NEWTON: Kleuren zien

Kleuren zien
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kleuren zien

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES
  • Wat weet je nog van?
  • Uitleg 'Kleuren zien'
  • Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
hoe een regenboog ontstaat;
wat een lichtbron is;
hoe je kleuren kunt splitsen en mengen;
hoe je voorwerpen kunt zien;
hoe je kleuren kunt zien.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

prikkel
impuls

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Signalen
C
Prikkels
D
Reacties

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oogzenuw
netvlies
kegeltje
staafje
glasachtig lichaam
hoornvlies

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan uitleggen wat een lichtbron is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtbronnen
  • Een voorwerp dat zelf licht geeft, noem je een lichtbron
  • Kunstmatige lichtbronnen
  • Natuurlijke lichtbronnen
  • Licht beweegt alle kanten op
  • Lichtstralen zijn recht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan uitleggen hoe een regenboog ontstaat.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Regenboog
Kleurschifting
Het splitsen van wit licht in gekleurd licht.

Slide 13 - Tekstslide

Dispersie (of kleurschifting) is vooral bekend in de optica. Door dispersie valt wit licht – dat uit alle kleuren bestaat – uiteen in alle kleuren van de regenboog (het zogenaamde spectrum) wanneer het door een prisma valt.
Regenboog
Een regenboog ontstaat 
doordat regendruppels 
het zonlicht in verschillende 
kleuren splitsen

Kleuren van de regenboog:
• Rood       • Oranje      • Geel      • Groen      • Blauw      • Violet

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRISMA

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleurenspectrum
Kleurenband met de kleuren rood-oranje-geel-groen-blauw-violet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infrarood licht
Infrarood licht (ir-licht) is een vorm van straling. 
Je voelt het als warmte. 
Het is onzichtbaar en zit in het spectrum naast het rode licht. Warmtelampen, afstandsbedieningen en bewegingssensoren maken gebruik van ir-licht.

Ultraviolet licht (uv-licht) is ook een vorm van straling. Je ziet het niet en voelt het niet.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infrarodestraling zichtbaar maken met een infraroodcamera

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ultraviolet licht
Uv-licht zit in het spectrum naast violet en zorgt voor het bruin kleuren van je huid na een dag in de zon. 
 Teveel uv-licht kan uiteindelijk huidkanker veroorzaken. 
Uv-licht kom je ook tegen in een zonnebank.
 En in een aquariumpomp zit een uv-lamp. Het uv-licht zorgt ervoor dat algen in het water doodgaan.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan uitleggen hoe je kleuren kunt splitsen en mengen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren mengen
Bij het mengen van licht gebruik je de drie primaire kleuren voor licht. 
Dat zijn rood, groen en blauw

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze tekst is gemaakt van kleine lichtdeeltjes die in jouw ogen aankomen

Als je dichtbij het scherm komt dan ga je hele kleine lampjes zien. Deze heten ook wel LED.
Een pixel bestaat uit 3 LED kleuren.
Rood-Groen-Blauw

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan uitleggen hoe je voorwerpen kunt zien;
Je kan uitlegge hoe je kleuren kunt zien.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren zien
Nu we weten dat zonlicht bestaat uit een aantal kleuren en we weten dat kleuren kunnen mengen. Kunnen we gaan kijken hoe wij kleuren zien, dus waarom is het ene voorwerp rood en het andere blauw. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren zien

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staafjes en kegeltjes
Twee soorten lichtzintuigcellen:
  • Kegeltjes: kleuren. Werken bij veel licht
  • Staafjes: zwart, wit en grijstinten.
Werken bij weinig licht.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staafjes en kegeltjes
Staafjes werken goed met weinig licht,
Staafjes zitten voornamelijk buiten de gele vlek.

Kegeltjes werken bij veel licht, kleur zien. Zitten voornamelijk in de gele vlek.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren zien
Bij alle andere kleuren wordt alleen de kleur weerkaatst die je ziet. De overige kleuren worden geabsorbeerd.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 33 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
                                  Werken aan
                                                                            5.4 Kleuren zien
                                                                            Opdrachten A t/m D + keuze
                                                                            D Beheersen 6 Proef

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies