Unit 2 Lesson 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Planning

- This week: Unit 2, Lesson 3

But first: Recap of Unit 2 Lesson 2

English this week

Goals this week:

- Understanding the 'past simple' and 'present perfect' and how to use them

- Knowing words about emergencies

- Calming someone down  

- Exchanging information  

- Describing what happened and a location

Goals this class

- Knowing wors about 'media'

- Understanding the 'past simple' and 'present perfect' and how to use them (recap last week)

- Knowing words and sentences about 'emergencies' 

Vertaal naar het Nederlands:
approach

Vertaal naar het Nederlands:
to broadcast

Vertaal naar het Nederlands:
poverty

Vertaal naar het Engels:
aankondiging

Vertaal naar het Engels:
ontvangen

Vertaal naar het Engels:
verminderen / beperken

Ik ken de woordjes van Unit 2.2 'Media'

😒🙁😐🙂😃

Past simple

- Iets is afgerond in het verleden

- tijdsbepaling in de zin: yesterday, a minute ago, last year, etc.

+) 2e rijtje / ww+ed

=>  He saw that movie 

-) didn't + hele ww

 => He didn't see that movie.

?) Did ... hele ww ...?

Did he see that movie?

Present perfect

- Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang of het resultaat is nog merkbaar

- fynejas in de zin => for, yet, ever, never, just, already, since

+) has/have  +  3e rijtje /ww+ed

=> He has seen that movie twice already

 -)  hasn't /haven't  + 3e rijtje /ww+ed

=> He hasn't seen that movie since 1988.

?) Has / Have ... 3e rijtje /ww+ed ... ?

=> Has he seen that movie twice already?

REGEL
Past simple

1. Iets wat is afgerond
2. Iets wat in het verleden begon en nog aan de gang is
3. Iets wat nog moet gebeuren
4. Iets wat gebeurt op dit moment

VORM
Past simple

1. had + voltooid deelwoord
2. Have/has + voltooid deelwoord
3. ww + ed OF 2e rij oww
4. ww + ing

REGEL
Present Perfect

1. Iets wat is afgerond
2. Iets wat in het verleden begon en nog aan de gang is
3. Iets wat nog moet gebeuren
4. Iets wat gebeurt op dit moment

VORM
Present Perfect

1. had + voltooid deelwoord
2. Have/has + voltooid deelwoord
3. ww + ed OF 2e rij oww
4. ww + ing

Past simple vs Present perfect
He ... (come / just) home

1. PAST SIMPLE just came
2. PRESENT PERFECT has just come

Past simple vs Present perfect
We ... (sing) that song yesterday.

1. PAST SIMPLE sang
2. PRESENT PERFECT have sung

Past simple vs Present perfect
I ... (be) in London last night.

1. was
2. have been

Past simple vs Present perfect
Oh no! I ... (loose) my wallet.

1. lost
2. have lost

Past simple vs Present perfect
I ... (already - read) six books this week.

1. already read
2. have already read

Ik begrijp de past simple en present perfect en kan deze gebruiken

😒🙁😐🙂😃

Now it's your turn!

Read the word and expressions (zinnen) about Emergency (Unit 2, Lesson 3, p. 111-112-113)

Vragen?

Ready? Do the weektask:

Unit 2, Lesson 3: maak opdr. 1 t/m 10 (blz 72 t/m 80)

en leer words & expressions (p. 111-113) + irr. verbs p. 191