Hoofdstuk 3 wet- en regelgeving

• Verpleging en verzorging
• HBO
• Studiejaar 1

Wat weet je nog van de vorige les?

Les 2 Wet- en regelgeving

Hoofdstuk 3 blz 19-40 

leerdoel: ik weet aan het einde van de les wat de wetten in de zorg inhouden

Programma

Wet BIG

WKKGZ

WGBO

WZD

WMCZ

Meldcode

WLZ

Wetten

regelen de rechten (wat je mag) en plichten (wat je moet) voor zorgverleners en clienten.

Handelingen doen mag alleen met het juiste diploma.

wat mag wel en wat mag niet als helpende plus?

Wet BIG

Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg

er staat:

welke medische beroepen er zijn

welke opleiding daarbij hoort

doel: De wet beschermt cliënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen

Wet BIG

bevoegd en bekwaam 

bevoegd: het mag van de wet

bekwaam: als je regelmatig de handeling uitvoert

Handelingen

Risicovol

voorbehouden (alleen als je bevoegd bent!)

voorbeelden?

KD Helpende: opdracht 1b en 1c maken

WKKGZ

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg\

deze wet zorgt ervoor dat medewerkers in de zorg veilig incidenten  kunnen melden.

melden van klachten van de cliënten/naasten

doel: openheid over klachten en incidenten

www.zorgkaartnederland.nl

WGBO

zoek op:

afkorting

wat is het

doel?

WGBO

informatie opgeschreven?

rechten: toestemming van de client, informatie over de behandeling, recht op privacy

plichten: client geeft de juiste informatie, zorgaanbieder maakt een medisch dossier

welke taak heeft de helpende in de wet WGBO? (denk aan privacy)

BOPZ

blz 28, 29 en 30 bovenaan: DOORSTREPEN!!

WZD

bekijk het filmpje en schrijf op:

afkorting

wat houdt het in

doel

WMCZ

zoek op:

afkorting

wat is het?

doel?

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

bekijk het filmpje:

wat is het?

wat is het doel?

Wat doe je bij ouderenmishandeling als helpende?

WLZ

afkorting?

wat is het?

doel?

waar staat de afkorting CIZ voor? 

bekijk het filmpje of lees uit het boek

welke wetten ken je?

verpleegkundige Sanne brengt een katheter in, dit doet ze vaker. zij is:

1. niet bevoegd en niet bekwaam
2. bevoegd en bekwaam
3. bevoegd maar niet bekwaam
4. bekwaam maar niet bevoegd

Welke vitale functies ken je?

we spreken van verhoging bij een temperatuur

1. 37
2. tussen 36 -37,5
3. 38 en hoger
4. 37,5

een persoon heeft een ademhaling van 40x per minuut en een hartslag van 120. Wat vind je hiervan?

waar denk je aan bij observeren?

Geef een voorbeeld van onbegrepen gedrag

Wat heb jij vandaag geleerd?

Huiswerk en volgende les

Je leest hoofdstuk 3 wet- en regelgeving

je maakt: opdracht 1b,1c,2a,2b,4,6,7,9,10,11

volgende les:
uitleg werkstukken

Hoofdstuk 4: observatie

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃