§ 2.3 Rolpatronen

Telefoons in telefoontas
Telefoon niet in tas:
telefoonbriefje halen!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Telefoons in telefoontas
Telefoon niet in tas:
telefoonbriefje halen!

Slide 1 - Tekstslide

Toets inhalen
dinsdag 11 oktober: lesuur 8
K3a: Khalil, Mandy, Anouk
K3b: Amin
niet aanwezig: melding examencommissie!

Slide 2 - Tekstslide

Planning K3a
  1. Presentatie Igor: woensdag 
  2. Controle huiswerk....
  3. Uitleg § 2.3
  4. Maken vragen

Slide 3 - Tekstslide

Planning K3b
  1. Plattegrond!
  2. Presentatie Tara: woensdag
  3. Controle huiswerk....
  4. Uitleg § 2.3
  5. Maken vragen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Roldoorberekend
Rolbevestigend
Gendernormen

Slide 9 - Tekstslide

Rolbevestigend gedrag
Roldoorbrekend gedrag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Filmclip Gendernormen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Genderneutraal genderpatroon


Blz 36 

Slide 18 - Tekstslide

Filmclip genderneutraal ziekenhuis

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

K3a : noteer:
  • Maken voor woensdag  12 oktober
  • Lesuur 7
  • Maken vragen § 2.3 ( 1 t/m 8)  + samenvatting 
  • Woensdag Presentatie: Igor : inleveren it's learning

Slide 21 - Tekstslide

K3b : noteer:
  • Maken voor woensdag  12 oktober
  • Lesuur 4
  • Maken vragen § 2.3 ( 1 t/m 8)  + samenvatting 
  • Woensdag Presentatie: Tara : inleveren it's learning

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

1 Voorbeeldantwoorden:
Leerlingen moesten vroeger muisstil zijn; mensen moesten luisteren naar de pastoor of dominee; vrouwen mochten niet over politiek praten.
2 Voorbeeldantwoord:
Ja, want Skatekeet moest steeds zeggen of ze een jongen of een meisje was, dus blijkbaar hoorde het niet bij een meisje om te skateboarden.
3 Als je je gedraagt zoals je wilt en je krijgt daar steeds commentaar op, dan is het moeilijk om dat vol te houden.dat jongens
meisjeskleren gaan dragen of dat meisjes stoere dingen doen.
B Eigen antwoord leerling/klas.

Slide 24 - Tekstslide


4 1. E 2. A 3. C 4. D 5. B
5 A De reclame van Zeeman is ROLDOORBREKEND, omdat je niet verwacht dat jongens
meisjeskleren gaan dragen of dat meisjes stoere dingen doen.
B Eigen antwoord leerling/klas.

Slide 25 - Tekstslide

6
6 A Voorbeeldantwoord meisje:
Ik geef FRANCIS gelijk, omdat die gewoon zichzelf blijft.
Ik geef RAISA gelijk, omdat je wel kunt weigeren om je een beetje mooi te maken, maar dan krijg je geen vriendje.
Ik geef ALLEBEI gelijk, omdat er niks mis is met je een beetje mooi maken om een vriendje te krijgen. Als je maar jezelf blijft en geen dingen doet die echt niet bij je passen.
B Voorbeeldantwoord jongen:
Ja, want ik vind het leuk als mijn vriendin er sexy uitziet.
Nee, want ik vind het niet leuk als andere jongens steeds naar de borsten en billen van mijn vriendin zitten te kijken.

Slide 26 - Tekstslide

C Voorbeeldantwoord:
Raisa wil graag een vriendje. Zij denkt dat jongens vooral naar het uiterlijk kijken. Daarom maakt zij zich op en draagt zij strakke kleding.
7 Voorbeeldantwoorden:
Foto 3 hoort er niet bij, omdat je op die foto een man/vader ziet die voor de kinderen zorgt. Vroeger was dat vooral de taak van de vrouwen/moeders.
Of: Foto 4 hoort er niet bij, omdat tegenwoordig ook meisjes stoer zijn en bier drinken bij het uitgaan, niet alleen de jongens

Slide 27 - Tekstslide

8 1. “Er moet geen verschil zijn tussen speelgoed voor jongens en voor meisjes.”
Voorbeelden van argumenten:
Voor, want als kinderen zo jong zijn is er geen verschil tussen de twee.
Voor, want anders leer je ze al heel vroeg bepaalde rolpatronen die ze heel moeilijk afleren.
Tegen, want er zijn nou eenmaal verschillen tussen jongens en meisjes. Ze zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk.
2. “Jongens horen stoer te zijn, meisjes zorgzaam.”
Voorbeelden van argumenten:
Voor, want zo is de rolverdeling vanuit de natuur nou eenmaal: jongens zijn groter en sterker en meisjes vinden zorgen leuker. Tegen, want niet álle jongens willen stoer zijn en niet álle meisjes zorgzaam. Iedereen moet zijn zoals hij of zij het liefste wil zijn     

Slide 28 - Tekstslide

3. “Meisjes moeten in officiële wedstrijden ook tegen jongens kunnen sporten.”
Voorbeelden van argumenten:
Voor, want belangrijk is hoe goed sporters zijn, niet of ze jongen of meisje zijn. Iedereen moet kunnen spelen op zijn of haar niveau.
Tegen, want dat is uiteindelijk nooit eerlijk voor meisjes. Ze zijn over het algemeen niet zo sterk als jongens, dus ze kunnen nooit de beste zijn.
4. “Het is goed dat winkels genderneutrale spullen verkopen.” Voorbeelden van argumenten:
Voor, want het is goed om een keuze te hebben tussen jongens- of meisjesachtig en neutraal.
Tegen, want dat is gewoon een marketingtruc / een reclamestunt.
Tegen, want uiteindelijk willen jongens en meisjes zich toch onderscheiden met hun eigen kleding en spullen.

Slide 29 - Tekstslide

9 A Gendernormen zijn de normen die ‘horen’ bij het man-zijn of vrouw-zijn. Famke en Denzel willen dat Nówie niet alleen met ‘jongensdingen’ te maken krijgt.
B Eigen antwoord leerling.

Slide 30 - Tekstslide

Samenvatting paragraaf 2.3
Van jongens wordt verwacht dat zij zich STOER gedragen. Dit heeft met het ROLPATROON te maken. Rolpatronen blijven niet altijd hetzelfde, maar veranderen. VROEGER bijvoorbeeld waren bijna alle vrouwen huisvrouw. Nu hebben ze vaak een BETAALDE baan.
GENDERNORMEN zie je vaak in reclames, bijvoorbeeld als een man een boormachine gebruikt. We noemen dit ROLBEVESTIGEND gedrag. Mensen die zich juist niet aan deze normen houden, laten roldoorbrekend gedrag zien.

Slide 31 - Tekstslide