foutieve samentrekking

Foutieve samentrekking en beknopte bijzin
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Foutieve samentrekking en beknopte bijzin
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De woorden moeten:
Dezelfde betekenis hebben
Hetzelfde getal/dezelfde vorm hebben
Dezelfde grammaticale functie hebben 


Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan:
1. vul de weggelaten woorden in;
2. kijk of het voldoet aan de 3 voorwaarden;
  • zo ja --> zo laten;
  • zo nee --> de zin aanpassen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een samentrekking?
Maak oefening 1 op blz. 238 (je mag zachtjes overleggen)
Let op: zin 6 maak je niet!
timer
10:00
Een samentrekking is een zin waarin een woord of een woorddeel wordt weggelaten uit een zinsdeel (of woordgroep), omdat hetzelfde woord al eens in de zin voorkomt. Het deel wat wordt weggelaten zorgt er dan voor dat de zin korter wordt, en dus wordt samengetrokken.
Er kunnen ook meerdere woorden of woorddelen worden samengetrokken. Hierdoor valt de herhaling weg en kun je op een kortere manier de zin maken.

Slide 6 - Tekstslide

1.

Deze miljardair geeft niets om geld en [deze miljardair] [geeft] daarom grote bedragen aan ideële organisaties.
samengetrokken: deze miljardair geeft
fout: verschil in betekenis bij ‘geeft’


Slide 7 - Tekstslide

2
Haar militaire successen dankte de Republiek der Nederlanden niet alleen aan haar eigen kracht, maar [haar militaire successen] werden mede mogelijk doordat andere landen zich afzijdig hielden.
samengetrokken: haar militaire successen
fout: verschil in functie: ‘haar militaire successen’ is de eerste keer lijdend voorwerp en de tweede keer onderwerp

Slide 8 - Tekstslide

3
Komende nacht is er vrijwel geen bewolking en [komende nacht] [zijn] [er] uitzonderlijk hoge minimumtemperaturen.
samengetrokken: komende nacht is er
fout: verschil in getal: de tweede keer is er sprake van meervoud

Slide 9 - Tekstslide

4
Ruud de Wild, de bekende diskjockey, is het afgelopen jaar bijna elke dag op de radio geweest, maar [Ruud de Wild, de bekende diskjockey,] [is] gelukkig nog altijd niet voorspelbaar.
samengetrokken: Ruud de Wild, de bekende diskjockey, is
fout: verschil in functie: ‘is’ is de eerste keer zelfstandig werkwoord en de tweede keer koppelwerkwoord

Slide 10 - Tekstslide

5
De aantrekkende economie zorgt voor toenemende industriële bedrijvigheid, maar [de aantrekkende economie] levert nog niet in alle sectoren nieuwe werkgelegenheid op.
samengetrokken: de aantrekkende economie
correct

Slide 11 - Tekstslide

7
Het kerstreces begint op 22 december en [het kerstreces] brengen de ministers in het buitenland door.
samengetrokken: het kerstreces
fout: verschil in functie: ‘het kerstreces’ is de eerste keer onderwerp en de tweede keer lijdend voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

8
De jonge padvinders sloegen de raad van de ervaren kampeerders in de wind en [de jonge padvinders] [sloegen] hun kamp op onder de hoogste bomen.
samengetrokken: de jonge padvinders sloegen
fout: verschil in betekenis bij ‘sloegen’: in de wind slaan tegenover opslaan

Slide 13 - Tekstslide

9
Bij sommige buitenlandse politiekorpsen werken volgens de Nederlandse minister te veel bazen en [bij sommige buitenlandse politiekorpsen] [werkt] te weinig gewoon politiepersoneel.
samengetrokken: bij sommige buitenlandse politiekorpsen werken
fout: verschil in getal: de tweede keer is er sprake van enkelvoud

Slide 14 - Tekstslide

10
De geniale wetenschapper werd als winnaar van de Nobelprijs wereldberoemd en [de geniale wetenschapper] werd een eredoctoraat aangeboden aan de universiteit van Cambridge.
samengetrokken: de geniale wetenschapper
fout: verschil in functie: ‘de geniale wetenschapper’ is de eerste keer onderwerp en de tweede keer meewerkend voorwerp

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel fouten had je?

Slide 16 - Tekstslide

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 17 - Quizvraag

Deze literaire thriller is spannender dan de detectives.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 18 - Quizvraag

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 19 - Quizvraag

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 20 - Quizvraag

De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 21 - Quizvraag

Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.


A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 22 - Quizvraag

Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 23 - Quizvraag

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 24 - Quizvraag

De ouders worden ingelicht over de werkweek en de docent over de begeleiding.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 25 - Quizvraag

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk (zelfstandig):
Lees de theorie op blz. 241 en maak opdracht 1 en 2 op blz. 242.

Aan de slag 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video