20221205 DVLG222AK niveau 2 Taalverzorging verkleinwoorden

Nederlands
DVLG222AK
Maandag 05 december 2022
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
DVLG222AK
Maandag 05 december 2022

Slide 1 - Tekstslide

Planning DVLG222AK
  • 14 november 2022: hoofdletters
  • 21 november 2022: aaneenschrijven
  • 28 november 2022: meervoudsvormen
  • 05 december 2022: verkleinwoorden
  • 12 december 2022: oefenen voor de toets spelling
  • 19 december 2022: TOETS 1B: SPELLING + HERKANSING TOETS 1A: WERKWOORDSPELLING








Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen


  • Taalverzorging verkleinwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

  • Taalverzorging verkleinwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Planning DVLG222AK
  • 14 november 2022: hoofdletters
  • 21 november 2022: aaneenschrijven
  • 28 november 2022: meervoudsvormen
  • 05 december 2022: verkleinwoorden
  • 12 december 2022: oefenen voor de toets spelling
  • 19 december 2022: TOETS 1B: SPELLING + HERKANSING TOETS 1A: WERKWOORDSPELLING








Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoorden: 
meestal -je


de kaas:                       het kaasje
de worst:                     het worstje
het huis:                      het huisje

Slide 6 - Tekstslide

-pje
woorden die eindigen op -m


de boom:               het boompje
de zoom:               het zoompje
het geheim:         het geheimpje

Slide 7 - Tekstslide

-tje

de lepel:              het lepeltje
de stoel:              het stoeltje
het ding:              het dingetje

Slide 8 - Tekstslide

De medeklinker wordt verdubbeld als er een korte klinker is (niet bij alle woorden)

de ster:                    het sterretje
de pop:                    het poppetje

Slide 9 - Tekstslide

Woorden die eindigen 
op een lange klinker (a, é, o, u)
de auto:                 het autootje
de paraplu:           het parapluutje
de logé:                  het logeetje

Slide 10 - Tekstslide

Woorden die eindigen 
op -i wordt -ietje

de taxi:                 het taxietje
de ski:                  het skietje

Slide 11 - Tekstslide

Woorden die eindigen 
op -y en afkortingen
de baby:                 het baby'tje
de hobby:              het hobby'tje
de usb:                   het usb'tje

Slide 12 - Tekstslide

-nkje
Woorden die eindigen op -ng

- de woning                    het woninkje
- de koning                     het koninkje

Slide 13 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -ng

de woning:                    het woninkje
de koning:                     het koninkje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is het verkleinwoord van de sms?
A
het smsje
B
het smssje
C
het sms'je
D
het smske

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord?
het logo
A
het logootje
B
het logokje
C
het logo'tje
D
het logotje

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van het paard?
A
het paard'je
B
het pardje
C
het paardke
D
het paardje

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van de beloning?
A
het beloningje
B
het beloninkje
C
het beloningkje
D
het beloning'je

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord?
de foto
A
het fotootje
B
het fotokje
C
het fototje
D
het foto'tje

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
de bikini?
A
het bikinie'tje
B
de bikinietje
C
het bikinietje
D
het bikiniekje

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord
van de baby?
A
het babytje
B
de baby'tje
C
het babykje
D
het baby'tje

Slide 22 - Quizvraag

05-12: Zelfwerktijd



  • MOTILE: verkleinwoorden

ZO KOM JE ER:
  • https://leren.motile.nl/ of via Cumlaude en de knop naar de mbowebshop.nl
  • Heb je de licentie nog niet aangeschaft: https://toegang.org/8720572964808 

timer
45:00

Slide 23 - Tekstslide

Terugblik

  • Taalverzorging verkleinwoorden

Slide 24 - Tekstslide