Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Groep 6 Taal actief thema 6 week 2
Spelling persoonsvorm TT
ik-vorm
fiets
word
loop
ik-vorm + t
fietst
wordt
loopt
meervoud
fietsen
worden
lopen
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Primary Education
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling persoonsvorm TT
ik-vorm
fiets
word
loop
ik-vorm + t
fietst
wordt
loopt
meervoud
fietsen
worden
lopen
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer schrijf je bij de persoonsvorm TT enkelvoud de stam
A
- ik in de zin
B
- ik in de zin - je/jij achter de pv
C
- ik in de zin - je/jij voor de pv - gebiedende wijs
D
- ik in de zin - je/jij achter de pv - gebiedende wijs
Slide 2 - Quizvraag
Welke regel moet je toepassen bij:
persoonsvorm, tt, meervoud
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord
Slide 3 - Quizvraag
Persoonsvorm - tt
Slide 4 - Tekstslide
Zoek de persoonsvorm en kies de stam die bij dit werkwoord hoort.
Bijvoorbeeld: Zij heet mevrouw Julia.
persoonsvorm = heet
de stam (ik vorm) = heet
Slide 5 - Tekstslide
Ze woont helemaal alleen in het grote huis.
A
woont
B
woon
C
woond
D
wonen
Slide 6 - Quizvraag
Ze zit uren in haar stoel te lezen.
A
zit
B
zidt
C
zitten
D
zid
Slide 7 - Quizvraag
Haar hond Fik ligt dan aan haar voeten te slapen.
A
lag
B
ligd
C
ligt
D
lig
Slide 8 - Quizvraag
ze tikt altijd tegen het raam naar Hans.
A
tikt
B
tik
C
tikdt
D
tikken
Slide 9 - Quizvraag
En dan zwaait ze lachend naar Hans met een beverige hand.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaien
D
zwaaiend
Slide 10 - Quizvraag
Kies de juiste persoonsvorm. Het hele werkwoord staat erachter.
Slide 11 - Tekstslide
Marks oma Dora .... van de stilte.
(houden)
A
houd
B
houdt
C
hout
D
houdd
Slide 12 - Quizvraag
Persoonsvorm - tt
Slide 13 - Tekstslide
Daarom ...... ze liever dan dat ze praat. (zwijgen)
A
zwijgd
B
zwijgdt
C
zwijgt
D
zwijgen
Slide 14 - Quizvraag
Zelfs nee zeggen, ...... ze soms al te veel. (vinden)
A
vindt
B
vind
C
vinden
D
vond
Slide 15 - Quizvraag
Dan ..... ze alleen maar een beetje met haar hoofd.
A
schud
B
schut
C
schudt
D
schudde
Slide 16 - Quizvraag
Persoonsvorm - tt
Slide 17 - Tekstslide
Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.
Het vliegtuig lan_ morgen.
Slide 18 - Open vraag
De kleine Teun verstopt zich achter de boom.
a: goed b: fout
persoonsvorm (TT) of voltooid deelwoord (VT)?
A
goed
B
fout
Slide 19 - Quizvraag
Persoonsvorm tt:
(Vinden) ... jij het leuk om deze quiz te doen?
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt
Slide 20 - Quizvraag
Spel de persoonsvorm tt:
Ik (branden)........... mezelf aan de kaars
A
brand
B
brandt
Slide 21 - Quizvraag
Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.
Hij verbeel_ zich dat hij alles weet.
Slide 22 - Open vraag
Je _____ de Nederlandse voetbalsupporters bij de Olympische spelen aan hun oranje outfit.
a: herkend b: herkent
persoonsvorm (TT) of voltooid deelwoord (VT)?
A
herkend
B
herkent
Slide 23 - Quizvraag
De persoonsvorm TT in enkelvoud
is altijd .....
A
stam
B
stam + t
C
infinitief
D
stam + d
Slide 24 - Quizvraag
Schrijf de persoonsvorm tt
Jij ...... (lachen) irritant.
Slide 25 - Open vraag
Door het plaatsen van zonnepanelen _____ het bedrijf op energiekosten.
a: bespaart b: bespaard
persoonsvorm (TT) of voltooid deelwoord (VT)?
A
bespaart
B
bespaard
Slide 26 - Quizvraag
Waar is de persoonsvorm tt in haakjes gezet?
A
De 'kranten' berichten elke dag over het virus.
B
De kranten berichten elke dag over het 'virus'.
C
De kranten 'berichten' elke dag over het virus.
D
De kranten berichten 'elke dag' over het virus.
Slide 27 - Quizvraag
Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij
jij
hij/zij/het
meervoud
ik-vorm
ik-vorm + t
ik -vorm + t
'infinitief'
fiets word
fietst wordt
fietst wordt
fietsen worden
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
groep 8 werkwoord spelling cito
Mei 2021
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling
September 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd
Januari 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoordspelling
September 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De magie van werkwoorden: vervoegen en voltooid deelwoord
Maart 2023
- Les met
13 slides