BS 3.4 Planten

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3 Ordening
3.4. Planten

Slide 2 - Tekstslide

Planning van deze les
- Tekeningen!
- BS 3.3 herhalen
- BS 3.4: planten
-Aan de slag!
- Lesafsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen BS 3.4
Na deze les kan je : 

kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 4 - Tekstslide

Tekeningen!
Lever je tekening(en) in a.u.b.!

Slide 5 - Tekstslide

Zijn mensen tweezijdig symmetrisch, veelzijdig symmetrisch of niet symmetrisch?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort skelet heeft een paard?
A
Inwendig
B
Uitwendig
C
Geen skelet

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor soort skelet heeft een naaktslak?
A
Inwendig
B
Uitwendig
C
Geen skelet

Slide 8 - Quizvraag

Indeling van het planten rijk

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken van planten
  • bladgroenkorrels
  • manier van voortplanten
  • de bouw van de plant

Slide 10 - Tekstslide

Vaatplanten
  • Ze gebruiken vaten voor het transporteren van stoffen
  • Ze hebben wortels, stengels en bladeren
  • Ze planten zich voort d.m.v zaden 
  • Op sporen enkelvoud spore

Slide 11 - Tekstslide

Voortplanting met zaden
  • Zaadplanten
  • Ze hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen
  • behoren tot de stam v.d. vaatplanen

Slide 12 - Tekstslide

Voortplanting met sporen
  • ze hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen
  •  Ze planten zich voort met sporen
  • sporendoosjes op de steel of sporenhoopjes onder het blad.
  • Varens en paardenstaarten zijn voorbeelden van sporenplanten

Slide 13 - Tekstslide

Wieren (algen)
  • groeien (grotendeels) in het water
  • groene aanslag op bomen en tegels
  • geen stengels en bladeren
  •  eencellige wieren planten zich voort d.m.v. deling (zie afbeelding). Uit 1 cel ontstaan 2 cellen.
  • meercellige wieren planten zich voort d.m.v. sporen

Slide 14 - Tekstslide

Voortplanting door zaden
Voortplanting door sporen

Kastanjeboom
Dennenboom
Adelaarsvaren
Paardenstaarten
Boterbloem
Appelboom

Slide 15 - Sleepvraag

wieren

- geen wortels
- geen stengels
- geen bladeren
- geen bloemen
vaatplanten

- stengels
- wortels
- bladeren 
- soms bloemen


mossen en varens
- geen wortels 
- stengels
- soms bladeren
- geen bloemen

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!

Is alles duidelijk? Heb je nog vragen? Dan stellen!
Geen vragen? Mag je starten met het maken van de online opdrachten in je online boek van BS 3.4.
Ben je klaar? Dan kun je verder werken voor de PO

Slide 17 - Tekstslide

Lesafsluiting
Wat heb je geleerd?
Maak in de volgende sheets de lesafsluiting van BS 3.4.
Succes!

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen zaadplanten en sporenplanten?
A
Het hebben van bladgroenkorrels
B
de manier van voortplanten
C
Waar ze leven
D
Hoe ze gebouwd zijn

Slide 19 - Quizvraag

Hoe planten eencellige wieren zicht voort?
A
zaden
B
sporen
C
deling

Slide 20 - Quizvraag

n)
  • groeien (grotendeels) in het water
  • groene aanslag op bomen en tegels
  • geen stengels en bladeren
  •  eencellige wieren planten zich voort d.m.v. deling (zie afbeelding). Uit 1 cel ontstaan 2 cellen.
  • meercellige wieren planten zich voort d.m.v. sporen

Slide 21 - Tekstslide

Welke planten hebben bloemen?
A
Wieren
B
varens
C
paardenstaarten
D
zaadplanten

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vinden jullie het om op deze manier te werken? Hebben jullie tips/tops?

Slide 23 - Woordweb

Dit was de les weer!
Bedankt toppers!
Zorg ervoor dat de volgende les deze BS 3.4 helemaal af is als het nog niet af was.


Slide 24 - Tekstslide