Uitscheidingsstelsel

Uitscheidingsstelsel
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Uitscheidingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
Kennis van anatomie uitscheidingsstelsel
onderdelen van uitscheidingsstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Welke 4 stelsels werken samen in het lichaam

Slide 3 - Open vraag

Het spijsverteringsstelsel haalt bouwstoffen en energie die het lichaam nodig uit voedsel. Het breekt dit voedsel af tot deeltjes die klein genoeg zijn om door de bloedbaan naar de cellen te reizen.


Het bloedvatenstelsel zorgt voor het vervoer van voedingsstoffen en zuurstof naar de cellen en de afvoer van afbraakproducten.
 

Het ademhalingsstelsel zorgt voor de benodigde zuurstof en voor de afvoer van kooldioxide. Voor de stofwisseling gebruiken de lichaamscellen zuurstof uit de inademingslucht. Kooldioxide en ongebruikte zuurstof worden via de uitademingslucht uitgescheiden.

Slide 4 - Tekstslide

Uitscheidingsstelsel
Het uitscheidingsstelsel bestaat uit alle organen die voor de uitscheiding zorgen. Dit zijn de endeldarm (rectum), de longen, de nieren en de huid. De stofwisseling zorgt er dus voor dat de cellen in het lichaam voedingsstoffen kunnen opnemen en gebruiken. Hierbij produceert het lichaam allerlei afvalstoffen. Het lichaam scheidt deze stoffen onder andere via de longen en urine uit. Het zijn lichaamseigen afvalproducten die schadelijk zijn als ze in het lichaam blijven.

Slide 5 - Tekstslide

Welke organen hebben een functie bij uitscheiding?
A
Endeldarm, Longen en Huid
B
Huid en urinewegstelsel
C
Endeldarm, longen, huid en urinewegstelsel
D
Longen, huid en urinwegstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Endeldarm --> (rectum) feces/ontlasting verlaat zich via deze weg het lichaam
Longen --> je ademt waterdamp uit en je ademt via je longblaasjes kooldioxide uit
Huid --> Transpiratievocht en lichaamswarmte verlaat via de huid het lichaam
Urinewegstelsel --> restproducten en afvalproducten worden via urine afgevoerd.

Slide 7 - Tekstslide

Het urinewegstelsel en de geslachtsorganen zijn nauw met elkaar verbonden. Hoewel hun functies nogal verschillen, zijn ze wat de bouw en ligging betreft met elkaar verweven. Stoornissen in het ene stelsel kunnen gevolgen hebben voor het andere stelsel. Het urinewegsysteem en de geslachtsorganen samen vormen het urogenitaalstelsel.

Daarnaast zijn er nog meer organen betrokken bij de verwerking van afvalstoffen, bijvoorbeeld de lever die afvalproducten afscheidt in het bloed. De nieren halen deze vervolgens uit het bloed. De nieren zijn hierin de belangrijkste uitscheidingsorganen. Zij scheiden ureum en andere afvalstoffen uit in de urine die zij maken en vervolgens afvoeren naar de buitenwereld. Daarom is de nier een uitscheidingsorgaan en de lever niet.

Slide 8 - Tekstslide

Waaruit bestaat 'normale' urine?

Slide 9 - Open vraag

Nieren
De hoeveelheid urine per dag is normaal gesproken zo’n anderhalve liter. 
In ieder geval moet ieder etmaal een bepaalde hoeveelheid afvalstoffen het lichaam verlaten. Dit is belangrijk om te voorkomen dat je vergiftigingsverschijnselen krijgt door de afvalstoffen. Het is nodig om dagelijks minimaal 500 ml urine te produceren voor de afvoer van afvalstoffen. Voor ouderen is de norm ongeveer 700 ml. Voor hen is de norm hoger, omdat de nierfunctie op latere leeftijd afneemt en het lichaam sneller uitdroogt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Nieren

Taak van de nieren:

  • Afvalstoffen verwijderen uit het bloed (uitscheiding)


Slide 12 - Tekstslide

Urineleiders
Vanuit de nieren loopt de urine door twee urineleiders naar de blaas. De urineleiders zijn dunne buisjes van ongeveer dertig centimeter lengte. Ze komen uit in de achterkant en onderkant van de blaas. Ze volgen een klein stukje van de wand van de blaas. Zo worden de urineleiders vanzelf dichtgedrukt bij een volle blaas. Dat is noodzakelijk want de urine mag niet uit de blaas terugstromen.

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel ml is een normale blaasinhoud?
A
100-150
B
200-400
C
350-500
D
500-750

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de maximale inhoud van de blaas?
A
1000 ml
B
750 ml
C
500 ml
D
300 ml

Slide 15 - Quizvraag

Blaas
De blaas is een sterk elastisch orgaan met een aantal spierlagen eromheen. Hij dient als verzamelplaats voor urine. De blaas ligt in de buikholte direct achter het schaambeen. Bij de man ligt de blaas voor de endeldarm en bij de vrouw voor de baarmoeder.

Slide 16 - Tekstslide

Urinebuis
Mictie = plassen/lozen urine
De urine verlaat het lichaam via de urinebuis. Deze loopt van de blaas tot de plaats waar de urine het lichaam verlaat. Bij de man is dat de top van de penis, bij de vrouw is dat iets boven de vagina. Bij de man is de urinebuis dan ook langer dan bij de vrouw. 

Slide 17 - Tekstslide

Urineweginfecties
Oorzaak --> Micro organismen
urineweginfectie --> Blaas komt het vaakst voor.
Mits deze niet behandeld wordt kans op nierbekken/nieronsteking. 
Een blaasontsteking is een voorbeeld van een ziekte van het urogenitaalstelsel. Tot het urogenitaalstelsel behoren het urinewegsysteem en de geslachtsorganen. Normaal gesproken is de urine in de blaas steriel (bacterievrij), maar soms komen er bacteriën van buitenaf in de urinebuis
Bij vrouwen komt het vaker voor ivm kortere urinebuis

Slide 18 - Tekstslide

VOLGENDE LES:
TRANSPIREREN, MENSTRUATIE, SPUTUM, FECES EN BRAKEN

Slide 19 - Tekstslide