Eco: Begroting en arbeidsmarkt 2022

Economische dimensie 
Arbeidsmarkt en schuld
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Economische dimensie 
Arbeidsmarkt en schuld

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke groepen zijn betrokken bij pestgedrag in dit filmpje?
A
De pester en de gepeste
B
De pester, de gepeste en wegkijkers
C
De pester, de gepeste, de meelopers en de wegkijkers
D
De pester, de gepeste, de wegkijkers, de meelopers en de overheid

Slide 3 - Quizvraag

Geef aan hoe pestgedrag kan ontstaan

Slide 4 - Open vraag

Wat gaan we vandaag doen?
Deel 1: 
Begroting
Opdracht begroting
Schuld

Deel 2: 
Mijn beroep
Arbeidsmarkt 
Werkloos





Slide 5 - Tekstslide

Bedenk een lesdoel; aan het einde van de les....

Slide 6 - Open vraag

Welke dingen zijn belangrijker dan geld?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een begroting?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht begroting
  1. Maak een maandelijkse begroting 
  2. Schrijf je inkomsten en uitgaven van één maand op.
  3. Vergelijk je begroting met die van een medestudent.
  4. Bedenk minimaal 5 tips om te sparen

timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Lenen: Geld ontvangen dat je weer moet terugbetalen (met rente).
Schuld: Het geldbedrag dat je nog moet betalen


Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de risico's van geld lenen als je schulden hebt?

Slide 12 - Open vraag

BKR-registratie
Als je een lening afsluit, wordt
dit geregistreerd bij Bureau
Krediet Registratie (BKR).

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer is een BKR registratie ongunstig?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent geld lenen kost geld?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Tips om uit de schulden te komen

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Noem 2 voordelen en 2 nadelen van je toekomstige beroep

Slide 19 - Open vraag

Arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt: het geheel van de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten.

Vraag: Werkgevers die op zoek zijn naar arbeidskrachten, bijvoorbeeld een supermarkt, een ziekenhuis of een kapsalon.

Aanbod: Mensen die op zoek zijn naar werk, bijvoorbeeld iemand die een baan zoekt als verpleegkundige, als beveiliger of automonteur.


Slide 20 - Tekstslide

De vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt is tijdsgebonden:

Slide 21 - Tekstslide

Krappe en ruime arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt: aanbod van arbeidskrachten is kleiner dan de vraag naar arbeidskrachten

 Ruime arbeidsmarkt: aanbod van arbeidskrachten is groter
     dan de vraag naar arbeidskrachten.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Is er voor verplegend personeel sprake van een krappe of een ruime arbeidsmarkt en welke gevolgen zouden dit kunnen hebben voor de maatschappij?

Slide 24 - Open vraag

Arbeidsmarkt
Beroepsbevolking: alle mensen tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd die een baan van 12 uur of meer hebben of willen hebben.

Werkgelegenheid De hoeveelheid werk die er is voor de beroepsbevolking.

Werkloosheid De situatie waarin mensen die willen werken geen werk hebben.




 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Welke gevolgen van werkloosheid herken je in het filmpje?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Rechten die je hebt als werknemer

Slide 30 - Woordweb

Industriële revolutie

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Minimum loon

Slide 33 - Tekstslide

Arbowet
Een wet waarin regels staan over gezond en veilig werken.
Werkgevers én werknemers moeten zich aan de Arbowet houden.

Onderwerpen arbo defensie: 


Slide 34 - Tekstslide

Rechten van de werknemer
Cao: Een overeenkomst waarin afspraken staan die binnen een bepaalde bedrijfstak of een bepaald bedrijf gelden

Collectieve arbeidsovereenkomst (cao)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Vakbond
Een organisatie die de belangen van de werknemers behartigt.

Taken vakbond: 
onderhandelen over de cao
druk uitoefenen op de politiek

 

Slide 37 - Tekstslide

Werkwijze van de vakbond

onderhandelen


demonstreren


stakingen organiseren

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht CAO
1. Zoek een cao op van een branche waar je later in wilt gaan werken. De meeste CAO's zijn op het internet te vinden. 

2. Welke afspraken staan er in de cao over; loon, werktijden, vakantiedagen , verlofregelingen, veiligheid en gezondheid.

3. Zijn er speciale regelingen of afspraken voor medewerkers onder de 25 jaar?

4. Schrijf de belangrijkste punten op. 

5. bespreek wat je hebt opgeschreven met je buurman of buurvrouw.
 

Slide 39 - Tekstslide

Lesdoel
Controleer of je je eigen geformuleerde lesdoel hebt behaald. 

Slide 40 - Tekstslide


Wie van jullie spaart?
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
Ik spaar, maar weet niet precies waarvoor.
Ik hoef niet te sparen, want ik krijg alles wat ik wil (hebben).

Slide 41 - Poll


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar spaar jij voor, 
of zou je voor willen sparen??

Slide 42 - Open vraag


Spaarplan maken
OPDRACHT
Hoeveel heb je al gespaard?
Hoeveel kun je per maand sparen?
Waarvoor wil je sparen (= spaardoel)?
Hoeveel kost jouw spaardoel?
Wanneer heb je genoeg gespaard en kun je je spaardoel kopen?

Slide 43 - Tekstslide

Spaartips
Open een spaarrekening.
Zet iedere week of maand geld op de spaarrekening.
Veel kleine beetjes maken groot.
Maak een overzicht van inkomsten en uitgaven.
Kun je ergens op besparen?
Spaargeld maakt gelukkiger.
Praat er thuis over dat je spaart, 
en waarvoor je spaart.

Slide 44 - Tekstslide


Leen je wel eens geld van iemand?
Ik heb nog nooit geld geleend.
Ik leen wel eens geld van mijn ouders.
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.

Slide 45 - Poll


Leen je wel eens geld uit aan iemand?
Nee, nooit
Soms wel, aan een vriend of vriendin
Soms wel, aan (één van) mijn ouders

Slide 46 - Poll


Stel: je smartphone die je op afbetaling hebt 
gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen. 
De telefoon is helemaal stuk. Moet je dan de 
resterende termijnen van je lening doorbetalen?
A
ja
B
nee

Slide 47 - Quizvraag

Geld lenen kost geld (en geluk)
Je betaalt rente over de schuld.
Je moet de schuld altijd terugbetalen.
Mensen lenen steeds opnieuw om nog meer spullen te kopen.
Een schuld maakt ongelukkig.
Soms moeten mensen geholpen worden om uit de schulden te komen.

Slide 48 - Tekstslide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll