Pincode deel 3 GT H4 les 1 (4.1)

VERZEKEREN
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VERZEKEREN

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag beginnen we met H4 
Dit hoofdstuk gaat over VERZEKEREN

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat verzekeren is en neemt daarbij de volgende     begrippen mee: verzekaar, verzekerde, risico, premie, polis.
  • Je kunt uitleggen wat eigen risico is en hoe dit invloed heeft op je premie.
  • Je kunt de verzekeringskosten berekenen.


Slide 3 - Tekstslide

WAT IS VERZEKEREN?
H4 Wordt de komende week via Lessonup behandeld. De meeste vragen en opdrachten worden ook alleen in Lessonup gemaakt. Alle lessen worden in samenwerking gemaakt door dhr. Dost en dhr. Rensink.

Je hebt wel af en toe je boek nodig. Vooral voor het lezen en bestuderen van theorie en soms voor het oefenen met sommen en opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Maar wat is verzekeren nu eigenlijk? Dat staat niet in de begrippenlijst, dus daarom hier een korte uitleg…

Sommige risico’s in het leven zijn aanvaardbaar. Bijvoorbeeld het risico dat je je brood vergeet naar school is vervelend, maar kost niet veel als je het wil oplossen. 

Er is een risico dat je onderweg naar school een lekke band krijgt en niet verder kan fietsen. Dat is ook lastig maar de oplossing is prima betaalbaar.

Als je aan het winkelen bent kan het gebeuren dat je je pinpasje verliest. Dat is vervelend en je moet een nieuwe aanvragen.

Al deze risico’s wil en kan je zonder probleem zelf dragen.

Slide 5 - Tekstslide

Maar er zijn ook risico’s in het leven die je niet zelf wil dragen. Gewoon omdat het te duur is. 

Het risico dat je huis zwaar beschadigt door een zware storm, het risico dat je nieuwe scooter wordt gestolen, het risico dat je erg ziek wordt en in het ziekenhuis komt te liggen.

Al deze grote risico’s waar een hoog prijskaartje aan hangt, kan je en wil je niet dragen. Ze kosten simpelweg te veel als het gebeurt. En meestal heb je het geld er niet voor om het op te lossen. 
Daarom is het verstandig de grote risico's aan een verzekeringsmaatschappij geven.
 
In ruil voor premiebetaling neemt de verzekeringsmaatschappij jouw risico over. Raakt je huis beschadigt in een storm? Dan betaalt de verzekeringsmaatschappij de schade. Is je scooter gestolen? Dan betaalt de verzekeringsmaatschappij de schade.

Slide 6 - Tekstslide

Verzekeren... iederen doet het
Vrijwel iedereen en elke gezin heeft verzekeringen. Sommigen verplicht, bijvoorbeeld voor je ziektekosten en je auto of scooter. Maar de meest verzekeringen sluiten we vrijwillig.

Kijk zorgvuldig naar de volgende filmpjes want die leggen een hoop uit...

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Dus....

Een verzekering sluit je af om je te beschermen tegen de financiële risico’s als gevolg van schade...

Slide 9 - Tekstslide

lezen...bekijk nu bladzijde 99 in je boek

Je leest meteen dat Nederland het land is met de meeste verzekeringen per inwoner. Nederlanders zijn gek op verzekeren. We verzekeren ons tegen alles. Wij houden niet van risico's.
Waarvoor hebben jullie thuis allemaal een verzekering?

Slide 10 - Tekstslide

Lees nu bladzijde 101 van je boek en ook de begrippen die rechts van de tekst staan.

Slide 11 - Tekstslide

belangrijke begrippen
In de komende slides staan de belangrijke begrippen bij het onderwerp verzekeren nog eens uitgelegd. Lees ze goed door.

Slide 12 - Tekstslide

Verzekeren
De verzekeraar neemt de financiële gevolgen over van een schade van de verzekerde. Als de verzekerde schade heeft kan de verzekeraar een bedrag uitkeren.

In de video werd alleen over schadeverzekeringen gesproken. Naast deze verzekeringen moet je ook iets weten over de zorgverzekering, dit ga je leren in de LessonUp zorgverzekering.

Slide 13 - Tekstslide

Verzekeraar
De verzekeringsmaatschappij.

Slide 14 - Tekstslide

Verzekerde
Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij.

Slide 15 - Tekstslide

Premie
De prijs van de verzekering; het bedrag dat een verzekerde betaalt aan de verzekeringsmaatschappij om verzekerd te zijn.

De hoogte van de premie hangt af van het risico en hoogte van het verzekerd bedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Eigen risico
Het deel van de schade dat je als verzekerde zelf betaalt.

Slide 17 - Tekstslide

Polis
Een bewijs van verzekering.

Slide 18 - Tekstslide

Verzekerings-voorwaarden

Hierin staan de rechten en de plichten van de verzekerde en de verzekeraar.

Slide 19 - Tekstslide

Verzekeringkosten
Een verzekering kost geld. Je moet premie betalen. Daarnaast betaal je eenmalig poliskosten (voor het opmaken van de polis). Over de premie en de poliskosten moet je assurantiebelasting betalen.

Slide 20 - Tekstslide

Lezen...

Lees nu de theorieblokje (met rode stippellijn) van paragraaf 4.1


Slide 21 - Tekstslide

Heb je goed gelezen? Stel dat je onderstaande vragen op je toets krijgt...     Kun jij ze dan goed beantwoorden?
Weet wat een onzeker voorval is?
Kun je "eigen risico" uitleggen?
Weet je wat "dekking" is?
Wat is een AVP?
Wat zijn poliskosten?

Weet je ze niet allemaal? Ga dan niet verder maar lees je boek nog een keer goed. Het is belangrijk dat je de basis kent voordat je verder gaat.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Kijk en luister goed...
Het volgende filmpje maakt alles nog eens heel duidelijk en legt alles prima uit. 

Kijk en luister met aandacht. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Wat is verzekeren?

Slide 27 - Open vraag

Wat is een polis?
A
Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
B
Een bewijsstuk van de verzekering.
C
Een brief voor de belastingdienst
D
Een bewijs van uitbetaling

Slide 28 - Quizvraag

Wie maakt de polis?
A
De verzekeraar
B
De bank
C
de Nederlandse Staat
D
de verzekerde

Slide 29 - Quizvraag

Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 30 - Quizvraag

Een ander woord voor verzekeringsmaatschappij is ...
A
verzekeraar.
B
verzekerde.

Slide 31 - Quizvraag

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
C
de overheid
D
de bank

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een polis?
A
Verzekeringsbewijs
B
Iemand uit Polen
C
Verzekeraar
D
Verzekerde

Slide 33 - Quizvraag

Ik verzeker mijn telefoon.
Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekerde

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
zelf vernielen
D
blikseminslag

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

De verzekeraar is
A
De maatschappij die iemand verzekert.
B
De persoon die verzekerd is.
C
Het bedrag dat jij bij schade van een verzekeringsmaatschappij krijgt.
D
Het bedrag dat jij aan een verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 37 - Quizvraag

De assurantiebelasting wordt berekend over
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten

Slide 38 - Quizvraag

Bij de AVP is de aansprakelijkheid van jongeren afhankelijk van hun leeftijd. Wie is aansprakelijk voor een jongere met de leeftijd van 15 jaar?
A
Ouders
B
Ouders, tenzij zij het echt niet konden verhinderen
C
Jijzelf

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video

PREMIE

Slide 41 - Tekstslide

OPBOUW PREMIE

       Premie (4 onderdelen)              €

       Poliskosten                                     €                     

                                                                    €

       Assurantiebelasting 21%         €                      

       Verzekeringskosten                   €                      

Slide 42 - Tekstslide

Einde van les 1.......

Slide 43 - Tekstslide