les 32 - 17 mei

les 29 - 9 april
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

les 29 - 9 april

Slide 1 - Tekstslide

Proefwerk Boek B
p. 40, 41, 42
Woorden/zinnen chapitre 5

p. 43
ALLEEN Grammaire D
Bron H dus niet


Slide 2 - Tekstslide

Uitleg D
1.
a. Je mange une pomme.
b. Je ne mange pas de pomme.

2. 
a. Il veut aller à l'école
b. Il ne veut pas aller à l'école.


  • Vragen

  • 1. Wat is het verschil bij a en b?

  • 2. Wat is het verschil bij 1b en 2b?

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
NLS: niet/ geen
Frans: ne .... pas

- Je ne mange pas de pomme.
- Il ne veut pas aller à l'école.
  • ne: voor eerste werkwoord

  • pas: na eerste werkwoord

  • UN/ UNE worden DE

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
OPDRACHT: MAAK DE ZINNEN ONTKENNEND.

1. Je crois tu as raison.
2. Il faut aller à l'hôpital.
3. Je bois un jus d'orange.
4. Il est gentil.

  • ne/ n': voor eerste werkwoord

  • pas: na eerste werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
OPDRACHT: MAAK DE ZINNEN ONTKENNEND.

1. Je NE crois PAS tu as raison.
2. Il NE faut PAS aller à l'hôpital.
3. Je NE bois PAS DE jus d'orange.
4. Il N'est PAS gentil.

  • ne: voor eerste werkwoord

  • pas: na eerste werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
TWEE BIJZONDERE ONTKENNINGEN:

1. C'est vrai.
   Ce n'est pas vrai. (komt door klinkerbotsing)

2. Il y a un problème.
     Il n'y a pas de problème. (gek, want y = geen werkwoord)

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
p. 23

  • ne ... pas (n' .... pas)
  • ne ... plus (n' .... plus)
  • ne .... jamais (n' .... jamais)
  • ne ... rien (n' .... rien)
  • ne ... pas encore (n' .... pas encore)
  • ne: voor eerste werkwoord

  • tweede deel: na eerste werkwoord

  • UN/ UNE worden DE

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
Je mange une pomme.

  • Je ne mange pas de pomme
  • Je ne mange plus de pomme
  • Je ne mange jamais de pomme
  • Je ne mange rien
  • Je ne mange pas encore de pomme
  • ne: voor eerste werkwoord

  • tweede deel: na eerste werkwoord

  • UN/ UNE worden DE

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg D: de ontkenning
Je veux le chocolat.                                      J'ai mangé une tomate.

  • (niet/geen)                                                  oefensite
  • (niet meer)
  • (nooit)
  • (ik wil niets) 
  • (nog niet)

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen woorden
1. Ga naar reitdiep.itslearning.com
2. Kies juiste klas (FA 2TL)
3. Ga naar Bronnen
4. Klik 2x achter elkaar op de link van Grandes Lignes

5. Kies Hoofdstuk 5: slim stampen (A/B/E/F) en/of Bron D

Slide 11 - Tekstslide