Brabants

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4-6

Lesdoelen

• Ik kan een beetje Brabants spreken.

Brabantse woorden quiz

Wat betekent:

Leutig

1. Liever
2. Grappig
3. Leuk
4. Gezellig

Wat betekent:

errebezies

1. Bezemstelen
2. Aardbeien
3. Bougies
4. Snoepjes

Wat betekent:

ammel

1. Appels
2. Glas drinken
3. Angel
4. Allemaal

Wat betekent:

sperrewepse

1. Speerwerpen
2. Wespen
3. Spinnenwebben
4. Spreeuwen

Wat betekent:

zeemeleir

1. Zeeman
2. Huisje aan zee
3. Ramen wassen
4. Zeurpiet

Wat betekent:

verkette

1. Verhuizen
2. Vorken
3. Jurken
4. Vuurwerk

Wat betekent:

pralleke

1. praalwagen
2. prachtig
3. Meisje
4. Gek iemand

Wat betekent:

kwèèker

1. Lawaaimaker
2. Bloemenkweker
3. Vijver
4. Wekker

Wat betekent:

bakkeleie

1. Bakken
2. Kletsen
3. Ruzie maken
4. Twijfelen

Wat betekent:

sebiet

1. Straks
2. Suikerbieten
3. Restaurant
4. Gisteren

Wat betekent:

gift ‘m kèès

1. Geef maar aan Kees
2. Zet 'm op
3. Geef hem kaas
4. Doe maar niet

Wat betekent:

wa zijde ’t aon’t begaoje

1. Wat ben je goed bezig
2. Je maakt er een puinhoop van
3. Wat ben je aan het doen?
4. Je moet zo gapen

Wat betekent:

errebezies

1. Bezemstelen
2. Aardbeien
3. Bougies
4. Snoepjes

Wat betekent:

ammel

1. Appels
2. Glas drinken
3. Angel
4. Allemaal

Wat betekent:

bekant

1. Bijna
2. Nooit
3. Soms
4. Aan de kant

Wat betekent:

bekant

1. Bijna
2. Nooit
3. Soms
4. Aan de kant

Wat betekent:

sperrewepse

1. Speerwerpen
2. Wespen
3. Spinnenwebben
4. Spreeuwen

Wat betekent:

zeemeleir

1. Zeeman
2. Huisje aan zee
3. Ramen wassen
4. Zeurpiet

Wat betekent:

verkette

1. Verhuizen
2. Vorken
3. Jurken
4. Vuurwerk

Wat betekent:

pralleke

1. praalwagen
2. prachtig
3. Meisje
4. Gek iemand

Wat betekent:

kwèèker

1. Lawaaimaker
2. Bloemenkweker
3. Vijver
4. Wekker

Wat betekent:

bakkeleie

1. Bakken
2. Kletsen
3. Ruzie maken
4. Twijfelen

Wat betekent:

sebiet

1. Straks
2. Suikerbieten
3. Restaurant
4. Gisteren

Wat betekent:

gift ‘m kèès

1. Geef maar aan Kees
2. Zet 'm op
3. Geef hem kaas
4. Doe maar niet

Wat betekent:

wa zijde ’t aon’t begaoje

1. Wat ben je goed bezig
2. Je maakt er een puinhoop van
3. Wat ben je aan het doen?
4. Je moet zo gapen

Brabantse weetje quiz