H5.3 + 5.4

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 5.3
  • Uitleg 5.4
  • Maken 5.3+5.4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 5.3
  • Uitleg 5.4
  • Maken 5.3+5.4

Slide 1 - Tekstslide

Doelen §5.3
  • Weten wat instabiliteit is
  • Weten wat radiocatief verval is 
  • Weten hoe je een vervalreactie van alfa en beta opschijft

Slide 2 - Tekstslide

§5.3
Straling komt uit de atoomkern = kernstraling 

3 soorten 
  • alfastraling = heliumkern
  • betastraling= elektron
  • gammastraling = elektromagnetische straling 

Slide 3 - Tekstslide

alfa verval 
er wordt helium kern uitgezonden 
Uranium zend helium uit 
238                         4                                   234
92                            2                                    90

bovenste getal = massagetal
onderste getal = atoomnummer 
U
He+
Th

Slide 4 - Tekstslide

Beta verval 
veranderd een neutron in een proton en elektron wordt uitgezonden 

9                              0                        9
3                              -1                       4

atoomnummer gaat dus 1 omhoog door wissel neutron/proton
Li
e+
Be

Slide 5 - Tekstslide

Doelen §5.3
  • Weten wat activiteit is 
  • Weten wat halveringstijd is
  • Rekenen met activiteit en halveringstijd 

Slide 6 - Tekstslide

§5.4 activiteit 
activiteit = het aantal kernen dat per seconde vervalt. 

Meet je in Becquerel = Bq (eenheid) 

Slide 7 - Tekstslide

§5.4 activiteit 
een activiteit van 2MBq 

2MBq = 2 000 000 Bq 

dus elke seconde vervallen er 2 000 000  kernen van een radioactieve stof

Slide 8 - Tekstslide

§5.4 Halveringstijd
  • Het vervallen van een kern is niet te voorspellen
  • De tijd waarin de kans 50% is dat een kern vervalt noemen we de halveringstijd.
  • Omdat er heel veel atomen in een stof zitten kun je met grote zekerheid zeggen dat na de halveringstijd de helft van de atomen is vervallen.

De halveringstijd is de tijdsduur waarin de helft van een radioactieve stof vervalt

Slide 9 - Tekstslide

halveringstijd 
hoeveelheid
activiteit
0
100 %
100 %
1
50 %
50%
2
25 %
25 %
3
12, 5 %
12,5 %

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
De halveringstijd van jood (I-131) is 8 dagen. Artsen gebruiken dit om afwijkingen aan de schildklier te behandelen.
Het ziekenhuis ontvangt een hoeveelheid jood met een activiteit van 64 MBq. Dit betekent dat er elke seconde 64 miljoen atoomkernen veranderen. 
Bereken hoe groot de activiteit van I-131 na 40 dagen is. 
antwoord
start: 64 MBq
Na 8 dagen: 32 MBq
Na 16 dagen: 16 MBq (+ 8 dagen., want dan is de activiteit gehalveerd)
Na 24 dagen: 8 MBq (+ 8 dagen, want dan is de activiteit gehalveerd))
Na 32 dagen: 4 MBq ( enz.)
Na 40 dagen: 2 MBq

Slide 12 - Tekstslide

§5.4
Geigenteller = meetinstrument om radioactieve straling te meten 

Geeft piepjes/tikjes en hoe meer hoe hoger de straling 

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
Lezen 5.3 + 5.4 in stilte
Maken 5.3 + 5.4 opdrachten: 33, 34 + 42, 43, 45, 46

Was dit al af? 18, 20, 21 +  28 t/m 32



Slide 14 - Tekstslide