Oefentoets H4 en H5 V2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Oefentoets H4 en H5 V2

Woorden

Wat betekent dit woord?
befaamd

Wat betekent dit woord?
vakkundig

Wat betekent dit woord?
constateren

Wat betekent dit woord?
richtlijn

Grammatica zinsdelen

In welk antwoord wordt het voorzetselvoorwerp gegeven?
Luuk is dol op de vakantie.

1. is dol op
2. op de vakantie
3. dol op de vakantie
4. geen vzv

In welk antwoord wordt het voorzetselvoorwerp gegeven?
De docent wiskunde vertrouwt op de kennis van zijn leerlingen.

1. vertrouwt op de kennis van zijn leerlingen
2. vertrouwt
3. op de kennis van zijn leerlingen
4. geen vzv

In welk antwoord wordt het voorzetselvoorwerp gegeven?
De hele vakantie ga ik uitslapen.

1. ga uitslapen
2. de hele vakantie
3. geen vzv

In welk antwoord wordt het voorzetselvoorwerp gegeven?
We kijken uit naar de zomervakantie.

1. geen vzv
2. kijken uit
3. uit naar de zomervakantie

juist/onjuist
De bijstelling staat direct voor een zelfstandig naamwoord of zelfstandig-naamwoordgroep.

1. juist
2. onjuist

juist/onjuist
De bijstelling vormt samen met dat zelfstandig naamwoord of die zelfstandig-naamwoordgroep een zinsdeel.

1. juist
2. onjuist

Benoem de bijstelling:
De Maastoren, het hoogste gebouw van Nederland, staat in Rotterdam.

Benoem de bijstelling:
Op het Marnix College, een andere school in Ede, krijg je wel tien weken zomervakantie.

Benoem de bijstelling:
Ik heb dit ook maar vernomen, via een vriendin.

Noteer het naamwoordelijk gezegde:
Zij is ook zo'n roddelaar.

Vul het voorzetselvoorwerp aan:
stilstaan ...

Vul het voorzetselvoorwerp aan:
trouwen ...

Vul het voorzetselvoorwerp aan:
benieuwd zijn ...

Vul het voorzetselvoorwerp aan:
dol zijn ...

Vul het voorzetselvoorwerp aan:
boos zijn ...

Grammatica woordsoorten

Spelling

Noteer de juiste vorm van het volt.dw:
de (witten) muren

Noteer de juiste vorm van het volt.dw:
het (verbreden) fietspad

Noteer de juiste vorm van het volt.dw:
de (sluiten) kamer

Noteer de juiste vorm van het volt.dw:
het (bakken) ei

Noteer de juiste vorm van het volt.dw:
het (redden) kind

Noteer de juiste vorm van het tegenwoordig deelwoord:
een (aarzelen) klant

Noteer de juiste vorm van het tegenwoordig deelwoord:
de (gillen) kinderen

Noteer de juiste vorm van het tegenwoordig deelwoord:
een (verklaren) onderzoek

Welk woord is goed gespeld?

1. vwo-er
2. vwo'er
3. vwoer

Welk woord is goed gespeld?

1. saté
2. sate
3. satë

Welk woord is goed gespeld?

1. A4'tje
2. cliche
3. Dennis's rugzak
4. kopiën