Periode 1 deel D etaleren visual merchandiser theorie

Wat is een visual merchandiser?
A
De persoon die verantwoordelijk is voor de uitstraling van de website.
B
De persoon die verantwoordelijk is voor de etalages.
C
. De persoon die op kantoor tekent hoe de supermarkten hun schappen, en displays moeten inrichten.
D
. De persoon die verantwoordelijk is voor de gehele uitstraling, inclusief de etalages en binnenpresentaties in de modewinkel.
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
Presentatie en StylingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is een visual merchandiser?
A
De persoon die verantwoordelijk is voor de uitstraling van de website.
B
De persoon die verantwoordelijk is voor de etalages.
C
. De persoon die op kantoor tekent hoe de supermarkten hun schappen, en displays moeten inrichten.
D
. De persoon die verantwoordelijk is voor de gehele uitstraling, inclusief de etalages en binnenpresentaties in de modewinkel.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een goed ingerichte etalage?
A
Toont producten die in de winkel te koop zijn
B
heeft een thema en veranderd vaak
C
is netjes en past bij het imago van de winkel
D
deze allemaal

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde voor de opbouw van een etalage?
A
Licht, kleur, thema, compositie
B
Thema, licht, kleur, compositie
C
Compositie, kleur, licht, thema
D
Kleur, compositie, thema, licht

Slide 3 - Quizvraag

symmetrische etalage is
een etalage die
A
gelijk is
B
van klein naar groot gaat
C
verschillend is in hoogte
D
geen van deze drie

Slide 4 - Quizvraag

Deze etalage is.....
A
symmetrisch
B
a-symmetrisch

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een artikelpresentatie
A
een etalage
B
een display in de winkel
C
een poster
D
een reclame bord

Slide 6 - Quizvraag

Als mensen eerst naar het ene punt kijken en dan naar het andere, dan noemen we dat
A
Afleiding
B
Ooggeleiding
C
Zichtgeleiding
D
Kijkgeleiding

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de etalage in de afbeelding. Waar in de etalage zet jij het belangrijkste artikel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

je loopt in de stad en stopt bij een etalage om te kijken, deze etalage heeft?
A
niks bijzonders
B
lelijke figuren
C
stopkracht
D
kooplust

Slide 9 - Quizvraag

2
3
Artikel
Decoratiemateriaal 
Opbouwmateriaal

Slide 10 - Sleepvraag

Je ziet hier de ......
A
ooghoogte
B
kijkhoogte
C
ooggeleiding

Slide 11 - Quizvraag

Dit is een ...... dimensionale artikelpresentatie
A
twee
B
drie

Slide 12 - Quizvraag

Hoe de etalage van de winkel eruit ziet is een voorbeeld van:
A
product beleid
B
Personeel beleid
C
Promotie beleid
D
Presentatie beleid

Slide 13 - Quizvraag

Sleep het begrip naar de juiste hoogte
1,60 meter
stukje onder en boven de 1,60 meter
Kijkhoogte
Ooghoogte

Slide 14 - Sleepvraag

Een etalage moet:
A
Aandacht trekken
B
Stopkracht bezitten
C
Actueel zijn
D
Alle artikelen die je verkoopt laten zien

Slide 15 - Quizvraag

thema van deze etalage
A
kleding
B
mutsen
C
winterjassen
D
herfst

Slide 16 - Quizvraag

deze etalage is symmetrisch
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

de compositie van deze etalage is:
A
driehoek
B
diagonaal

Slide 18 - Quizvraag

Deze etalage is.....
A
verticaal
B
diagonaal
C
horizontaal
D
driehoek

Slide 19 - Quizvraag

Van welke etalage is hier sprake?
A
half gesloten etalage
B
open etalage
C
gesloten etalage

Slide 20 - Quizvraag

Van welke etalage is hier sprake?
A
half gesloten etalage
B
gesloten etalage
C
open etalage
D
geen etalage

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Product
B
Promotie
C
Pand
D
Prijs

Slide 22 - Quizvraag

De marketingmix bestaat uit:
A
Prijs, product, promotie, personeel, prioriteit, presentatie
B
Kwaliteit, prijs, promotie, personeel, presentatie, plaats
C
Product, prijs, plaats, promotie, presentatie, personeel
D
Prijs, plaats, promotie, personeel, presentatie, persoonlijk

Slide 23 - Quizvraag

De Marketingmix =
A
de 6 P's
B
de positionering
C
Het assortiment

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het doel van de marketingmix?
A
Reclame
B
Meer verkopen
C
Bekendheid
D
Meer omzet

Slide 25 - Quizvraag