periodiek systeem

Opbouw atomen beredeneren

Periodiek systeem
Binas tabel 99
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opbouw atomen beredeneren

Periodiek systeem
Binas tabel 99

Slide 1 - Tekstslide

Welk atoom bestaat uit 8 protonen, 8 neutronen en 8 elektronen?
A
Koolstof
B
Zuurstof
C
Stikstof
D
Fluor

Slide 2 - Quizvraag

Wat bepaald de massa van een atoom?
A
De protonen
B
De protonen, neutronen en elektronen
C
De neutronen
D
De protonen en neutronen

Slide 3 - Quizvraag

Ionen

Slide 4 - Tekstslide

Ion (binding)
  • Zouten (metaal + niet metaal)
    - Elektronen (e-) worden overgedragen

  • Metaal staat e- af
    Na -> Na+

  • Niet-metaal neemt e-  op
    Cl -> Cl-

Slide 5 - Tekstslide


Hoeveel elektronen heeft een natrium-ion (Na+)?

Slide 6 - Open vraag


Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft een chloride-ion (Cl-)?

Slide 7 - Open vraag

Elektronen configuratie

Slide 8 - Tekstslide

Valentie-elektronen
Eletronen symbool

Slide 9 - Tekstslide

Elektronensymbool (formule)
Elementen

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een element met vier (4) valentie-elektronen

Slide 11 - Open vraag

Teken het elektronensymbool van koolstof.

Slide 12 - Open vraag

Isotopen
  • Zelfde atoom, andere massa

  • Verschil in neutronen
Binas tabel 25

Slide 13 - Tekstslide

Isotopen 
Gemiddelde massa
Tabel 99

Slide 14 - Tekstslide

Geef aan hoeveel protonen, neutronen en elektronen dit atoom heeft.

Slide 15 - Open vraag

Subschillen    (Analist)

Slide 16 - Tekstslide

Energieschema atoom

Elektronenconfiguratie (Cl):

  1S2 2S2 2P6 3S2 3P5        

Slide 17 - Tekstslide


Welke atoom geeft deze elektronenconfiguratie weer:  1S2 2S2 2P6 3S2 3P6

Slide 18 - Open vraag