Unit 3.3

Read what Gavin says on page 33 of your Coursebook. Answer the questions on the next page.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Read what Gavin says on page 33 of your Coursebook. Answer the questions on the next page.

Slide 1 - Tekstslide

Wat vindt Gavin belangrijker: geld inzamelen voor mensen of geld inzamelen voor dieren?

Slide 2 - Open vraag

Op welke manieren zamelen mensen in Nederland geld voor een goed doel in? Schrijf drie manieren op.

Slide 3 - Open vraag

Heb jij ooit iets speciaals gedaan om geld in te zamelen? Zo ja, wat?

Slide 4 - Open vraag

Red nose day is a special day in the UK. On that day people do something funny together to raise money for charity. What have these people done on Red Nose day? 
Sleep het plaatje naar de juiste persoon. Er blijven twee personen over.
Jennifer: "me and my friends went to school with painted faces. A lot of people sponsored us"
Tim: "We held a funny quiz. Everyone who wanted to take part had to pay."
Wayne: "We dressed up like garbage men and collected empty bottles"
Rosie: "Me and my classmates had a bake sale. We sold our cakes at school and raised 641 pound!"
Isla: "I gave up my mobile phone for three days. My parents wanted to give me a lot of money for doing that!"

Slide 5 - Sleepvraag

You are going to listen to a teacher and a class. Look at the words on the next slide. They are all in the text. What do you think the text is about?

(antwoorden mag in het Nederlands)

Slide 6 - Tekstslide

donation money
sponsored sponsorship form
good cause charities

Slide 7 - Open vraag

Now listen to "Red Nose Day, part 1 on the next slide. 
What are the teacher and class talking about? 

Sleep op de volgende pagina de foto's met Red Nose Day naar de juiste antwoorden. Als het niet in het geluidsfragment voor komt dan laat je het blokje leeg.

Slide 8 - Tekstslide

Red nose day
Part 1

Slide 9 - Tekstslide

Wat Red Nose Day is
Wat er met het ingezamelde geld wordt gedaan
hoeveel geld ze vorig jaar hebben opgehaald
wat ze kunnen doen om geld op te halen
Hoeveel leerlingen dit jaar mee doen
Welke beroemd- heden met Red Nose Day mee doen

Slide 10 - Sleepvraag

Red Nose Day, part 1
Listen to Red Nose Day, part 1 again. Tick the boxes of the correct statements.
(opnieuw luisteren naar het fragment. Kies het juiste antwoord)

Slide 11 - Tekstslide


A
The money raised is for charities in England, but also in Africa
B
The money raised will only go to charities in Africa.

Slide 12 - Quizvraag


A
For 35 Pound a group of children can go to school
B
For 35 Pound women can start their own business

Slide 13 - Quizvraag


A
Daisy thinks a non-uniform day can raise more than three thousand pounds
B
Daisy thinks a non-uniform day can raise more than two thousand pounds

Slide 14 - Quizvraag


A
Peter wants to pay to have a day off
B
Peter wants to pay for a school uniform for a child in Ghana

Slide 15 - Quizvraag


A
Peter is only interested in having lunch
B
Peter is only interested in funny ideas

Slide 16 - Quizvraag

Listen to Red Nose Day part 2
Jon, Peter and Daisy are talking abut raising money. Choose the correct answer in the next slides.
(Jon, Peter en Daisy praten over het inzamelen van geld. Kies het juiste antwoord.) 

Slide 17 - Tekstslide

Waarvoor deed Jon vorig jaar een sponsorloop?
A
voor het zwembad
B
voor Red Nose Day
C
voor zijn hockeyteam

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel geld haalde Jon op?
A
1 pound
B
75 pounds
C
900 pounds

Slide 19 - Quizvraag

Wat vindt Peter van de ideeën die Daisy noemt om geld in te zamelen?
A
Hij vindt dat het allemaal hard werken is
B
Hij vindt dat ze niet veel geld opleveren
C
Hij vindt ze leuk en origineel

Slide 20 - Quizvraag

Waarom vindt Jon "a sponsored silence" voor Peter een goed idee?
A
Peter praat altijd te veel en komt dan in de problemen
B
De docenten hebben vaak last van Peter
C
Het is een makkelijke manier om geld op te halen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe moet Peter vragen in de klas beantwoorden?
A
Daisy vertelt de docenten dat Peter niets zegt
B
Hij mag wel vragen van docenten beantwoorden
C
Hij schrijft ze op een vel papier

Slide 22 - Quizvraag

Wat vindt Peter van het idee?
A
Hij denkt dat het niet gaat lukken
B
Hij krijgt geen kans om iets te zeggen
C
Hij vindt het een heel goed idee

Slide 23 - Quizvraag

Fill in:
Read the sentences and fill in the correct word. 
Sleep de juiste woorden in de zin.


Slide 24 - Tekstslide

disabled people
all sorts of
actually
perhaps
mean
We have ...... ideas for raising money.
....... Tim can help us.
Lots of children in poorer countries ........ like to go to school..
There are special toilets for .............. in this building.
He doesn't know what these words ........ in Dutch

Slide 25 - Sleepvraag

Did you ........ in the sea this summer?
My grand- parents are going to Spain for the ......... winter.
........., I have to get some money before we go.
Gerald is going to start his own computer ...........
Please ........ me to take the money to the bank.
hang on
whole
swim
remind
business

Slide 26 - Sleepvraag

Find the mistakes:
Read what Daisy wrote about Red Nose Day in the school paper. There are five incorrect words in the article. 

Lees de tekst door en kijk welke woorden niet kloppen.  Schrijf de foute woorden op en controleer dit later.

Slide 27 - Tekstslide

Red Nose Day
Of course nobody in our class did something on Red Nose Day! It is fun to spend money for a good cause. We asked people to sponsor us for each hour we didn't talk. The teachers were very unfriendly, especially Miss Selman. She gave us 50 pounds for not talking the whole day. I think she loved the noise in class. In total we raised more than 600 pounds, to be precise: 597.25 pounds.

Slide 28 - Tekstslide

Sleepvraag
Heb je foute woorden gevonden? Zoek dan met de sleepvraag het woord op dat er wel hoort te staan.

Slide 29 - Tekstslide

everybody
silence
raise
nearly
generous
nobody
raise
generous
silence
nearly

Slide 30 - Sleepvraag

Finish the sentence
Read the sentences below. Then listen to "Saving or spending?". Complete the sentences.

Vul de juiste woorden in bij elke zin.

Slide 31 - Tekstslide

1. Hannah, Lois and Paul are talking about ....... and .........
2. Lois and Paul get pocket money from ........, but Hannah doesn't.
3. ....... is the only one who has a bank account.
4. Paul likes ..... his money, but Hannah and Lois prefer to ....... it.
5. When they go for a drink, Paul has to ........ because Lois and Hannah ..........

Slide 32 - Open vraag