quiz H6

quiz H6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

quiz H6

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet de periode van herstel na de Tweede Wereldoorlog?

Slide 2 - Open vraag

Zet de gebeurtenissen in juiste volgorde 
De lonen stijgen in Nederland.
De economische crisis die in de VS begon, raakte ook Nederland
Nazi-Duitsland geeft zich over, de oorlog is voorbij. 
Nederland begint met de wederopbouw
Nederland ontvang Marshallhulp van de VS. 

Slide 3 - Sleepvraag

Welke zin over de verzorgingsstaat is juist.
A
Bejaarden krijgen een uitkering
B
Gehandicapten moeten zelf zorgen voor voldoende inkomen.
C
Gezonde jongeren hoeven niet te werken.
D
Mensen die werkeloos worden, moeten hulp vragen bij familie.

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin past bij het begrip 'verzuiling' ?
A
Alle arbeiders waren lid van dezelfde vakbond.
B
De meeste protestanten lazen een katholieke krant.
C
Katholieke fabriekseigenaren en katholieke arbeiders behoorden tot dezelfde zuil.
D
Vrouwen hoorde tot de ene zuil, mannen tot de andere.

Slide 5 - Quizvraag

Gabber
Provo
Hippie
Punker
Nozems

Slide 6 - Sleepvraag

In welke volgorde kwamen onderstaande groepen naar Nederland toe. Zet ze in de juiste volgorde. De eerste bovenaan, de laatste onderaan.
Turken en Marokkanen
Molukkers
Spanjaarden en Italianen
Surinamers

Slide 7 - Sleepvraag


Welke verandering ontstaat in de jaren '90?
A
Er komt een discussie over gastarbeiders
B
Er komt een strenger toelatingsbeleid voor asielzoekers
C
Inburgeringscursussen worden afgeschaft
D
Bijna alle politici zien de islam als een groot probleem

Slide 8 - Quizvraag

Na de oorlog moesten Nederlanders hard werken. De overheid hield de lonen laag. Waarom deden ze dat?
A
Om te bezuinigen, zodat alles weer opgebouwd kon worden
B
Om mensen aan te moedigen zuinig te leven in moeilijke tijden
C
Om de prijzen van producten laag te houden
D
De overheid hield de lonen helemaal niet laag

Slide 9 - Quizvraag

Welke afbeelding past het beste bij het begrip NAVO? Sleep die afbeelding naar het groene vlak

Slide 10 - Sleepvraag

Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde. Doe dit van hoog naar laag. Bovenaan de eerste gebeurtenis, onderaan de laatste.
Nederland verdient veel geld met de verkoop van gas
 Nederland verandert in een verzorgingsstaat
Het is de tijd van de wederopbouw
De economie groeit door de lage lonen en het Marshallplan

Slide 11 - Sleepvraag


Wat is GEEN gevolg van de toegenomen welvaart in Nederland vanaf de jaren '60?
A
Steeds meer Nederlanders gingen met de auto naar het werk
B
Er was volop werk te vinden in Nederland
C
De regering hield de lonen laag
D
Mensen kregen meer vrije tijd

Slide 12 - Quizvraag


Wat is GEEN oorzaak voor het ontstaan van jeugdculturen?
A
Jongeren kregen meer geld
B
Jongeren kregen meer vrije tijd
C
Jongeren kregen een betere opleiding
D
Jongeren betaalden nu mee aan het huishouden

Slide 13 - Quizvraag


Wat wilden de vrouwen van de Tweede Feministische Golf bereiken?
A
Algemeen kiesrecht
B
Gelijke kansen in het onderwijs
C
Een hoger salaris dan mannen
D
De eerste vrouwelijke Minister-President

Slide 14 - Quizvraag

Twee stellingen:
I. Jongeren gingen vanaf de jaren '60 steeds minder vaak naar de kerk
II. Door de welvaart in de jaren '60 kwamen er steeds meer auto's in Nederland
A
Alleen stelling I. is waar
B
Alleen stelling II. is waar
C
Stelling I. en II. zijn beiden waar
D
Stelling I. en II. zijn beiden niet waar

Slide 15 - Quizvraag


Hoe wordt een samenleving genoemd waarin mensen met verschillende culturen en godsdiensten samen wonen?
A
Een multireligieuze samenleving
B
Een multigodsdienstige samenleving
C
Een multiculturele samenleving
D
Een multimaatschappelijke samenleving

Slide 16 - Quizvraag

In welke volgorde kwamen onderstaande groepen naar Nederland toe. Zet ze in de juiste volgorde. De eerste bovenaan, de laatste onderaan.
Turken en Marokkanen
Molukkers
Spanjaarden en Italianen
Surinamers

Slide 17 - Sleepvraag


Wanneer kwamen er vooral gastarbeiders naar Nederland?
A
In de jaren '50
B
In de jaren '60
C
In de jaren '70
D
In de jaren '80

Slide 18 - Quizvraag

Hieronder staan vier groepen mensen die naar Nederland zijn gekomen in de loop van de twintigste eeuw
1. Turken en Marokkanen                            2. Mensen uit Afghanistan en Syrië
3. Spanjaarden en Italianen                           4. Surinamers

Welke van de bovenstaande groepen had vooral een economische reden om naar Nederland te komen?
Sleep het juiste gele vakje naar het groene vlak.
1
1 en 3
1 en 4
1, 3 en 4
Geen enkele groep had vooral een economische reden
Alle groepen hadden vooral een economische reden

Slide 19 - Sleepvraag


Wanneer ben je in Nederland een vluchteling?
A
Als je asiel aanvraagt in Nederland
B
Als je bewezen hebt in je eigen land niet veilig te zijn
C
Als je de Nederlandse taal beheerst en werk zoekt
D
Als je in een opvangcentrum zit

Slide 20 - Quizvraag

Op welke manier probeerde de Nederlandse overheid ervoor te zorgen dat minder asielzoekers in Nederland werden toegelaten?
A
Immigranten mogen alleen blijven als er werk voor ze is
B
Moslims worden niet meer toegelaten
C
Immigranten moeten cursussen volgen en de taal leren
D
De grenzen zijn dicht: er mag niemand meer in

Slide 21 - Quizvraag

Twee stellingen:
1. De rol en de indeling van het gezin is in Nederland in de afgelopen 60 jaar veranderd
2. Individualisering vindt alleen plaats bij mensen die niet naar de kerk gaan
A
Alleen stelling 1. is juist
B
Alleen stelling 2. is juist
C
Stelling 1. en 2. zijn beide juist
D
Stelling 1. en 2. zijn beide niet juist

Slide 22 - Quizvraag


Welke zin is waar?
A
Tegenwoordig leven bijna alle gezinnen met een vaste taakverdeling: mannen werken en vrouwen doen het huishouden.
B
Individualisering heeft invloed gehad op hoe gezinnen er tegenwoordig uit zien
C
Er waren veel gezinnen met twee ouders van hetzelfde geslacht in de jaren '50
D
Door individualisering kiezen tegenwoordig steeds meer mensen ervoor om een gezin te stichten

Slide 23 - Quizvraag