar 6

Today's program

- Explanation pitfalls (valkuilen)
- Do exercise 26 or 28 (theme 2)
- Check the answers
- Do exercise 23 and 24.

Leerdoel

Ik kan een aantal valkuilen in het Engels herkennen en deze ontwijken in een Engelse taal.

What is the correct spelling of 'morgen'?

1. tomorrow
2. tommorrow
3. tommorow

Welk Engels woord spel jij weleens verkeerd? Vul in.

Valkuilen

Er zijn een aantal woorden die door elkaar worden gehaald, waardoor je sneller fouten maakt in het Engels.

In de volgende dia's zullen deze woorden aan bod komen.

Doel: valkuilen herkennen en het juiste toepassen.

to / too

To = naar, aan
Too = te

Examples:

This present is from me to you. 

Don't screw the bolts in too tightly.

to / too

To = aan, naar, te
Voor een werkwoord kan de betekenis 'te' zijn.
You are wise enough to understand my explanation.

Too = te, ook
Don't screw the bolts in too tightly.

than / then

than = dan
Gebruik je in vergelijkingen.

then = toen
Geeft een tijd aan.

then / than

The sequel is even worse than the first film.

Then he scored the winning goal.

You have ____ let me go. I'm innocent!

1. to
2. too

He is taller ____ his brother.

1. than
2. then

Your / You're

De meest gemaakte fout door jullie!

Your = jouw (bezittelijk voornaamwoord)
You're = you are (samentrekking van twee woorden)

First, collect your materials.
You're late. Do get up earlier.

Its / It's

Its = van het (bezittelijk voornaamwoord van it)

I parked my car in its usual place.

It's = it is/has. Het is/heeft (samentrekking van twee woorden)
It's time to go to the dentist.

____ doing a good job.

1. your
2. you're

The cat wagged ____ tail

1. its
2. it's

their / there / they're

their = hun (bezittelijk voornaamwoord)
They buy their school uniforms online.

there = er, daar (plaats)
Do you want to go over there? 

their / there / they're

They're = they are. Zij zijn (samentrekking)
They're my best friends.

Deze drie spreek je op dezelfde manier uit, maar ze verschillen in betekenis!

where / were / we're

where = waar (vraagwoord)
Where do you want to go?

were = was/waren (verleden tijd van to be)
They were very nice to me.

where / were / we're

We're = we are. Wij zijn (samentrekking).

We're big fans of documentaries.

Allemaal een andere uitspraak. Klik op de icoontjes om de uitspraak te beluisteren.

Where is Mandy? Over _____.

1. their
2. there
3. they're

We ____ cycling to school when I lost my phone.

1. where
2. were
3. we're

Practice

Do exercise 26  or 27 in your Activity book on p47. 
Choose one exercise. 
You have 5 minutes to complete this exercise.

Checking answers

Look at the teacher's screen

 in Teams to check the answers together.

Leerdoel behaald?
Ik herken de valkuilen in het Engels.

1. Yes
2. Almost, I need more practice.
3. Almost, I need more explanation.

Vul de vragen die je nog hebt over dit onderwerp hieronder in.