21221006 Van A2 naar B1 les 4

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ties heeft een probleem. Tenminste… dat vinden de meeste mensen. Ties vindt dat niet: hij heeft een vriend. Gozert. De tofste, leukste, stoerste, coolste vriend die je je kunt voorstellen. Alleen is Ties de enige die Gozert ziet en hoort. En de plannen van Gozert zijn zo fantastisch dat Ties erdoor in moeilijkheden komt… Ties’ ouders willen dat Gozert verdwijnt en nemen een ingrijpende beslissing. Maar Ties wil helemaal niet van Gozert af.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tekst
Zes broers worden opgeroepen om dienst te nemen in het leger. Op weg naar het front moeten ze zich melden bij een grenspost. Geschikte giften of geld om de grens te kunnen passeren, bezitten de broers niet. Verhalen kennen ze echter in overvloed. Verhalen over een behekst meer, over een poppenspeler die over lijken gaat om succes te hebben en over een jongeman die zo mooi is dat de mannen uit zijn dorp hem van pure jaloezie het liefst een kopje kleiner maken. De broers vertellen en vertellen alsof er een leven van af hangt. En dat is ook zo.

Slide 7 - Tekstslide

wat is de correcte spelling?
A
gewandeld
B
gewandelt
C
gewandeldt
D
gewandelen

Slide 8 - Quizvraag

wat is de juiste spelling?
A
hij word
B
hij wort
C
hij wordt
D
hij worden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling:
A
ik verhuisde
B
ik verhuiste

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de correcte spelling
A
gegroeit
B
gegroeid
C
gegroeidt
D
gegroeien

Slide 11 - Quizvraag

wat is de juiste spelling
A
ik wordt
B
ik word
C
ik wort
D
ik worden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van.....
A
solliciteren
B
soliciteren
C
solisiteren

Slide 13 - Quizvraag

Het invulschema op blz. 21
De transcripten (geschreven tekst) van de luisterfragmenten staan achter in het boek, vanaf bladzijde 312.

Je kunt ze nalezen.

Slide 14 - Tekstslide

Spreken blz. 20 en 24
Bedenk zelf 2 andere vragen.
 

Slide 15 - Tekstslide

Pauze
Korte pauze!


timer
7:00

Slide 16 - Tekstslide

De verleden tijd
Wanneer gebruik je de verleden tijd:
  • in verhalen over dingen die gebeurd zijn
  • in teksten over geschiedenis (historische feiten)

Twee vormen:
  • enkelvoud: stam + -te of -de
  • meervoud: stam + -ten of -den

Slide 17 - Tekstslide

Schrijfopdracht blz. 25

Slide 18 - Tekstslide

Oefeningen blz. 32 en 33

Slide 19 - Tekstslide

Tijdwoorden van het verleden
Bladzijde 34 in het boek.

Eventueel nog: Vaste combinaties van zelfstandig naamwoord en werkwoord.

Slide 20 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 21 - Tekstslide