El Gerundio PA HS 4 Bron I

Bienvenidos
Op tafel:
boeken en laptop

¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
Op tafel:
boeken en laptop

¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Tekstslide

El programa de hoy
DE AVENTURA EN PERÚ
Capítulo 4
  • 20 min - El gerundio Bron I. TB p. 43
  • 15 min - zelfstandig oefenen
  •  Frases clave Bron E / TB p. 40

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Aan het begin van de les kunnen jullie uitleggen wanneer de gerundio wordt gebruikt.
- Aan het begin van de les kunnen jullie de Gerundio zelf maken.

Aan het eind van de les: 
- Kun je de zinnen van frases clave E gebruiken en oefen je deze mondeling. 

Slide 3 - Tekstslide

De gerundio
  • Wat is de gerundio?
  • Hoe maak je de gerundio?
  • Uitzonderingen op de regel🙄.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de gerundio?
  • Je wilt zeggen dat iets aan de gang is of
  • dat je ergens mee bezig bent. 

Nederlands: Michiel is aan het bellen.
Engels: John is talking on the phone. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je de gerundio?
Necesitas dos verbos:
(koppelwerkwoord) estar + gerundio
                        [Engels: to be + ww -ing] 

             HABLAR                     COMER                           ESCRIBIR_______
       stam+ANDO              stam+IENDO                    stam+IENDO
Él está hablando.          Él está comiendo.          Él está escribiendo.

Slide 6 - Tekstslide

Gerundio

Slide 7 - Tekstslide

Net even anders...
Bij ww met een klinkerwisseling:
  • dormir [slapen]-  durmiendo
  • pedir [vragen] -  pidiendo
  • reír [lachen] -  riendo
Maar ook: 
  • ir [gaan] -  yendo
  • leer [lezen] -  leyendo

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de gerundio?
A
dat iets nu aan de gang is
B
dat iemand nu ergens mee bezig is
C
wanneer je iets in de toekomst wil doen
D
wanneer je iets gaat doen maar je weet nog niet wanneer

Slide 9 - Quizvraag

Welk koppelwerkwoord gebruik je naast de gerundio om te zeggen dat iets nu aan de gang is?
A
ser
B
tener
C
haber
D
estar

Slide 10 - Quizvraag

Gerundio-vormen kunnen eindigen op...
A
-ando & -iendo
B
-endo & -iando
C
-iendo & -ondo
D
-ando & -indo

Slide 11 - Quizvraag

de GERUNDIO maak je door...
A
ir + a + hele ww
B
haber + stam ww + ado/ido
C
estar + stam ww + ando/iendo

Slide 12 - Quizvraag

El gerundio:
¿Qué están haciendo?
A
están comendo
B
son comiendo
C
están comiendo
D
están comen

Slide 13 - Quizvraag

De "gerundio" van JUGAR is:
A
juegando
B
jugado
C
jugando
D
jugarse

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de gerundio van 'hablar'?
A
hablando
B
hablendo
C
hablado
D
habliendo

Slide 15 - Quizvraag

ESTAR + GERUNDIO

Mis padres _______________
A
están dormiendo
B
está durmiendo
C
están durmiendo
D
estan dormiendo

Slide 16 - Quizvraag

Wat vind jij nog lastig aan dit onderwerp?

Slide 17 - Open vraag

Hoe goed begrijp jij el gerundio nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Zelfstandig oefenen:
HS 4
Bron I 
WB blz. 30- 32 
Oef. 29 + 30 
& JUEGO spreekvaardigheid oef. 31 blz. 33

Slide 19 - Tekstslide

10m - Frases
HS 4, Frases Clave E (TB p.40)

HACER: 
1. Lees de Frases Clave hardop aan elkaar voor.
2. Oefen in tweetallen met oef. 18 WB p. 20


Klaar? 
Trabaja en los deberes y repite los vocabularios 4.1 y 4.2 WB p. 42

Slide 20 - Tekstslide

Deberes
Estudiar:
• Vocab 4.1, 4.2
• Bron E 
• Herhalen grammatica ‘Gerundio’








Slide 21 - Tekstslide

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 22 - Tekstslide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 23 - Open vraag

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 24 - Open vraag