V4 Check Idioom Ausblick Woche 2
sich entschuldigen
A
schuldig zijn
B
iemand beschuldigen
C
excuseren
D
zich verontschuldigen
1 / 10
Onderdelen in deze les
sich entschuldigen
A
schuldig zijn
B
iemand beschuldigen
C
excuseren
D
zich verontschuldigen
Slide 1 - Quizvraag
die Erziehung
A
de scholing
B
de opvoeding
C
het vertrek
D
de educatie
Slide 2 - Quizvraag
das Erlebnis
A
de belevenis
B
de beleefdheid
C
de verwachting
D
het verblijf
Slide 3 - Quizvraag
die Fremsprache
Slide 4 - Open vraag
enttäuscht
A
verbaasd
B
verontwaardigd
C
ontrouw
D
teleurgesteld
Slide 5 - Quizvraag
gleichaltrig
A
gelijkaardig
B
even oud
C
gezellig
D
gelijktijdig
Slide 6 - Quizvraag
mithilfe von
Slide 7 - Open vraag
einzeln
A
één voor één
B
enkeltje
C
apart
D
eens zijn
Slide 8 - Quizvraag
sich entscheiden für
A
ontsnappen aan
B
aanraden
C
kiezen voor
Slide 9 - Quizvraag
entstehen
A
opstaan
B
ontstaan
C
uitstaan
D
instaan
