quiz nouns, pronouns, verbs

Start of Quiz
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Start of Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet het werkwoord 'zijn' in het Engels?
A
to do
B
to be
C
to sein
D
to was

Slide 2 - Quizvraag

welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is

Slide 3 - Quizvraag

welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 4 - Quizvraag

welke vorm van to be hoort bij
they
A
is
B
are
C
be
D
am

Slide 5 - Quizvraag

welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are

Slide 6 - Quizvraag

welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

A
are
B
am
C
be
D
is

Slide 7 - Quizvraag

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 8 - Quizvraag

(to be)
De teacher ....... also very happy!
A
are
B
is
C
am
D
be

Slide 9 - Quizvraag

(to be)
Jimmy and his friend ... playing the guitar.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 10 - Quizvraag

noun => pronoun
door welke pronoun kun je de noun vervangen?

Slide 11 - Tekstslide

My brother is nice.
A
He
B
She
C
It
D
You

Slide 12 - Quizvraag

The pen is on the table.
A
He
B
She
C
It
D
You

Slide 13 - Quizvraag

We are looking for the books
A
we
B
they
C
you
D
them

Slide 14 - Quizvraag

Have you seen my sister?
A
he
B
her
C
it
D
she

Slide 15 - Quizvraag

End of Quiz

Slide 16 - Tekstslide