Zomer en wintertijd

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les Lezen


Door middel van het lezen van een tekst leer je:

  • Het stappenplan voor- tijdens en na het lezen gebruiken.
  • Het doel van de schrijver te benoemen.
  • Vragen te maken die terugkomen bij de Cito-toets

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb aan het einde van de les ... antwoorden goed
010

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke moeilijke woorden heb je onderstreept?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de betekenis van een decennium?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Koude winters , warme zomers
B
Energiebesparing
C
Het naar voren en terugdraaien van de klok
D
patat met bitterballen

Slide 8 - Quizvraag

In regel 19-20 staat: Maar dat wordt voor een deel weer tenietgedaan doordat mensen in de ochtend vaker de verwarming aanzetten. Wat betekent tenietdoen?
A
De gevolgen van iets wegnemen
B
De ideeën van iemand afkeuren
C
De kansen van iets pakken
D
De voordelen van iets goedkeuren

Slide 9 - Quizvraag

Bedenk een vraag, gebruik een vraagwoord (wie, wat enz.)

Slide 10 - Woordweb

Slepen maar!
WAAR of NIET WAAR?
Je biologische klok loopt in het normale ritme, waardoor je minder stress hebt. Dat geldt ook voor dieren.
NIET WAAR
WAAR

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is volgens jou de belangrijkste boodschap van deze tekst?
A
De zomertijd moet afgeschaft worden, het heeft teveel nadelen.
B
De wintertijd moet afgeschaft worden, het heeft teveel nadelen.
C
Europa wil de wintertijd afschaffen, maar kan niet kiezen.
D
Europa wil het verzetten van de klok afschaffen, NL niet

Slide 12 - Quizvraag

In regel 36-37 staat: Een voorkeur voor de zomer- of wintertijd heeft Nederland nog niet. Wat betekent voorkeur?
A
Dat je het niet zeker weet
B
Iets wat je het liefste kiest
C
Het belangrijkste gedeelte
D
Iets wat je afkeurt

Slide 13 - Quizvraag

Slepen maar!
WAAR of NIET WAAR?
De klok wordt elk jaar in de laatste week van oktober 1 uur vooruit gezet.
NIET WAAR
WAAR

Slide 14 - Sleepvraag

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Gezelligheid kent geen tijd.
Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt.
Iets aan de grote klok hangen.
Iets algemeen bekend maken
Het is nergens zo goed als thuis.
Als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt.
ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten

Slide 15 - Sleepvraag