Enzymen

Enzymen
Speciale eiwitten die ervoor zorgen dat de stofwisseling sneller gaat

Ze werken heel specifiek: 1 speciaal enzym versnelt maar 1 reactie. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Enzymen
Speciale eiwitten die ervoor zorgen dat de stofwisseling sneller gaat

Ze werken heel specifiek: 1 speciaal enzym versnelt maar 1 reactie. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer werken enzymen
  • Enzymactiveit: de snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt
  • de temperatuur beïnvloed de enzymactiviteit volgens een optimumkromme
  • Onder de minimumtemperatuur is er geen enzymactiviteit
  • Bij de optimumtemperatuur is de enzymactiviteit het hoogst

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer werken enzymen
  • Enzymactiveit: de snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt
  • de temperatuur beïnvloed de enzymactiviteit volgens een optimumkromme
  • Onder de minimumtemperatuur is er geen enzymactiviteit
  • Bij de optimumtemperatuur is de enzymactiviteit het hoogst

Slide 4 - Tekstslide

Optimumtemperatuur
boven de optimumtemperatuur werkt het enzym (eiwit) niet meer en veranderd deze van vorm. En dan is dit niet meer om te keren

Bijvoorbeeld: als je een ei bakt. Is het ei gebakken, dan kan dit niet meer terug

Slide 5 - Tekstslide

Zuurgraad
Enzymen werken minder goed in een zure omgeving

Slide 6 - Tekstslide

Verteringssappen
  • Verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren en helpen bij de vertering

  • Bij vertering ontstaan verteringsproducten. Deze kunnen wel door de darmwand heen en worden in het bloed opgenomen.

  • Verteringssappen bevatten enzymen. De enzymen zorgen ervoor dat de vertering sneller verloopt. 

Slide 7 - Tekstslide

Mondholte
Door kauwen wordt voedsel kleiner gemaakt.

Speekselklieren produceren speeksel
--> Slikken gaat gemakkelijker

Speeksel bestaat uit:
Water
Slijm --> verhoogt glijbaarheid
Enzym --> verteert zetmeel (koolhydraat)

Slide 8 - Tekstslide

Maag
Tijdelijke opslagplaats van je voedsel
De maag kneedt voedsel met maagsap 
(gemaakt in maagsapklieren in de maagwand)

Maagsap bestaat uit:
Water
Zoutzuur
Enzymen --> vertering eiwitten

Maagportier = kringspier die kleine hoeveelheden voedsel naar de twaalfvingerige darm door laat.

Slide 9 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Verteringssappen uit de lever en alvleesklier komen erbij

Gal: 
-gemaakt in de lever
-opslag in galblaas
-via galbuis naar 12 vingerige darm 
- maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren (=niet verteren)

Slide 10 - Tekstslide

Alvleesklier
Produceert alvleessap


Alvleessap bestaat uit:
  • Water
  • Enzymen --> vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 11 - Tekstslide

Dunne darm
In de wand liggen darmsapklieren
Die maken darmsap. 

Darmsap:
-Water
-Enzymen --> vertering van eiwitten en koolhydraten

In dunne darm --> veel water met opgeloste voedingsstoffen en verteringsproducten --> bloed in
Geen voedingsstoffen opgenomen = ondergewicht

Slide 12 - Tekstslide

twee van de volgende verteringssappen:
− speeksel
− maagsap
− alvleessap
− (dunne) darmsap

Slide 13 - Tekstslide

Dunne Darm

Slide 14 - Tekstslide

Enzymen
Dunne darm

Slide 15 - Tekstslide