In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Les 39: spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes
Slide 1 - Tekstslide
Even een opwarmertje...
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Welk spreekwoord gebruik jij wel eens en wat betekent het?
Slide 4 - Open vraag
Misschien heb je helemaal geen spreekwoord opgeschreven bij de vorige vraag, want een spreekwoord is niet hetzelfde als een uitdrukkig of gezegde. Zie hier het verschil:
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Eens kijken wat je onthouden hebt...
Sleep de kenmerken op de volgende slide naar het juiste begrip.
Slide 7 - Tekstslide
Spreekwoord
Uitdrukking
Gezegde
Algemene
levenswijsheid
Altijd een zinsdeel
Geen werkwoord
Vaste verbinding van woorden
Onveranderlijk
aangepaste formulering
O en PV
kunnen aangepast worden
Slide 8 - Sleepvraag
Dat was de theorie, maar kan je ze nu ook herkennen?
Quizen maar...
(Je mag de groene kaders in je boek gebruiken p 335 en 336.)
Slide 9 - Tekstslide
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "Jong geleerd, is oud gedaan."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 10 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "Het loont de moeite."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 11 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "Met man en macht"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 12 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "van jetje geven"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 13 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "Joost mag het weten."
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
Gezegde
Slide 14 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "Het gelag betalen"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 15 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "beter laat dan nooit"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 16 - Quizvraag
Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde? "Tot in de kleine uurtjes"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde
Slide 17 - Quizvraag
Weet je nog met welk 'spreekwoord' je zelf begonnen was? Noteer het hieronder nog eens opnieuw en noteer tussen haakjes of het een spreekwoord, een uitdrukking of gezegde is.
Slide 18 - Open vraag
Maak nu opdracht 5 op p 336 in je werkboek.
- Gaat het om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
- Noteer de betekenis in de laatste kolom.
Slide 19 - Tekstslide
Spreekwoorden en uitdrukkingen zoek je in het woordenboek op op het eerste trefwoord.
Slide 20 - Tekstslide
Bijvoorbeeld:
"Honger maakt rauwe bonen zoet"--> trefwoord = honger
"Het loopt de spuigaten uit." --> trefwoord = spuigaten
Slide 21 - Tekstslide
Ga naar het online spreekwoordenboek door op de link op de volgende slide te klikken.
1) Zoek de betekenis op van de gevraagde spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes.
2) Vermeld tussen haakjes of het een spreekwoord (SW), uitdrukking (UD) of gezegde (G) is.
Slide 22 - Tekstslide
https:
Slide 23 - Link
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
Slide 24 - Open vraag
Een koekje van eigen deeg
Slide 25 - Open vraag
Stille waters hebben diepe gronden.
Slide 26 - Open vraag
iets uit de mouw schudden
Slide 27 - Open vraag
Zoek een leuk spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking op en probeer het uit te beelden. Maak een foto van het resultaat en post het op de volgende slide.
Slide 28 - Tekstslide
Upload je foto hier.
Slide 29 - Open vraag
Kijk even naar volgend filmpje...
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Figuurlijk taalgebruik
SW, UD en G zijn ook voorbeelden van figuurlijk taalgebruik. Net zoals bij 'drijfzand' (wat niet letterlijk zand is waarop je blijft drijven) dansen de muizen ook niet echt op tafel als de kat van huis is.
Slide 32 - Tekstslide
Creatief met taal
Door te spelen met de letterlijke en figuurlijke betekenis kan je soms een grappig effect creëren zoals in de video van het drijfzand.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Etymologie
= de wetenschap die de oorsprong en de geschiedenis van woorden opspoort.
Je zoekt de oorsprong en geschiedenis van woorden op in een etymologisch woordenboek.