Mega LessonUp tijdens PO

Politiek 
We hebben het afgelopen tijd veel over politiek gehad. 

In deze LessonUp herhaal je alle stof. 

Je moet de LessonUp afgerond hebben om een cijfer voor je PO te krijgen 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&MMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Politiek 
We hebben het afgelopen tijd veel over politiek gehad. 

In deze LessonUp herhaal je alle stof. 

Je moet de LessonUp afgerond hebben om een cijfer voor je PO te krijgen 

Slide 1 - Tekstslide

Niet in alle landen op de wereld is een democratie. De volgende vragen gaan over het verschil tussen een democratie en een dictatuur. 

Slide 2 - Tekstslide

Nederland is een democratie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Hoort de zin bij democratie of dictatuur?
"Je mag ten alle tijden je mening uiten"
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 4 - Quizvraag

Hoort de zin bij democratie of dictatuur?
" Je mag stemmen op een zelfgekozen partij "
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 5 - Quizvraag

Hoort de zin bij democratie of dictatuur?
"Kritiek op de overheid geven mag niet"
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 6 - Quizvraag

Bedenk wat er gebeurt wanneer je in een dictatuur kritiek hebt op de overheid.

Slide 7 - Open vraag

Geef je mening
Ik vind het belangrijk dat ik in een democratie leef

Ik ben het [eens/oneens/geen mening], omdat ...........................

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Door wie is de president van Myanmar afgezet?
A
Het leger
B
Het volk
C
Andere politici

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit waarom Facebook en Instagram geblokkeerd zijn door het leger.

Slide 11 - Open vraag

In Nederland zijn er verkiezingen voor de politiek.

Bedenk waarom het fijn is dat je in Nederland kunt stemmen op een zelfgekozen partij.

Slide 12 - Open vraag

Politieke partijen 
In Nederland zijn meerdere politieke partijen. 
Je kunt deze in verschillende stromingen onderverdelen. 
De volgende vragen gaan over de verschillende politieke stromingen. 
Gebruik eventueel je boek (hfd. 7) 




Slide 13 - Tekstslide

Welke omschrijving past bij politici?
A
mensen die bij de gemeente werken
B
mensen die bij de overheid werken
C
mensen die van de politiek hun beroep hebben gemaakt

Slide 14 - Quizvraag

voorbeeld van een ambtenaar
A
vrachtwagenchauffeur
B
medewerker gemeente
C
directeur van een bedrijf
D
mijn vrienden

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Waar hoort deze politieke partij het meeste bij?
A
Links (overheid moet mensen met minder geld helpen)
B
Rechts (overheid moet zo min mogelijk regelen)
C
Midden (Mensen moeten meer voor elkaar zorgen)

Slide 17 - Quizvraag

Waar hoort deze politieke partij het meeste bij?
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 18 - Quizvraag

De overheid moet meer geld uitgeven aan openbaar vervoer dan aan wegen.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 19 - Quizvraag

Mensen kunnen zichzelf prima redden.

A
Rechts
B
Links
C
Midden

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke partij hoort deze man?
A
GroenLinks
B
PVV
C
VVD
D
SP

Slide 21 - Quizvraag

Waar staat de C in de afkorting CDA voor?

Slide 22 - Open vraag

Elke partij heeft een lijsttrekker (=nummer één op de kieslijst). Wie is de lijsttrekker van D'66?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Wij praten thuis over de verkiezingen
A
Vaak
B
Soms
C
Nooit

Slide 24 - Quizvraag

Geef antwoord op de stelling.
Als ik 18+ ben ga ik zeker stemmen

--> Ja/nee/misschien, omdat [uitleg]

Slide 25 - Open vraag

Verkiezingen 
Over twee weken vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. 
Maar politiek vindt niet alleen plaats op landelijk niveau. 

De volgende vragen gaan over de verschillende politieke niveaus. 

Slide 26 - Tekstslide

Rusland heeft veel olie in de grond. Duitsland is een grote afnemer van die olie. Hoe kunnen we de handel in olie eerlijker verdelen?
Wie gaat hierover?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 27 - Quizvraag

De wolven op de Veluwe zorgen voor veel toeristen die een wolf willen spotten. Hoe beschermen we de wolf in dat gebied?
Wie gaat hierover?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 28 - Quizvraag

De uitstoot van CO2 moet minder! Zullen we auto's nog maar 100km laten rijden ipv 120 km?
Wie gaat hierover?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 29 - Quizvraag

Er is oorlog in Syrie. Vluchtelingen komen naar het Westen. In welke landen plaatsen we de vluchtelingen?
Wie gaat hierover?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 30 - Quizvraag

Arnhem Zuid heeft veel ouderen. Moeten we een bejaardencentrum bouwen?
Wie gaat hierover?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 31 - Quizvraag

Bij welk niveau hoort deze afbeelding?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 32 - Quizvraag

Bij welk niveau hoort deze afbeelding?
A
Europees niveau
B
Landelijk niveau
C
Provincie niveau
D
Gemeente niveau

Slide 33 - Quizvraag

Gebruik het internet!
Hoe wordt de werkplek van de minister president in Nederland genoemd?

Slide 34 - Open vraag

Plak hier een afbeelding van de werkplek van de minister president van Nederland

Slide 35 - Open vraag