2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Je kunt vier stofeigenschappen noemen.
Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren. Je kunt de toepassing van alcohol als oplosmiddel uitleggen. (PLUS)
.

Bladzijde 51
Vanaf bladzijde 54
opdracht 1 tot en met 10
Vanaf bladzijde 54
opdracht 1 tot en met 10
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je kunt vier stofeigenschappen noemen.
Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren. Je kunt de toepassing van alcohol als oplosmiddel uitleggen. (PLUS)
.

Bladzijde 51
Vanaf bladzijde 54
opdracht 1 tot en met 10
Vanaf bladzijde 54
opdracht 1 tot en met 10

Slide 1 - Tekstslide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Mengsels
De meeste stoffen die je tegenkomt zijn
mengsels. 
Zie hiernaast: zoetstoffen, smaakstoffen,
geurstoffen, conserveermiddelen, etc. 

Wat zijn conserveermiddelen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stoffen
Aan zuivere stoffen is niks toegevoegd. 
Je gebruikt ze vaak zelf als ingrediënt.
Voorbeelden:

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen
Mengsel vs zuivere stof

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen
Een mengsel bestaande uit twee (of meer) stoffen. De opgeloste stof is volledig vermengd met het het vloeibare oplosmiddel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen
Als een stof oplost in water noem je dat een oplossing.
  • is helder
  • kan een kleur hebben
  • bestaat uit oplosmiddel
  • en opgeloste stof

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suspensie
Als een stof niet oplost in water noem je dat een suspensie.
  • is troebel
  • is wit of gekleurd
  • bestaat uit vloeistof
  • en vaste stof

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Oplossingen zijn altijd helder.
  • Water is helder en kleurloos, ook als je er suiker of zout in hebt opgelost. 
  • Een oplossing kan wel een kleur hebben. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suspensie

Als een mengsel troebel (ondoorzichtig) is, kan het dus geen oplossing zijn.

Suspensie: dat is een vloeistof waarin een fijn verdeeld poeder zweeft.
Verf ontmengt. Het poeder zakt na verloop van tijd naar de bodem van het blik. Daarom moet je verf roeren voor gebruik. Staat op een verpakking ‘schudden voor gebruik’ of ‘roeren voor gebruik’, dan bevat deze waarschijnlijk een suspensie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mengsels extraheren en filtreren
Als je heet water bij gemalen koffie doet, lossen de geur-, kleur- en smaakstoffen uit de koffie op in het water.
Dit noem je extraheren (letterlijk: eruit trekken).
De koffie komt dus in de koffiekan terecht, 
terwijl het koffiedik in het filter achterblijft. 
Dit noem je filtreren. De koffie in de kan is het 
filtraat en het koffiedik is het residu.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extraheren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PLUS - Alcohol als oplosmiddel
Sommige stoffen, zoals vetten en oliën, lossen niet op in water. Voor deze stoffen heb je een ander oplosmiddel nodig, bijvoorbeeld alcohol of wasbenzine.

Sommige stiften hebben inkt ‘op alcoholbasis’. Als je met zo’n stift schrijft of tekent, verdampt de alcohol en blijven de kleurstoffen achter. Je kunt de alcohol dan goed ruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies