Klas 2 Werkplek Roze les 1

Les 1 Haarverzorging
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 1 Haarverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al over roos?

Slide 2 - Open vraag

Wat weet jij al over
hoofdluis?

Slide 3 - Woordweb

Doelen
- Ik leer wat hoofdluis is.
- Ik leer wat je tegen hoofdluis kunt doen. 
- Ik oefen met haren wassen. 
- Ik oefen met haren drogen. 
- Ik oefen met haren in model brengen. 


Slide 4 - Tekstslide

Hoofdluis
Steeds meer kinderen hebben wel eens last van hoofdluis, vooral kinderen tussen de vier en twaalf jaar. Hoofdluizen zijn kleine insecten die op je hoofd leven. De eitjes van hoofdluis plakken aan je haren vast. Die eitjes noemen we neten. Je kunt hoofdluis vooral krijgen op plekken waar veel mensen bij elkaar zijn, bijvoorbeeld op school.

Slide 5 - Tekstslide

 Het wassen met een gewone shampoo beschermt niet tegen hoofdluis. Dus ook als je vaak je haren wast, kun je last krijgen van hoofdluis. Als je hoofdluis hebt jeukt je hoofdhuid heel erg. 
Je kunt je haren dan wassen met een speciale shampoo, die je kunt kopen bij de apotheek of drogist. De neten kunnen ook in kleren en beddengoed zitten. 

Slide 6 - Tekstslide

Zoek op: Waarmee kun je controleren of iemand hoofdluis heeft?

Slide 7 - Open vraag

Als je hoofdluis hebt, moet je niet alleen je haar wassen met speciale shampoo. Ook je kleding en dekbed moet goed schoongemaakt worden. Waarom is dat?

Slide 8 - Open vraag

Zoek op internet een plaatje op van een hoofdluis. Voeg deze hier toe.

Slide 9 - Open vraag

Zoek op internet een plaatje op van een neet. Voeg deze hier toe.

Slide 10 - Open vraag

Hoe ziet een hoofdluis
er uit?

Slide 11 - Woordweb

Hoe ziet een neet
er uit?

Slide 12 - Woordweb

Zoek op internet een plaatje van shampoo die je gebruikt als je last hebt van luizen.

Slide 13 - Open vraag

Roos
Hiernaast zie je een tekening van de hoofdhuid. De buitenste laagje huid is dood. Onder deze laag ontstaat steeds een nieuw laagje. De buitenste dode laag laat dan los. Dat zijn kleine schilfers.

Slide 14 - Tekstslide

In je huid zitten talgklieren, die talg maken. Talg is vettig. Sommige mensen maken extra veel talg. Bij hen groeit het nieuwe huidlaagje heel snel. Dan komen er meer losse schilfers die door talg aan elkaar plakken. 

De witte vlokjes die dan ontstaan noemen we roos. Soms zie je roos zitten in iemands haar of op de kleren. 

Slide 15 - Tekstslide

Roos komt vooral voor bij mensen tussen de vijftien en veertig jaar. Het kan ontstaan door ongezonde voeding, vitaminetekort of spanning. Het kan ook te maken hebben met een allergie. Een allergie betekent dat je niet tegen bepaalde stoffen kunt.


Als je last hebt van roos kun je antiroosshampoo gebruiken. Deze moet je niet te vaak gebruiken. Dat is niet goed voor je haar. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Noem 3 dingen waardoor roos kan ontstaan:

Slide 18 - Open vraag

Zoek op internet een plaatje van anti-roos shampoo en voeg deze hier onder toe.

Slide 19 - Open vraag

Praktijkopdracht
1. Pak de volgende werkkaarten:



2. Lees de werkkaarten goed door. 
3. Schrijf op de volgende slide wat de namen van de kaarten zijn. Je schrijft eerst het nummer op en daarna de naam. 
4. Maak en lees eerst nog de volgende slides, voordat jullie aan de slag gaan. 
Werkportfolio
Body: Kaart 18, 19, 20, 21, 22 en 23

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf het nummer op en daar achter hoe de werkkaart heet.

Slide 21 - Open vraag

Vandaag ga je in tweetallen bij elkaar de haren wassen, drogen en in model brengen. Bespreek in je groepje hoe je dat gaat doen. Wie wast bij wie zijn of haar haren? 

Luister goed naar de wensen van de klasgenoot.
Let op dat het water niet te warm is.
Gebruik niet te veel water.

Slide 22 - Tekstslide

Verzamel alle materialen die je nodig hebt en zet deze op de werkkaar: 
- Shampoo
- Voor ieder 1 handdoek
- Föhn
- Kam
- Borstel
- Haarstylingsproducten zoals schuimgel, wax, gel, haarlak
Als je klaar bent wissel je van beurt! Let goed op de tijd, zodat jullie allemaal aan de beurt komen. 
Verzamel alle materialen die je nodig hebt en zet deze op de werkkar:
- Shampoo
- Voor ieder 1 handdoek
- Föhn
- Kam
- Borstel
- Haarstylingsproducten zoals schuimgel, wax, gel, haarlak

Als je klaar bent wissel je van beurt! Let goed op de tijd, zodat jullie allemaal aan de beurt komen. 

Slide 23 - Tekstslide

Klaar? Opruimen
Zorg er voor dat je alles in de werkhoek weer netjes opruimt en droog maakt. 

Laat je docent de opdracht en ingevulde antwoorden controleren.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe ging het haren wassen bij de ander?

Slide 25 - Open vraag

Hoe vond je dat de ander jou haren heeft gewassen?

Slide 26 - Open vraag

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 27 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 28 - Open vraag

Vertel in korte zinnen waar de les over ging.

Slide 29 - Open vraag

1. Extra praktijkopdracht
Je hebt het vandaag gehad over haar. Ook je haar in model knippen hoort bij het uiterlijk van het haar. 

Je gaat zo een top 5 maken van verschillende kapsels. Denk aan lengte, kleur, model enzovoort. Je zoekt voorbeelden op het internet en plak je in een word bestand. Deze sla je op in je HOME map bij zorg en welzijn. 

Slide 30 - Tekstslide

Maak een foto van je word bestand die je net gemaakt heb en voeg de foto hier toe.

Slide 31 - Open vraag