17-5-21 H7.3 Talas raast over Japan

§ 3:    Talas raast over Japan
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§ 3:    Talas raast over Japan

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk checken!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je leert wat de kenmerken van een orkaan zijn
  2. Je leert wat de menselijke, economische en landschappelijke gevolgen van een orkaan zijn
  3. Je leert hoe je een orkaan indeelt volgens de Saffir-Simpsonorkaanschaal
  4.  Wat het verband is tussen ontwikkelingspeil en de schade en het aantal slachtoffers van een orkaan/tornado


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is wind?

Slide 5 - Open vraag

Wind is een bewegende luchtmassa
Wind is een bewegende luchtmassa


Slide 6 - Tekstslide

Schaal van Beaufort

Slide 7 - Tekstslide

Windkracht 5

Windkracht 7

Windkracht 9

Windkracht 11

Slide 8 - Sleepvraag

Windkracht 12 is orkaankracht
Maar hoe meet je dan de kracht van verschillende orkanen? 

Slide 9 - Tekstslide

Saffir - Simpsonschaal

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is een orkaan?
Orkaan (of tyfoon): zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 26,5 graden warm is

Slide 12 - Tekstslide

Tyfoon Talas

  •  Windsnelheden >118km/h
  • Per deel van de wereld anders genoemd: hurricane (Amerika), cycloon (Zuid-Azië, Australië) en tyfoon (of: taifoen; Oost-Azië).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Talas veroorzaakte 3 dingen:
  • Harde wind
  • Regenbuien >> Aardverschuivingen
      Overstromingen
  • Hoge golven

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

 Samengevat: onstaan van een orkaan


  • Zeewater moet minimaal 26,5° Celsius zijn
  • Warmt zeewater verdampt en stijgt op.
  • Lucht koelt af en condenseert (wolken ontstaan)
  • Onderin is er een tekort aan lucht (lage luchtdruk)
  • Lucht gaat draaien door de draaiing van de aarde
  • Door de draaiing van de aarde gaan
    de wolken om een vast middelpunt draaien: het oog
  • In het oog is het windstil 

Slide 18 - Tekstslide

Waarom hebben we in Nederland nooit orkanen?
A
Wij hebben geen wind van die kracht
B
Wij hebben geen eilanden zoals Japan ed.
C
Wij hebben Gordon en Patty
D
Wij hebben geen zeewater van >27 graden in de buurt

Slide 19 - Quizvraag

Een orkaan ontstaat boven land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee

Slide 21 - Quizvraag

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk! 
Maken opdracht 1 t/m 5


fysische dimensie = de natuur: het klimaat en de bodem

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen van par. 3
  1. Je hebt geleerd hoe een orkaan ontstaat.
  2. Je hebt geleerd wat kenmerken van een orkaan zijn.
  3. Je hebt geleerd leert hoe je een orkaan indeelt volgens de Saffir-Simpsonorkaanschaal


  1. Wat de menselijke, economische en landschappelijke gevolgen van een orkaan zijn
  2. Wat de kenmerken van een tornado zijn
  3.  Wat het verband is tussen ontwikkelingspeil en de schade en het aantal slachtoffers van een orkaan/tornado


Slide 24 - Tekstslide

Vanaf welke windkracht (op de schaal van Beaufort) noemen we een tropische storm een orkaan?
A
8
B
3
C
12
D
11

Slide 25 - Quizvraag

Wind
Lucht bestaat uit miljaren kleine luchtdeeltjes.

Je kan ze niet zien, wel voelen

Het verplaatsen van deze luchtdeeltjes heet wind

Slide 26 - Tekstslide

Hoe meet je windsterkte
Normale windkracht --> Schaal van Beaufort 

Orkaankracht --> Saffir-Simpson schaal

Slide 27 - Tekstslide

Windkracht meten wij met de
Schaal van Beaufort
Aantekening

Slide 28 - Tekstslide

Gevolgen van de orkaan
Drie kenmerken die er samen toe kunnen leiden dat er veel slachtoffers vallen en dat er veel schade ontstaat.

- Harde wind
- Veel regen
- Hoge golven

Als er veel regen valt in een heuvelachtig gebied is er kans op aardverschuivingen.

Slide 29 - Tekstslide

Ontwikkelingspeil en orkanen
  • Hoe armer een land, hoe groter de gevolgen. Mensen hebben geen stevige huizen, geen mogelijkheid om te vluchten en er is geen goed alarmeringssysteem.

  • Hoe rijker een land, hoe minder groot de gevolgen. De huizen zijn stevig, de mensen kunnen vluchten en er is een goed alarmeringssysteem. 

Slide 30 - Tekstslide

Orkanen hebben gevolgen op verschillende vlakken:

Menselijke gevolgen

Economische gevolgen

Landschappelijke gevolgen

Slide 31 - Tekstslide

aan de slag!

Slide 32 - Tekstslide

 Samengevat: onstaan van een orkaan


  • Zeewater moet minimaal 26° Celsius zijn
  • Warmt zeewater verdampt en stijgt op.
  • Lucht koelt af en condenseert (wolken ontstaan)
  • Onderin is er een tekort aan lucht (lage luchtdruk)
  • Lucht gaat draaien door de draaiing van de aarde
  • Door de draaiing van de aarde gaan
    de wolken om een vast middelpunt draaien: het oog
  • In het oog is het windstil 

Slide 33 - Tekstslide

Orkanen hebben gevolgen op verschillende vlakken:

Menselijke gevolgen

Economische gevolgen

Landschappelijke gevolgen

Slide 34 - Tekstslide

menselijke gevolgen van een orkaan

Slide 35 - Woordweb

Landschappelijke gevolgen van een orkaan

Slide 36 - Woordweb

economische gevolgen van een orkaan

Slide 37 - Woordweb

Tornado
Orkaan

Slide 38 - Tekstslide

Tornado's
Japan wordt af en toe ook getroffen door tornado’s. 

Tornado (of: twister, windhoos) is een zeer krachtige wervelwind. 
Het is een snel draaiende kolom lucht, die vaak als een slurf onder onweerswolken zichtbaar is. 

Een tornado ontstaat bij een botsing van twee sterk verschillende luchtsoorten , vooral bij een botsing van koude, droge lucht met warme, vochtige lucht. 


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Waarom veroorzaken orkanen en tornado's in andere landen van Azië vaak meer schade dan in Japan?
A
Het ontwikkelingspeil is in die landen lager
B
Het ontwikkelingspeil is in die landen hoger
C
De orkanen hebben daar een hogere windkracht
D
De orkanen hebben daar meer regenval

Slide 41 - Quizvraag

Terug naar de leerdoelen


Wat heb je vandaag nu geleerd?

Zijn er vragen?

Waar wil jij extra uitleg over krijgen?

Slide 42 - Tekstslide