Hoofdstuk 1 - Een briefkaart schrijven (deel 1)

een briefkaart schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

een briefkaart schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Een briefkaart schrijven
Dit hoofdstuk gaat over het schrijven van Engelse berichten. Je leert hoe je een Engels bericht kunt schrijven aan een vriend of vriendin. Of aan familie, bijvoorbeeld aan je vader, je tante of je broer. Je oefent met een bericht op een kaart.

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les heb je geoefend met woorden die je kan gebruiken voor het schrijven van een Engelse brief.

Slide 3 - Tekstslide

Engelse woorden
Een bericht kun je op een kaartje schrijven. Of in een e-mail of WhatsApp. Een e-mail verstuur je met een computer. Zonder dat je het merkt, gebruik je al veel Engelse woorden. Bijvoorbeeld: computer, e-mail, WhatsApp. 

Slide 4 - Tekstslide

Welk Engelse woord past bij het plaatje?

Slide 5 - Tekstslide

Welk Engelse woord past bij het plaatje?

Slide 6 - Tekstslide

Welk Engelse woord past bij het plaatje?

Slide 7 - Tekstslide

Welke Engelse woorden kennen jullie nog meer?

Slide 8 - Tekstslide

Wat kan je doen als je de vertaling van een woord niet weet?

Slide 9 - Tekstslide

Aandachtspunten 
Bij het schrijven van een brief of het versturen van een kaart in het Engels

Slide 10 - Tekstslide

Adres
In een Engels adres komt het huisnummer voor de straatnaam!

In het Nederlands: Nieuwstraat 24
In het Engels: 12 Abbey Road

Postcode blijft gelijk. 
CT16 1QN Dover

Slide 11 - Tekstslide

Naam
Nederlands: aan meneer Jones
Engels: to Mr Jones
Nederlands: aan mevrouw Jones
Engels: to Mrs Jones

Als je iemand goed kent, kun je de voornaam schrijven
Nederlands: aan Katy Jones
Engels: to Katy Jones

Slide 12 - Tekstslide

Onthoud bij het schrijven van een kaart
1. Aanhef, je schrijft altijd:
Dear + naam + komma (Bijvoorbeeld: Dear john,)
Laat dan een regel open.
2. Schrijf de tekst.
Maak korte zinnen. Vergeet de hoofdletters, punten en komma's niet. 
Sla weer een regel over.
3. Sluit af met: 
best regards, (met vriendelijke groet) - best wishes, (groeten) - love (liefs)
4. En dan je naam.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 4 t/m 10

Klaar? 
- Chromebook
- Spelletje uit de kast
- Lezen/tekenen

Slide 14 - Tekstslide