Atherosclerose

Atherosclerose
Leerdoelen:

-    De student kan de belangrijkste oorzaken van vaatverkalking en perifeer vaatlijden benoemen. 
-    De student kan benoemen wat de samenstelling is van plaque. 
-    De student kan risicofactoren benoemen tot het ontstaan van Arteriosclerose. 
   - De student kan in eigen woorden het proces van het ontstaan van Arteriosclerose uitleggen. 
  -  De student kan minimaal drie symptomen benoemen voor het herkennen van arteriosclerose. 
-    De student kan behandelmethoden en preventie benoemen in eigen woorden tot het behandelen/voorkomen van Arteriosclerose.


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Atherosclerose
Leerdoelen:

-    De student kan de belangrijkste oorzaken van vaatverkalking en perifeer vaatlijden benoemen. 
-    De student kan benoemen wat de samenstelling is van plaque. 
-    De student kan risicofactoren benoemen tot het ontstaan van Arteriosclerose. 
   - De student kan in eigen woorden het proces van het ontstaan van Arteriosclerose uitleggen. 
  -  De student kan minimaal drie symptomen benoemen voor het herkennen van arteriosclerose. 
-    De student kan behandelmethoden en preventie benoemen in eigen woorden tot het behandelen/voorkomen van Arteriosclerose.


Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst: Herhaling!
Wat is definitie van bloeddruk?
A
De druk in het vaatstelsel
B
De druk in de vaten tijdens het samenknijpen van het hart
C
De druk in de vaten tijdens de ontspanfase van het hart
D
Het verschil tussen de boven- en onderdruk

Slide 2 - Quizvraag

Wat wordt niet door de bloedvaten vervoerd?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Urine
D
Bloedplaatjes

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de latijnse term voor een ader?
A
Capillair
B
Alveoli
C
Arterie
D
Vene

Slide 4 - Quizvraag

Welke twee gassen worden in de longen uitgewisseld?
A
Stikstof en zuurstof
B
Koolmonooxide en koolstofdioxide
C
Koolstofdioxide en zuurstof
D
Zwavel en stikstof

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het principe op basis waarvan de gaswisseling verloopt?
A
Osmose
B
Diffusie
C
Perfusie
D
Homeostase

Slide 6 - Quizvraag

Atherosclerose
Bloedvaten vervoeren niet alleen O2 en CO2, maar ook vetten, en mineralen zoals calcium.
  • Cholesterol plakt aan calcium en blijft aan de bloedvatwand plakken = plaque
  • Vaatwand raakt verdikt door deze plaquevorming; vaatverkalking = atherosclerose

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen atherosclerose
Gezonde vaten vangen wisselingen in bloeddruk op.
  • Door plaquevorming zijn vaten minder soepel en elastisch
  • Door plaquevorming zijn vaten vernauwd.
  • Op sommige plekken raken vaten verstopt.
  • Door stijfheid van vaten bewegen vaten minder goed mee, beschadigen sneller.

Slide 8 - Tekstslide

Welk mechanisme treedt in werking bij bloedvatbeschadiging?
A
Het RAA systeem
B
Het stollingssysteem
C
Het afweersysteem
D
Het lymfesysteem

Slide 9 - Quizvraag

Beschadigen van vaten
Door beschadiging van vaten treedt stollingssyteem in werking:
  • Fibrinogeen->fibrinedraden->opvangen rode bloedcellen-> stolsel.
  • Soms sluit zo'n stolsel juist een bloedvat verder of helemaal af = trombus.
  • Wanneer een trombus loslaat en elders een vat afsluit noemen we dit een embolus.

Slide 10 - Tekstslide

Welk van de onderstaande ziektebeelden ontstaat door een trombus?
A
Een longembolie
B
Een hartinfarct
C
Een nierinfarct
D
Een trombosebeen

Slide 11 - Quizvraag

En welke van onderstaande door een embolus?
A
Hartinfarct
B
Herseninfarct
C
Nierinfarct
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

Trombus, embolie, aneurysma
Vaatverkalking is slecht voor de vaten; door beschadigingen wordt vaatwand zwakker.
  • Door toegenomen druk in de vaten ontstaat soms een uitstulping in de vaatwand.
  • Op de zwakste plek zal deze oprekken tot een verwijding = aneurysma.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een groot risico van een aneurysma?
A
Bloedarmoede
B
Weinig weerstand
C
Bloedingen
D
Hoofdpijn

Slide 14 - Quizvraag

Goed om te beseffen
Vaatverkalking leidt dus niet altijd tot vaatvernauwing, maar soms dus ook juist tot bloedingen!
  • Vaatverkalking in armen of benen noemt met perifeer vaatlijden.

Slide 15 - Tekstslide

Wie gaat mij uitleggen...?
Wat het verband is tussen perifeer vaatlijden en etalagebenen?

Slide 16 - Tekstslide

Risicofactoren en oorzaken
  • Teveel cholesterol in het bloed
  • Suikerziekte
  • Overgewicht
  • Hoge bloeddruk
  • Ongezond eten
  • Roken
  • Weinig bewegen

Slide 17 - Tekstslide

Metabool syndroom
Belangrijke oorzaak van atherosclerose is metabool syndroom:
Te grote buikomvang samen met twee of meer van deze afwijkingen:
  • Hypercholesterolemie 
  • Hyperglycaemie
  • Hypertensie
  • Te weinig HDL cholesterol

Slide 18 - Tekstslide

Welke diagnostiek zou je inzetten om atherosclorose op te sporen?

Slide 19 - Open vraag

Behandeling
Wel risicofactoren maar geen atherosclerose? 
Dan medicatie om een ziekte te voorkomen noemen we preventieve behandeling. Daarnaast altijd leefregels.

Al reeds atherosclerose? 
Wie legt mij uit waarom dan:
  • Bloedverdunners (anticoagulantia)
  • Antihypertensiva
  • Cholesterolremmers (statines)

Slide 20 - Tekstslide

Invasieve behandelingen
Dotteren, evt met stentplaatsing
Bypassoperaties

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de juiste term naar het juist plaatje
Bypass
Dotteren
Trombus
Embolie

Slide 22 - Sleepvraag

Einde les!
Deze les geef ik een:
110

Slide 23 - Poll