A5-12.4-Glucoseconcentratie

Glucose in je bloed
Hfst. 12: Hormonen
§4 Regeling glucoseconcentratie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Glucose in je bloed
Hfst. 12: Hormonen
§4 Regeling glucoseconcentratie

Slide 1 - Tekstslide

Al besproken
- hormonen
- negatieve terugkoppeling
- glycogenese en gluconeogenese (11.2)

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
- regeling bloedsuikerspiegel door:
> hormonen
> lever
> spieren

Slide 3 - Tekstslide

Glucose
Glucose = 
de energiebron van alle cellen

Teveel glucose (na maaltijd) > opslag in glycogeen (door lever en spieren)
=> glycogenese

Te weinig glucose > afbraak glycogeen

Slide 4 - Tekstslide

Welke stof zet glucose om in glycogeen?

A
Suiker
B
Insuline
C
glucagon
D
Glycogeen

Slide 5 - Quizvraag

Je bent aan het sporten. Wat gebeurt er met het glycogeen- en het glucosegehalte in je lichaam?
A
glycogeen daalt glucose stijgt
B
glycogeen stijgt glucose stijgt
C
glycogeen daalt glucose daalt
D
glycogeen stijgt glucose daalt

Slide 6 - Quizvraag

Adrenaline zet glycogeen om in glucose. Welk ander hormoon ken je die dit ook doet?
A
cortisol
B
insuline
C
glycogeen
D
glucagon

Slide 7 - Quizvraag

Eilandjes van Langerhans
Alpha cellen
maken glucagon

Beta cellen
maken insuline

Slide 8 - Tekstslide

Glucagon
Alvleesklier regelt suikerspiegel door hormonen glucagon en insuline.
Organen reageren op deze hormonen.

Glucagon zorgt voor afbraak glycogeen door lever en spieren.
Daarnaast afbraak vetten.

Slide 9 - Tekstslide

Insuline
Insuline zorgt voor opname glucose door lichaamscellen. Lever en spiercellen vormen glycogeen.

Vetcellen nemen meer vetten op.

Glucosewaarde daalt > lagere productie insuline.

Slide 10 - Tekstslide

Bron 14, blz 141

Slide 11 - Tekstslide

Effect van binden insuline aan zijn receptor
1. Binding insuline
2. Cascade van reacties
3. Blaasjes met glucosepoortjes gaan naar het celmembraan en fuseren ermee
4. Glucose stroomt de cel in

Slide 12 - Tekstslide

Kijk goed!
Wie heeft diabetes?
Michel of Monique?
A
Michel
B
Monique

Slide 13 - Quizvraag

Wie krijgen diabetes type 1 meestal
A
Ouderen
B
Jongeren (tot 30 jaar)
C
Kleuters
D
Kinderen

Slide 14 - Quizvraag

.... komt veel voor bij mensen met overgewicht die weinig bewegen
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2

Slide 15 - Quizvraag

Diabetes
Diabetes type 1: geen vorming insuline > geen daling bloedsuiker
De beta cellen worden aangevallen door de eigen afweer

Diabetes type 2: receptoren minder gevoelig voor insuline, de cascade komt niet op gang

Slide 16 - Tekstslide