examenvragen europa en de Wereld 1945-1989

Europa en de wereld (1945-1989)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Europa en de wereld (1945-1989)

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder staan vier ontwikkelingen die horen bij Nederland in de periode 1945-1989.

Noem per foto de ontwikkeling die daarbij hoort. Let op! Er blijft één ontwikkeling over
multiculturele samenleving
ontstaan van een jongerencultuur
opkomst van de televisie
Tweede Feministische Golf

Slide 2 - Sleepvraag

Hieronder staan vier omschrijvingen van grondrechten in Nederland.

Welke twee grondrechten werden in 1983 voor het eerst in de Grondwet opgenomen?
Voor het eerst in de Grondwet van 1983 opgenomen.
De overheid heeft als taak om voor voldoende werk te zorgen voor
iedereen die kan werken.
Iedereen heeft recht op rechtsbijstand.
Iedereen is vrij om zijn godsdienst of levensovertuiging te kiezen.
Je mag zeggen en schrijven wat je denkt, zonder daar eerst
toestemming voor te vragen.

Slide 3 - Sleepvraag

Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met de geschiedenis van Indonesië. 

Zet deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
De Eerste Politionele Actie begint.
De Nederlandse regering tekent de soevereiniteits-overdracht.
Japan bezet Indonesië.
Soekarno roept de onafhankelijke Republiek Indonesië uit.

Slide 4 - Sleepvraag

De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 5 - Tekstslide

Door de tijd heen

Slide 6 - Tekstslide

Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland in de periode 1918-1939.

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later
1
2
3
4
5
De Conferentie van München vindt plaats.
Duitsland en de Sovjet-Unie sluiten een niet-aanvalsverdrag.
Duitsland raakt door de Beurskrach onmiddellijk in zware economische problemen.
Duitsland wordt lid van de Volkenbond.
Duitsland valt Polen binnen.

Slide 7 - Sleepvraag

Hieronder staan vier krantenkoppen over Berlijn in de periode 1945-1990

Zet de krantenkoppen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
Berlijn hoofdstad van herenigd Duitsland
Berlijn verdeeld door muur
Oost-Berlijn hoofdstad van de DDR
West-Berlijn geblokkeerd door Sovjet-Unie

Slide 8 - Sleepvraag

Hieronder staan gebeurtenissen die te maken hebben met verschillende manieren waarop bepaalde landen worden bestuurd.

Zet deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
De tsaar wordt afgezet en het land wordt een republiek.
Hitler wint de verkiezingen en schaft de democratie af.
Praagse burgers demonstreren en eisen democratische rechten
Soekarno wordt de eerste president van zijn land.

Slide 9 - Sleepvraag

Straatsburg is nu een grote Franse stad aan de grens met Duitsland, maar vroeger was het een Duitse stad.

Zet de drie gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
3
2
1
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de Franse straatnamen in Straatsburg weer veranderd in Duitse namen.
Elke maand vergadert het Europees Parlement één week in Straatsburg.
Door het Verdrag van Versailles wordt Straatsburg een Franse stad.

Slide 10 - Sleepvraag

Waar hebben deze gebeurtenissen plaatsgevonden? Sleep de gebeurtenis naar een nummer in de kaart. 
Let op! Er blijft één nummer over.
1
2
3
4
De tsaar wordt afgezet en het land wordt een republiek.
a
Hitler wint de verkiezingen en schaft de democratie af.
b
Praagse burgers demonstreren en eisen democratische rechten.
c

Slide 11 - Sleepvraag

Vijf gebeurtenissen uit de geschiedenis van het onderwijs in Nederland:
Geef per staatshoofd aan welke gebeurtenis daarbij hoort. 
Let op! Er blijft één gebeurtenis over.
Hieronder staan vier staatshoofden van Nederland:
Het staatshoofd ondertekent de Leerplichtwet van 1969.
Het staatshoofd ondertekent in 1900 de eerste Leerplichtwet van
Nederland.
Het staatshoofd ondertekent in 2017 een wijziging in de Leerplichtwet
Het staatshoofd ondertekent in 1848 een nieuwe grondwet met daarin
de vrijheid van onderwijs.
Het staatshoofd ondertekent in 1981 de Wet op het Basisonderwijs.
koning Willem-Alexander
koningin Wilhelmina
koningin Juliana
koningin Beatrix

Slide 12 - Sleepvraag



De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 13 - Tekstslide


In de prent is een mening te herkennen over de uitbreiding van de EU. 

Welke mening over deze ontwikkeling is te herkennen in de prent?
A
De uitbreiding is goed voor de EU, want de lidstaten laten andere landen toe die kunnen bijdragen aan de EU.
B
De uitbreiding is goed voor de EU, want er zijn veel rijke landen lid geworden.
C
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want de lidstaten verzetten zich tegen de komst van nieuwe landen.
D
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want er willen te veel landen lid worden van de EU.

Slide 14 - Quizvraag


In de prent is een mening te herkennen over de Baltische staten. 
Welke omschrijving hoort bij de bron?

De Baltische staten voelen zich
A
niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
B
niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
C
veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
D
veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.

Slide 15 - Quizvraag


Welke instelling van de Europese Unie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de nieuwe Europese wet uit de bron?
A
niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
B
niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
C
veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
D
veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.

Slide 16 - Quizvraag


Welke gebeurtenis is te herkennen in de spotprent?
A
De Koude Oorlog bereikt een hoogtepunt.
B
De NAVO wordt uitgebreid met nieuwe landen.
C
De Sovjet-Unie verlaat het Warschaupact.
D
Het Oostblok begint uit elkaar te vallen.

Slide 17 - Quizvraag


Criminaliteit en milieuvervuiling zijn maatschappelijke problemen.
Zijn dit problemen die wel of niet binnen de Europese Unie besproken worden?
A
niet, want criminaliteit gaat over het overtreden van landelijke wetten niet, want vervuiling is alleen landelijk goed aan te pakken
B
niet, want criminaliteit gaat over het overtreden van landelijke wetten wel, want vervuiling houdt niet op bij de grens
C
wel, want criminaliteit houdt niet op bij de grens niet, want vervuiling is alleen landelijk goed aan te pakken
D
wel, want criminaliteit houdt niet op bij de grens wel, want vervuiling houdt niet op bij de grens

Slide 18 - Quizvraag



Door de tijd heen

Slide 19 - Tekstslide


Bij welke periode hoort de herinnering?
A
bij de periode 1913-1923
B
bij de periode 1933-1943
C
bij de periode 1973-1983
D
bij de periode 1993-2003

Slide 20 - Quizvraag


Stel: je vindt op internet het onderstaande rijtje met jaartallen en grondwetswijzigingen.
Welke combinatie van jaartal en grondwetswijziging is juist?
A
1848 het algemeen kiesrecht
B
1917 het districtenstelsel
C
1917 het passief vrouwenkiesrecht
D
1983 het stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Slide 21 - Quizvraag



Europa en de wereld (1945-1989)

Slide 22 - Tekstslide


Over welke persoon gaat de bron?
A
over Drees, omdat hij de onafhankelijkheid van Indonesië tegenwerkte
B
over Drees, omdat hij samenwerkte met de Japanners
C
over Soekarno, omdat hij de onafhankelijkheid van Indonesië tegenwerkte
D
over Soekarno, omdat hij samenwerkte met de Japanners

Slide 23 - Quizvraag


Wie heeft deze toespraak gehouden?
A
een minister van de Sovjet-Unie
B
een minister van de Verenigde Staten
C
een minister van Frankrijk
D
een minister van Groot-Brittannië

Slide 24 - Quizvraag


Deze poster werd in 1952 gebruikt in Nederland bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Welke boodschap is op de propagandaposter te zien?
A
Stem niet op de communistische partij, want zij nemen het op voor de rijke mensen.
B
Stem niet op de communistische partij, want zij pakken je vrijheid af.
C
Stem op de communistische partij, want kapitalisten nemen het op voor de rijke mensen.
D
Stem op de communistische partij, want kapitalisten pakken je vrijheid af.

Slide 25 - Quizvraag


Over welke gebeurtenis gaat de bron?
A
over de Blokkade van Berlijn
B
over de Cubacrisis
C
over de Hongaarse Opstand
D
over de Slag om Engeland

Slide 26 - Quizvraag


In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het vetorecht hebben.
Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel

Slide 27 - Quizvraag


De tekening is bedoeld als waarschuwing.
Voor welke landen is de waarschuwing bedoeld? En welke boodschap is in de afbeelding te herkennen?
A
Oost-Europese landen communisten overwinnen alles
B
Oost-Europese landen de kapitalisten vormen een bedreiging
C
westerse wereld de communisten vormen een bedreiging
D
westerse wereld kapitalisten overwinnen alles

Slide 28 - Quizvraag


Welk begrip hoort bij de bron?
A
jongerencultuur
B
kiesrecht
C
toenemende consumptie
D
Tweede Feministische Golf

Slide 29 - Quizvraag



De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 30 - Tekstslide


Welk begrip hoort bij de uitspraak in de bron?
A
feminisme
B
liberalisme
C
populisme
D
socialisme

Slide 31 - Quizvraag


Welke Nederlandse politieke leider wordt vaak een populist genoemd?
A
A. Jacobs
B
H. Colijn
C
P. Fortuyn
D
W. Drees

Slide 32 - Quizvraag

De foto’s en de uitspraken horen bij leiders van de Sovjet-Unie.
Sleep de foto's en de uitspraken naar de juiste plek in het schema.
Chroesjtsjov
Gorbatsjov
Stalin
Kameraden en landgenoten!
De grote dag is aangebroken: Duitsland is verslagen. De nazi’s moesten op hun knieën voor ons Rode Leger. Ze hebben gecapituleerd!
Beste landgenoten,
Vanaf vandaag ben ik niet langer de leider van de Sovjet-Unie. De veranderingen die ik heb ingevoerd waren moeilijk, maar noodzakelijk. Ik vind nog steeds dat ik de juiste beslissingen heb genomen.
Kameraden!
Zij dachten dat wij Cuba niet konden beschermen. Ze hadden het fout! De communistische landen hebben ervoor gezorgd dat er geen kernoorlog is uitgebroken.

Slide 33 - Sleepvraag

Hieronder staan vier omschrijvingen van Nederlandse staatshoofden:
Geef per omschrijving aan bij welk staatshoofd die omschrijving hoort.  

Let op! Er blijft één staatshoofd over.
Dit staatshoofd verbleef samen met de regering in Londen en zond
radioboodschappen aan het volk in Nederland.
Dit staatshoofd was in één nacht liberaal geworden en gaf opdracht tot
verandering van de grondwet.
Dit staatshoofd wilde zich niet aan de grondwet houden, omdat de
macht van het staatshoofd daarin minder werd. Door die opstelling
ontstonden twintig jaar lang verschillende conflicten met ministers.
Dit staatshoofd zei in de troonrede dat de regering aandacht had voor
opvang van immigranten uit de voormalige kolonie Indonesië.
Beatrix
Juliana
Wilhelmina
Willem II
Willem III

Slide 34 - Sleepvraag

Hieronder staan drie uitspraken over Nederlandse radio- en televisie-omroepen in de periode 1950-2000:
Geef per uitspraak aan welk begrip daarbij hoort.

Let op! Er blijft één begrip over.
De AVRO was de eerste televisie-omroep zonder godsdienstige of
politieke uitgangspunten.
De populaire radiozender haalde zijn inkomsten uit reclames.
Er werden omroepen opgericht voor onder andere boeddhisten,
moslims en hindoes.
consumptiemaatschappij
globalisering
multiculturele samenleving
ontzuiling

Slide 35 - Sleepvraag

Hieronder staan vijf gebeurtenissen in Europa uit de periode 1900-2002.
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

De euro wordt ingevoerd.
Duitsland wordt weer één land.
Het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije wordt opgedeeld in nieuwe staten.
In Hongarije breekt een opstand tegen het communisme uit.
Nazi-Duitsland capituleert.

Slide 36 - Sleepvraag