Lezen H6, HV1

Welkom!
Pak je boek en je schrift.

Programma:
- Herhalen theorie H6
- Bespreken huiswerk
- Aan de slag

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je boek en je schrift.

Programma:
- Herhalen theorie H6
- Bespreken huiswerk
- Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt uitleggen waarom er een afbeelding bij de tekst staat.

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen
Welke tekstdoelen kennen we nu?

Noem per tekstdoel één voorbeeld van een soort tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

H6 Lezen: Tekst en beeld
Het doel van illustraties bij een tekst kan zijn:
1) tekst verfraaiien (illustratie past bij de tekst)
2) aandacht trekken (opvallende illustratie)
3) informatie verduidelijken (overzichtelijke weergave van al gegeven info in de tekst)
4) informatie aanvullen (extra informatie geven)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van de afbeelding?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het doel 
van de afbeelding?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het doel
van de afbeelding?

Slide 7 - Tekstslide

Voordat we verdergaan...
Een korte herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden! 

Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Een tekst bestaat uit verschillende alinea's. Die vormen samen weer een geheel, ze staan dus niet zomaar bij elkaar. Dat alles bij elkaar hoort, wordt gevormd door verbanden. Deze verbanden breien de alinea's aan elkaar. Hiervoor heb je verbindingswoorden nodig: ook wel signaalwoorden genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten verbanden
Er zijn verschillende soorten tekstverbanden:

- chronologisch
- opsommend
- tegenstellend
- toelichtend

Slide 10 - Tekstslide

Chronologisch
= volgorde van tijd

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden:

voordat, nadat, eerst,
daarna, vroeger, toen, later etc.

Slide 12 - Tekstslide

chronologisch - voorbeeld
Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops: eerst in Rotterdam, dan in Antwerpen en vervolgens in Brussel.

Slide 13 - Tekstslide

chronologisch - voorbeeld
Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops: eerst in Rotterdam, dan in Antwerpen en vervolgens in Brussel.

Slide 14 - Tekstslide

Opsommend

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoorden:


ook, verder, bovendien, en, maar ook, ten eerste, als laatste etc.

Slide 16 - Tekstslide

opsomming- voorbeeld
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk een spannend boek te lezen.

Slide 17 - Tekstslide

opsomming- voorbeeld
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk een spannend boek te lezen.

Slide 18 - Tekstslide

TIP: Je kan er "punten" van maken


In haar vrije tijd doet zij:

- sport

- televisiekijken

- boeken lezen

Slide 19 - Tekstslide

Tegenstellend

Slide 20 - Tekstslide

Signaalwoorden:

maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds-anderzijds etc.

Slide 21 - Tekstslide

tegenstelling - voorbeeld

Op internet zijn veel bedriegers actief. Maar de politie doet er veel te weinig aan om ze op te sporen.

Slide 22 - Tekstslide

tegenstelling - voorbeeld

Op internet zijn veel bedriegers actief. Maar de politie doet er veel te weinig aan om ze op te sporen.

Slide 23 - Tekstslide

Toelichtend

Slide 24 - Tekstslide

Signaalwoorden:

bijvoorbeeld, zo, als, denk aan, neem nou

Slide 25 - Tekstslide

toelichtend - voorbeeld
Adriana kookt graag buitenlandse gerechten, zoals couscous

Slide 26 - Tekstslide

toelichtend - voorbeeld
Adriana kookt graag buitenlandse gerechten, zoals couscous

Slide 27 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 H6 Lezen.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 4 van Lezen H6 (blz 166). 

Slide 29 - Tekstslide