BBL Procesrecht - les 1

Procesrecht
Les 1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Privacy- en procesrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Procesrecht
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding procesrecht
Er zijn verschillende soorten rechtszaken waarbij er verschillende verhoudingen zijn tussen de betrokken partijen.

Slide 2 - Tekstslide

Benoem de soorten rechtszaken en leg uit welke verhoudingen er zijn.  (overheid-burger of burger-burger)
Inleiding procesrecht
Het is aan de rechter om een beslissing te nemen als er een conflict is ontstaan. Dit kan een conflict zijn tussen de overheid en burgers, of tussen burgers onderling. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie partijen zijn betrokken bij een rechtszaak in het strafrecht?
A
Rechter, overheid en natuurlijke persoon
B
Rechter, overheid en overheid
C
Rechter, natuurlijke persoon en rechtspersoon
D
Rechter, twee natuurlijke personen

Slide 4 - Quizvraag

De rechter beslist over de strafrechtszaak;
De overheid staat tegenover de verdachte (natuurlijk persoon). 
Kan een rechtspersoon betrokken zijn bij een rechtszaak in het burgerlijk recht?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Laat de studenten antwoord geven op de vraag en vraag daarna aan de studenten waarom ze voor dat antwoord hebben gekozen. Herhaal de stof. 
Procesrecht
  • Strafprocesrecht: de officier van justitie geeft leiding aan het politieonderzoek.              Wetboek van Strafvordering
  • Burgerlijk procesrecht: beschrijft het verloop van het proces  tussen eiser en gedaagde.               Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
  • Bestuursprocesrecht: overheid tegen natuurlijke of rechtspersoon.           Algemene wet bestuursrecht

Slide 6 - Tekstslide

Benoem kort het verloop van het procesrecht per rechtsgebied. 
Uitgangspunten procesrecht
  1. De zitting is openbaar;
  2. De rechter is onpartijdig en onafhankelijk;
  3. Alle partijen worden gehoord (hoor en wederhoor);
  4. Partijen mogen zich door een advocaat laten bijstaan;
  5. De rechter motiveert zijn uitspraak. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openbare zitting
Iedereen heeft toegang tot de mondelinge behandeling (zitting) van de rechtszaak. Ook de uitspraak is openbaar.
Uitzondering: zaken over minderjarigen, zaken in het personen- en familierecht of medische zaken zijn niet openbaar i.v.m. privacy (art. 27 Rv). Ook zaken in het strafrecht met minderjarige verdachte(n) of zedendelicten zijn niet openbaar (art. 269 Sv)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onpartijdige en onafhankelijke rechter
De rechter weegt de belangen van beide partijen af. De rechter kijkt naar de feiten, de omstandigheden en de wet te kijken. Op basis daarvan neemt de rechter een beslissing. 

Weet jij waarom de rechter een toga draagt?

Slide 9 - Tekstslide

Toga: ze laten zo zien dat zij in functie zijn  en niet als privépersoon met privémeningen in de rechtbank zitten. 
Hoor en wederhoor
De rechter zorgt ervoor dat alle partijen hun zegje kunnen doen. De rechter geeft alle partijen hiervoor de gelegenheid.


Kan dit alleen mondeling op de zitting?

Slide 10 - Tekstslide

Nee, mag, afhankelijk van de procedure, ook schriftelijk. 
Advocaat
Verplichte procesvertegenwoordiging: je moet een advocaat inschakelen binnen het burgerlijk procesrecht (civiele kamer van de rechtbank)


Gemachtigde: je mag je laten vertegenwoordigen door een advocaat, maar dat moet niet. Je mag dit zelf kiezen. Dit geldt bij kantonzaken, binnen het strafrecht (kantonzaken) en binnen het bestuursrecht. Deze zaken mag je zelf starten, of je laat je bijstaan door een gemachtigde. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechter motiveert zijn uitspraak
De rechter moet uitleggen waarom hij deze beslissing heeft genomen. Dit zorgt ervoor dat de rechterlijke uitspraken van goede kwaliteit zijn. Op basis van een goed gemotiveerd vonnis kan de verliezende partij beter beslissen of het zinvol is om in beroep te gaan. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen uitgangspunt van het procesrecht?
A
De zitting is openbaar
B
Hoor en wederhoor
C
De rechter is partijdig en afhankelijk
D
De rechter motiveert zijn uitspraak

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat 'hoor en wederhoor' inhoudt

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit; waarom moet de rechter zijn uitspraak motiveren?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtshulpverleners
Rechtshulpverlener             iemand die juridisch hulp kan geven
  1. Advocaat;
  2. Deurwaarder;
  3. Incassobureau;
  4. Bewindvoerder;
  5. Notaris;
  6. Mediatior;
  7. Het Juridisch loket. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advocaat
  • Juridisch adviseur;
  • Adviseert en stelt indien nodig documenten op;
  • Vertegenwoordiger bij rechtszaak;
  • Master Rechtsgeleerdheid met civiel effect; 
  • Beroepsopleiding advocatuur;
  • Orde van Advocaten. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deurwaarder
Ambtenaar én ondernemer
  • Geeft als ondernemer advies, kan incasso's uitvoeren en treedt op als gemachtigde bij kantonrechtszaken;
  • Opleiding tot kandidaat gerechtsdeurwaarder;
  • Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.

Ambtelijke taken: 
  • Dagvaarding uitbrengen; 
  • Uitvoeren van uitspraken van de rechter (tenuitvoerlegging);
  • Conservatoir beslag leggen. 

Slide 18 - Tekstslide

Leg de verschillende ambtelijke taken uit. 

Incassobureau
Een incassobureau 'incasseert' openstaande rekeningen voor bedrijven. Het incassobureau belt de klanten die nog moeten betalen en probeert hen over te halen om de rekeningen te betalen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewindvoerder
Een bewindvoerder regelt alles met betrekking tot geldzaken voor personen die zijn/haar eigen geldzaken en administratie niet meer kunnen regelen. 
  • De rechter wijst aan wie de bewindvoerder is;
  • Bewindvoerder betaalt alle rekeningen en zorgt ervoor dat toeslagen worden aangevraagd.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notaris
  • Juridisch adviseur; 
  • Opstellen en bewaren van notariële akten;
  • Opleiding Rechtsgeleerdheid in notarieel recht;
  • Zesjarige stage als kandidaat-notaris;
  • Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediator
  • Een mediator bemiddelt;
  • Probeert conflicten op te lossen door samen een oplossing te bedenken;
  • Onafhankelijke bemiddelaar;
  • Rechtszaak wordt door mediation voorkomen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het juridisch loket
  • Voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen;
  • Geeft advies en informatie over juridische kwesties;
  • Bij ingewikkelde juridische kwesties verwijzen de medewerker de cliënt door naar bijvoorbeeld een advocaat of de gemeente. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar welke rechtshulpverlener ga je met een kleine juridische vraag?
A
Notaris
B
Mediator
C
Advocaat
D
Het Juridisch Loket

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie stelt notariële akten op?
A
Advocaat
B
Notaris
C
Gerechtsdeurwaarder
D
Mediator

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN ambtelijke taak van een gerechtsdeurwaarder?
A
Juridisch advies geven
B
Dagvaardingen uitbrengen
C
Tenuitvoerlegging van uitspraken
D
Conservatoir beslag leggen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie van de rechtspraak I
Rechterlijke colleges (18):
Rechtbank (11)
Gerechtshof (4)
Hoge Raad (1)
Bijzondere colleges; Centrale Raad van Beroep & College van Beroep voor het bedrijfsleven (2)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie van de rechtspraak II
Werkgebied (geografisch) van de rechtbank  -->    arrondissement

Onder welk arrondissement valt jouw woonplaats? Kijk mee op de volgende slide! 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Rechtbank     


Gerechtshof 


Hoge Raad 

Centrale Raad van Beroep  


College van Beroep voor het bedrijfsleven

Eerste aanleg 


Tweede aanleg (hoger beroep)


Cassatie (juridisch technische vragen)

Hoger beroep voor zaken over sociale zekerheid & studiefinanciering

Hoger beroep zaken over landbouwsubsidies, telecomtarieven en andere economische bestuursrechtelijke onderwerpen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel rechtbanken zijn er in Nederland?
A
4
B
18
C
11
D
12

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marijke woont in Almelo. Binnen welk arrondissement valt Almelo?
Kijk op blz. 112 van je boek.
A
Overijssel
B
Noord-Nederland
C
Gelderland
D
Midden-Nederland

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Griffie en griffier
Griffie:
  • Administratie van de rechtbank 
  • Verzorgt alle administratie en communicatie rondom een procedure 

Griffier:
Een griffier bereidt de zittingen voor, notuleert tijdens de zitting en helpt de rechter met het opstellen van de uitspraak.



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies