Les 2A - Europa wordt Christelijk

§5.2 Europa wordt christelijk
Verspreiding van het christendom
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§5.2 Europa wordt christelijk
Verspreiding van het christendom

Slide 1 - Tekstslide

  1. Wat Weet Ik Nog (WWIN) quiz
     
  2. Werkblad verspreiding christendom
     
  • op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
  • hoe heel Europa christelijk werd
  • Waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet het tijdvak dat hoort bij H5?

Slide 3 - Open vraag

De tijd van monniken en ridders was van... tot ....
A
100 v.C.-500 (n.C.)
B
1000-1500
C
500-1000
D
1500-1600

Slide 4 - Quizvraag

Wie was de koning van een groot Frankisch rijk in 800?
A
Karel de Kale
B
Pepijn de Korte
C
Pepijn de Grote
D
Karel de Grote

Slide 5 - Quizvraag

Karel de Grote was de.....
A
leenheer
B
leenman
C
vazal
D
feodaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan edelen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de volgorde van het leenstelsel?
A
Achterleenman, leenman, leenheer
B
Leenman, leenheer, achterleenman
C
Leenheer, leenman, achterleenman
D
Leenheer, achterleenman, leenman

Slide 8 - Quizvraag

Wat was GEEN nadeel van het leenstelsel?
A
leenmannen mochten niet vechten in het leger
B
de koning was afhankelijk van de hulp van leenmannen
C
lenen werden als familiebezit gezien
D
achterleenmannen waren minder trouw

Slide 9 - Quizvraag

Door wiens invallen waren de 9e en 10e eeuw een onveilige tijd?
A
Roversbenden
B
Vikiningen
C
Germanen
D
Leenmannen

Slide 10 - Quizvraag

Als oplossing voor deze onveiligheid huurde edelen ridders in. Wie kon een ridder worden vanaf de 11e eeuw?
A
Edelen
B
Geestelijken
C
Boeren
D
Edelen en boeren

Slide 11 - Quizvraag

Wat was de taak van de ridder?
A
Een stuk land besturen voor de leenheer.
B
Mensen in zijn gebied beschermen.
C
Meevechten in een oorlog.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN onderdeel van de riddercode?
A
Gezondheid
B
Vrijgevigheid
C
Trouw
D
Eer

Slide 13 - Quizvraag

Mission: possible
Je gaat zo zelfstandig werken aan het werkblad. De eerste 5 minuten is het stil en mag je niet overleggen. De timer word gereset als iemand dit wel doet.
  1. Lees paragraaf 5.2, onderstreep de belangrijke onderdelen
  2. Maak de vragen op het werkblad
  3. Klaar? Controleer antwoorden met antwoordblad
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide