Examentraining les 3_ll

Examentraining 
Biologie
2025
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining 
Biologie
2025

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining 
planning
komende 2 weken
Goed om te weten!

Examens biologie
BB: donderdag 22 mei 
KB: vrijdag 23 mei

Extra hulples op verzoek:
- dinsdag 6 mei
- maandag 19 mei t/m woensdag 22 mei

- Week van 12 t/m 17 mei eventueel afspraak maken met meneer Westera.

Afspraak maken kan via teams!

Datum
Les(inhoud)
9 april 
Examentraining
- Uitdelen van de nodige documenten
- Leervaardigheden
- Oefenen en bespreken
- Tekenen
14 april
- Oefen en bespreken
- Tekenen
15 april
- Oefenen en bespreken
- Tekenen
16 april
- Op uitnodiging van docent en/of eigen initiatief
  

Slide 2 - Tekstslide

Planning van deze middag
- Onderwerpen vanuit de enquête
- Leermethodes
- Bespreken opdrachten van gisteren
- Uitdelen van materialen
Pauze (15 minuten)
- Maken examenopgaven 1 t/m 16 (4 onderwerpen)
- Bespreken van de opgaven 
Pauze (15 minuten)
- Maken examenopgaven 17 t/m 24
- Inkleuren 
- Afsluiting




Slide 3 - Tekstslide

Enquête

Slide 4 - Tekstslide

Enquête 

Slide 5 - Tekstslide

Enquête
De onderstaande onderwerpen & voedingsstoffen staan op de reservelijst

Slide 6 - Tekstslide

Leermethodes

Slide 7 - Tekstslide

Leermethodes
### 🔁 1. **Begrijp in plaats van stampen**
Biologie draait vaak om *begrijpen hoe dingen werken*, niet alleen om feiten uit je hoofd te leren. Probeer dus altijd het **"waarom"** en **"hoe"** van processen te snappen, bijvoorbeeld:
- Waarom heeft een cel mitochondriën?
- Hoe werkt osmose en waarom is dat belangrijk?

---
### 🧠 2. **Maak samenvattingen en mindmaps**
- Schrijf tijdens het leren **kernwoorden** en **begrippen** op.
- Maak **mindmaps** om verbanden te zien tussen onderwerpen (bijv. fotosynthese ↔ celademhaling).
- Gebruik **kleur** en **tekeningen** voor visuele ondersteuning.
---

Slide 8 - Tekstslide

Leermethodes
### 📚 3. **Gebruik verschillende bronnen**
- Kijk YouTube-video’s (zoals van Biologie van Juf Cindy of CrashCourse).
- Gebruik je boek, maar ook oefensites zoals [Biologiepagina.nl](https://www.biologiepagina.nl).
- Bekijk animaties van processen als DNA-replicatie of enzymwerking.
---
### 💬 4. **Leg het uit aan iemand anders**
Als je iets kunt uitleggen aan een ander, snap je het écht. Probeer het uit te leggen aan een klasgenoot, je ouders of zelfs aan jezelf (hardop denken werkt!).
---
### 🧪 5. **Oefen actief met vragen**
- Maak veel oefenvragen (bijv. uit je boek, examenbundel of Biologielessen.nl).
- Gebruik oude examens als je in de bovenbouw zit (examenblad.nl).
- Check je antwoorden en **begrijp** je fouten.
---

Slide 9 - Tekstslide

Leermethodes

### ⏱️ 6. **Leer in blokken, niet alles in één keer**
- Verdeel het in kleine stukjes.
- Gebruik de **Pomodoro-techniek**: 25 minuten leren, 5 minuten pauze.
- Herhaal regelmatig (spaced repetition werkt echt goed).
---
### 🎧 7. **Bonus: leer met muziek of quizapps**
- Gebruik apps als **Anki** of **Quizlet** om begrippen te herhalen.
- Of zing moeilijke begrippen op muziek (serieus, het blijft hangen 😄).
---

Als je me vertelt welk onderwerp je moet leren (zoals evolutie, cellen, ecologie...), kan ik je gerichtere tips en uitleg geven. Wil je dat?















Slide 10 - Tekstslide

De beste tip van de dag!
OEFENEN
OEFENEN
OEFENEN
OEFENEN
OEFENEN
OEFENEN
En af en toe ontspannen!

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken opdrachten van gisteren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Levenskenmerken
Levenskenmerken:
  • Groei
  • Ontwikkeling
  • Reageren op prikkels
  • Bewegen
  • Stofwisseling
  • Voeden
  • Ademen
  • Uitscheiden
  • Voortplanting








Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

planten
schimmel
dier
bacterie
celkern
x
x
x
-
celwand
x
x
-
x
bladgroen
x
-
-
-

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Van klein naar groot
(CWOOO)
Cel: Kleinste bouwsteentje
Weefsel: meerdere cellen met dezelfde vorm en functie in een groep

Orgaan: Een deel van het organisme met een of meerdere functies

Orgaanstelsel: Een groep samenwerkende organen dei samen een bepaalde functie hebben
Organisme: Levend wezen
Organisatieniveaus

Slide 22 - Tekstslide

Orgaanstelsels
Organen die samenwerken aan een bepaalde functie, vormen een orgaanstelsel.

Voorbeelden van orgaanstelsels:
  • Beenderstelsel 
  • Spijsverteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel 
  • Uitscheidingstelsel
  • Voortplantingsstelsel
  • Zenuwstelsel

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt het proces fotosynthese opschrijven en uitleggen
Om glucose te maken zijn drie stoffen nodig!
1. Zonlicht (energie)
2. Koolstofdioxide (gas in de lucht)
3. Water (uit de bodem)



Er ontstaan in de bladgroenkorrels dan twee stoffen.
1. Glucose (energierijk- voedsel voor de plant)
2. Zuurstof (gas terug in de lucht)
Dia 2 van 6

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt de verbrandingsreactie opschrijven en uitleggen
Om energie uit glucose vrij te maken zijn twee stoffen nodig!
1. Glucose (energierijk- voedsel)
2. Zuurstof (gas in de lucht)



Er ontstaan in de cellen dan drie stoffen.
1. Energie (in de vorm van warmte, beweging)
2. Koolstofdioxide (gas terug in de lucht)
3. Water (via huidmondjes, zweten, plassen)



Dia 4 van 6

Slide 28 - Tekstslide

Assimilatie
Het omzetten 
(dus de stofwisseling)  van het glucose (gemaakt bij de fotosynthese) in andere energierijke voedingsstoffen voor de plant.
Glucose, suiker, zetmeel en cellulose zijn allemaal verschillende koolhydraten

Slide 29 - Tekstslide

Planning van deze middag
- Onderwerpen vanuit de enquête
- Leermethodes
- Bespreken opdrachten van gisteren
- Uitdelen van materialen
Pauze (15 minuten)
- Maken examenopgaven 1 t/m 16 (4 onderwerpen)
- Bespreken van de opgaven 
Pauze (15 minuten)
- Maken examenopgaven 17 t/m 24
- Inkleuren 
- Afsluiting




Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt uitleggen wat de invloeden van de omgeving zijn op organismen en daarbij kun je uitleggen wat het verschil is tussen biotische- en abiotische invloeden
Abiotische: Niet levende natuur, zoals wind, water en bodem
Biotische: Levende natuur, zoals soortgenoten, roofdieren en ziekteverwekkers

Abiotische en biotische factoren hebben samen invloed op een organisme.

Voorbeeld: Veel katten in de buurt (biotische factor) veel dode roodborstjes.
Dia 4 van 4

Slide 31 - Tekstslide

Voortplanting bij planten
Geslachtelijke voortplanting - er is bevruchting en er ontstaan zaden en nakomelingen met dezelfde erfelijke kenmerken als de ouders.
Type celdeling: meiose

Ongeslachtelijke voortplanting - een stukje volwassen plant groeit uit tot een nieuwe plant.
Type celdeling: mitose
Dia 1 van 6

Slide 32 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  1. Stekken
  2. Deling
  3. Uitlopers (stengels)
  4. Bollen
  5. Knollen
  6. Wortelstokken (wortels)
Dia 2 van 6

Slide 33 - Tekstslide

Bouw van een bloem

Slide 34 - Tekstslide

Kieming
  • In de zaad zit een kiem. Wanneer er uit het kiem een klein kiemplantje groeit spreek je over kieming.
  • Bij de kieming van een bruine boon komt eerst het worteltje van de kiem naar buiten en daarna het stengeltje.

Voor de ontkieming van zaden is nodig:

  • Water
  • Zuurstof
  • Gunstige temperatuur

Slide 35 - Tekstslide

Menstruatiecyclus 
  • Menstruatiecyclus               Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Slide 36 - Tekstslide

Menstruatiecyclus 
(niet zwanger)
Menstruatiecyclus
(wel zwanger)

Slide 37 - Tekstslide

Sterilisatie vrouw
Sterilisatie man

Slide 38 - Tekstslide

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling in baarmoederslijmvlies
De bevruchting

Slide 39 - Tekstslide

Bloedsomloop
Dia 1 van 9)
Bloedsomloop = de weg die het bloed aflegt

Mensen hebben een dubbele bloedsomloop

- Kleine bloedsomloop
Functie: zuurstof ophalen in de longen

- Grote bloedsomloop
Functie: zuurstof afgeven aan de rest van het lichaam (verbranding)


Slide 40 - Tekstslide

Bloedsomloop
(dia 2 van 9)
Blauw = zuurstofarm
Rood = zuurstofrijk

Route kleine bloedsomloop:
hart --> longen --> hart

Route grote bloedsomloop:
hart --> rest van het lichaam --> hart

Slide 41 - Tekstslide

Holle spier
(dia 1 van 7)
Boezems (boven)
Kamers (onder)

Linker- en rechterhelft
gescheiden door harttussenwand

Blauw = weinig zuurstof/ zuurstofarm
rood = veel zuurstof/zuurstofrijk

Slide 42 - Tekstslide

Het hart aan de buitenkant
(dia 2 van 7)
Je ziet hier het schematische buitenaangezicht van het hart.

Over het hart lopen ook bloedvaten
- Kransslagader (geeft zuurstof aan het hart)
- Kransader




Slide 43 - Tekstslide

Stroomrichting kleine bloedsomloop
(dia 3 van 7)
  1. vanuit de holle ader stroomt bloed in de
  2. rechterboezem en dan stroomt het door naar de
  3. rechterkamer, waar het vervolgens naar de
  4. longslagader gaat. De longslagader vervoert het bloed
  5. naar de longen waar zuurstof wordt toegevoegd.
longslagader

Slide 44 - Tekstslide

Stroomrichting grote bloedsomloop
(dia 4 van 7)
  1. vanuit de longen stroomt bloed door de
  2. longader naar de
  3. Linkerboezem, waar het vervolgens naar de
  4. linkerkamer gaat, hiervandaan stroomt het  bloed naar de
  5. aorta waar zuurstof wordt afgegeven aan aan alle delen van het lichaam
aorta

Slide 45 - Tekstslide

Het hart
(Dia 5 van 7)
Hart heeft zelf ook bloedvaten om zuurstof door te krijgen

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Slide 46 - Tekstslide

Hartslag
(dia 6 van 7)
Hartslag bestaat uit 3 fases

1. Samentrekken boezem
(bloed gaat van boezem naar kamer)

2. Samentrekken kamers
(bloed gaat van kamer naar slagader)

3. Hartpauze
(kamers en boezems zijn ontspannen)

Slide 47 - Tekstslide

Hartkleppen
(Dia 7 van 7)
Boezem en kamer gescheiden door hartkleppen.

halvemaanvormige kleppen, verhinderen bloedstroming terug naar hart.


Slide 48 - Tekstslide