Formativer Test Artikel

Formatieve toets lidwoorden
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets lidwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke lidwoorden heb je in het Duits?

Slide 3 - Open vraag

der, die, das
Wat weet je er nog van?

Slide 4 - Woordweb

Grammatik wiederholen
afkorting
bepaald lidwoord
de/het = der, die,das
 mannelijk
 vrouwelijk
 onzijdig
 meervoud

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
Bepaald lidwoord (der, die, das)

__________ Opa (m)
__________ Oma (v)
__________ Auto (o)
__________ Kinder (mv)



Slide 7 - Tekstslide

Fragen?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

mannelijk [m]
onzijdig [o]
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die

Slide 10 - Sleepvraag

voor mannelijke (m) woorden gebruik je
voor vrouwelijke (v) woorden gebruik je
voor onzijdige (o) woorden gebruik je
voor meervoud (mv) gebruik je
das
der
die
die

Slide 11 - Sleepvraag

der
die
das
der
die
das

Slide 12 - Sleepvraag

der, die of das?

10 Fragen

 10 Sekunden Zeit

Slide 13 - Tekstslide

der, die oder das?

Lehrer (m)
A
die
B
der
C
das

Slide 14 - Quizvraag

der, die oder das?

Kuh (v)
A
die
B
der
C
das

Slide 15 - Quizvraag

der, die oder das?

Bruder (m)
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

der, die oder das?

Preise (mv)
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

Der, die oder das?

Geld (o)
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

der, die oder das?

Frau (v)
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

der, die oder das?

Mann (m)
A
die
B
der
C
das

Slide 20 - Quizvraag

der, die oder das?

Hengst (m)
A
die
B
der
C
das

Slide 21 - Quizvraag

der, die oder das?

Eltern (mv)
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

der, die oder das?

Katze (v)
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quizvraag

Ik kan het geslacht van zelfstandige naamwoorden bepalen (der, die, das)!
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 24 - Poll

Grammatica lidwoorden
 de / het
 der / die / das
 een 
 ein    / eine
 geen 
 kein / keine
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord

Slide 25 - Tekstslide

Grammatik wiederholen
afkorting
bepaald lidwoord
de/het = der, die,das
onbepaald lidwoord
een    = ein /eine
geen = kein / keine
 mannelijk
 vrouwelijk
 onzijdig
 meervoud

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeelden
Onbepaald lidwoord (ein /eine      kein/ keine)
een    _________     Jacke (v).
een    _________    Meerschweinchen (o)
een   __________   Ring (m)
geen  _________     Uhr (v)
geen  _________    MΓΆbel (mv)
geen  _________    Bett (o)


Slide 27 - Tekstslide

Nog Fragen?

Slide 28 - Tekstslide

Blitzrunde
8 Fragen

Slide 29 - Tekstslide

ein of eine ?
Kasse (v)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 30 - Tekstslide

eine Kasse (v)

Slide 31 - Tekstslide

kein of keine ?
Schuhe (mv)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 32 - Tekstslide

keine Schuhe (mv)

Slide 33 - Tekstslide

ein of eine ?
Elefant (m)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 34 - Tekstslide

ein  Elefant (m)

Slide 35 - Tekstslide

kein of keine ?
Kaninchen (o)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 36 - Tekstslide

kein Kaninchen (o)

Slide 37 - Tekstslide

kein of keine ?
Augen (mv)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 38 - Tekstslide

keine Augen (mv)

Slide 39 - Tekstslide

ein of eine ?
Kette (v)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 40 - Tekstslide

eine Kette (v)

Slide 41 - Tekstslide

kein of keine ?
Spiegel (m)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 42 - Tekstslide

kein Spiegel (m)

Slide 43 - Tekstslide

ein of eine ?
Bett (o)
timer
0:05
B1j
B1k
B1l
B1m

Slide 44 - Tekstslide

ein Bett (o)

Slide 45 - Tekstslide

Ik kan het geslacht van zelfstandige naamwoorden bepalen (ein/eine /kein/keine)
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 46 - Poll