KPM - Poëzie - les 3

Poëzie les 3 (dat rijmt)
In deze derde en laatste les ga je een gedicht schrijven over een dier. 

Theorie:
  • Je leert wat dichterlijke vrijheid inhoudt. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Poëzie les 3 (dat rijmt)
In deze derde en laatste les ga je een gedicht schrijven over een dier. 

Theorie:
  • Je leert wat dichterlijke vrijheid inhoudt. 

Slide 1 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 - les 2
1.  Vergelijking
2. Personificatie
3. Personificatie 
4. Vergelijking
5. Metafoor
6. Vergelijking
7. Metafoor
8. Personificatie

Antwoorden opdracht 2 - les 2
1. De pan met andijvie zegt ...
2. De deftige braadpan zegt ...
3. Het keteltje jammert ...

Slide 2 - Tekstslide

Ik wil mijn beeldspraak gedicht voorlezen :)
A
Ja!
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Les 3
  • Maak de introductieopdracht in je persoonlijke poëziedossier. Je hebt 5 min. 
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat is
jouw lievelingsdier?

Slide 5 - Woordweb

Dichterlijke vrijheid
Met dichterlijke vrijheid wordt bedoeld de vrijheid die een dichter zich kan veroorloven om een kunstwerk naar eigen inzicht vorm en inhoud te geven. Deze vrijheid betreft de mogelijkheid om af te wijken van dat wat naar algemeen inzicht als "de werkelijkheid" wordt ervaren.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van dichterlijke vrijheid waar jullie gebruik van kunnen maken
  • Een regel in een gedicht hoeft niet te beginnen met een hoofdletter of te eindigen met een leesteken. Het zijn gewoon alle woorden die op één regel staan.
  • Je mag woorden verzinnen of anders schrijven dan hoe het hoort. Zie het gedicht hiernaast.
  • Je mag een zin onderbreken en verder gaan op de volgende regel. Zo kan je bijvoorbeeld het einde van een regel wel op elkaar laten rijmen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat heeft plassen met een pissebed te maken?

Slide 9 - Woordweb

Aan de slag!
  • Maak van les 3 opdracht 1, 2 en 3 in jouw persoonlijke poëziedossier.  

Slide 10 - Tekstslide