Deutsch 3Aa les 2 Woche 8

Deutsch
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deutsch

Slide 1 - Tekstslide

Programm
Anwesenheit
Lernziel
Prüfung
Lernbox
haben/sein/werden
Voltooid deelwoord
Tijdsbepalingen
Lernziel kontrollieren

Slide 2 - Tekstslide

Lernziel
Aan het einde van de les ben je klaar voor de toets

Slide 3 - Tekstslide

Prüfung
10. November. Toets bestaat uit:
-Voltooid tegenwoordige tijd (Seite 13
-Verleden tijd van haben / sein / werden (Seite 21)
-Telwoorden en kloktijden (Seite 34)
-Tijdsbepalingen met im, am, um, von...bis (Seite 42)
-Lernbox Lektion 1 t/m 6 (Seite 50-53)
-Redemittel (Seite 53)

Slide 4 - Tekstslide

Lernbox
15 Wörter

Slide 5 - Tekstslide

1.in der Nähe

Slide 6 - Tekstslide

2.hügelig

Slide 7 - Tekstslide

3.zwischen

Slide 8 - Tekstslide

4.kaum

Slide 9 - Tekstslide

5.außerdem

Slide 10 - Tekstslide

6.schützen vor

Slide 11 - Tekstslide

7.die Ausnahme

Slide 12 - Tekstslide

8.schlimm

Slide 13 - Tekstslide

9. der Streit

Slide 14 - Tekstslide

10.üblich

Slide 15 - Tekstslide

11.der Vorschlag

Slide 16 - Tekstslide

12.een zin vertalen

Slide 17 - Tekstslide

13.bijles krijgen

Slide 18 - Tekstslide

14. de oefening uitleggen

Slide 19 - Tekstslide

15.de zonnebrillen

Slide 20 - Tekstslide

Antworten
1.in de buurt
2.heuvelachtig
3.tussen
4.nauwelijks
5.bovendien
6.beschermen tegen
7.de uitzondering
8.erg

Slide 21 - Tekstslide

Antworten
9.de ruzie
10. gebruikelijk / gewoon
11. het voorstel
12.einen Satz übersetzen
13.Nachhilfe bekommen
14.die Übung erklären
15.die Sonnenbrillen

Slide 22 - Tekstslide

haben/sein/werden
Schrijf de verleden tijd op

Slide 23 - Tekstslide

Üben
1. Ihr ... (werden) gestern plötzlich krank.
2.Wir ... (haben) richtig glück.
3. Gestern ... (sein) ich im Kino.

Slide 24 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Schrijf op:
-Basisregel
-Stam eindigt op d/t
-Stam eindigt op -ieren

Slide 25 - Tekstslide

Üben
1.Letzen Sommer bin ich in Italien ... (sein).
2.Er hat sehr gut ... (essen).
3.Ich habe sehr viel ... (träumen).

Slide 26 - Tekstslide

Kloktijden
Nenne 4

Slide 27 - Tekstslide

Zahlen
Nenne 3

Slide 28 - Tekstslide

Redemittel
4 Sätze

Slide 29 - Tekstslide

Lernen
-Online
-Boek

Slide 30 - Tekstslide

Lernziel kontrollieren
Aan het einde van de les ben je klaar voor de toets

Slide 31 - Tekstslide