K/M1: 5,1 - Nieuwe steden

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-Herhaling
-Nieuwe steden
-Opdrachten
-Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • kun je herkennen en uitleggen hoe steden in de middeleeuwen zijn ontstaan en hoe ze bestuurd werden.

  • kun je oorzaken en gevolgen die horen bij het ontstaan van steden uitleggen.

  • kun je het bestuur van steden nu vergelijken met het bestuur van steden in de middeleeuwen.

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 4 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
1000: Vanaf het jaar duizend ontstaan er grotere steden in Europa, dit gebeurt langs handelsknooppunten!

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Steden ontstaan
  • Wat valt je op als je naar de steden kijkt?

Slide 8 - Tekstslide


Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten (1000-1500), er verandert veel:
  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Verbetering in de landbouw
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen. Je ziet dat de kerk een centrale plek heeft in de stad en dat er dankzij de muur en de gracht veel bescherming is.

Slide 9 - Tekstslide

Waar zien we de nieuwe steden vooral ontstaan?

Slide 10 - Open vraag

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas

  • Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 11 - Tekstslide

Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op.

  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten.

  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel.

  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid

  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Iedere stad had zijn eigen munten. Omdat er zoveel verschillende munten waren kon je in iedere stad de juiste munten kopen/ruilen.
Op dit plaatje zie je zo een wisselkantoor! De geldmeester weegt de munten, hoe zwaarder de munt hoe meer die waard is.

Slide 12 - Tekstslide

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.

  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster.

  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten.

  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Op de jaarmarkt werd van alles verkocht: kleding, varkens, graan, potten, etc. Op de afbeeldingen zie je sommige van de producten terug. Je ziet ook goed dat de handelaren mooie kleding hadden, zij werden steenrijk van de handel!

Slide 13 - Tekstslide

Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.

  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn.

  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!

  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten.

  • Door die rijkdom en stadsrechten werden handelaren vaak belangrijker dan de adel!
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen.

  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije burgers (geen bezit van de heer)

  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen aan de heer.

Slide 15 - Tekstslide

Ontwikkeling
van steden


  • De steden ontstonden pas in de
    late middeleeuwen.

  • In de stad is het ook onveilig door ziektes als de pest en kans op brand.

  • Wat zag je als je een middeleeuwse stad binnen ging?
Steden in de middeleeuwen waren bijna helemaal van hout. Alleend de kerk, muren en huizen van de rijken waren van steen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 17 - Tekstslide

Noem 2 voordelen van het leven in een middeleeuwse stad.

Slide 18 - Open vraag

Noem 2 nadelen van het leven in een middeleeuwse stad.

Slide 19 - Open vraag

Carcassonne ligt in Zuid-Frankrijk. De binnenstad is de best bewaarde stad in Europa uit de middeleeuwen.
Door de dikke muren waren de inwoners van de stad veilig voor plunderende soldaten. Iedereen wilde wel een stad veroveren, want er was vaak veel geld in de stad wat gestolen kon worden!

Slide 20 - Tekstslide

Ook in Nederland zien wij in veel steden nog iets terug uit de late Middeleeuwen. De stadspoort van Amersfoort op de achtergrond is hier een mooi voorbeeld van. In Gouda staat nog een oud stadhuis midden in de stad. Hier in Den Haag hebben het Binnenhof en de Ridderzaal hun oorsprong in de late middeleeuwen, net als de Sint-Jacobskerk.

Slide 21 - Tekstslide

SO5
Paragraaf 4,1 - Monniken verspreiden het geloof
LB blz. 54 en 55
WB blz. 68 t/m 70

Paragraaf 4,2 - de koning en zijn leenmannen
LB blz. 56 en 57
WB blz. 71 t/m 73

Paragraaf 4,3 - In en om het kasteel
LB blz. 58 en 59
WB blz. 74 t/m 76








Slide 22 - Tekstslide

SO5
Paragraaf 4,4 - een nieuw geloof
LB blz. 60 en 61
WB blz. 77 t/m 79

Paragraaf 4,5 - vikingen
LB blz. 62 en 63
WB blz. 69 t/m 71







Slide 23 - Tekstslide

Wie is de baas?
Door de stadsrechten kreeg de stad een eigen bestuur: 

  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak en hij was de baas van de schepenen.

  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.

  • Ze kregen advies van een raad.

  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.

Slide 24 - Tekstslide

Straffen in de Middeleeuwen

  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...

    ...maar de meeste straffen waren geldboetes

  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Op de afbeeldingen zie je heel veel soorten straffen die voorkwamen in de middeleeuwen.
Iemand gaat op de brandstapel, iemand wordt opgehangen, iemands hand wordt er afgehakt (als je iets had gestolen), iemand wordt geradbraakt en iemand wordt onthoofd.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe wordt de stad nu bestuurd?

  • Herken jij de man op de foto?

  • Het is de burgemeester van Den Haag, meneer Remkes.

  • Ook vandaag hebben veel steden nog een burgermeester, op de volgende slide leer je wat een burgermeester tegenwoordig doet.

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Lokale politiek
Burgermeester
(soort minister-president)

  • Geeft leiding en voert beleid uit.
Gemeenteraad
(soort tweede kamer)

  • Bedenkt en stemt op plannen.
Wethouders
(soort ministers)

  • Voeren het beleid in de gemeente uit. 

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Opdrachten
Paragraaf 5,1 - Nieuwe steden
Opdrachten:
LB blz.
WB blz.



timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  • kun je herkennen en uitleggen hoe steden in de middeleeuwen zijn ontstaan en hoe ze bestuurd werden.

  • kun je oorzaken en gevolgen die horen bij het ontstaan van steden uitleggen.

  • kun je het bestuur van steden nu vergelijken met het bestuur van steden in de middeleeuwen.

Slide 31 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 32 - Tekstslide

Video
Histoclips: Stad in de Middeleeuwen

Pas op! Slechte kwaliteit van de video.

Slide 33 - Tekstslide

5

Slide 34 - Video

03:30
Welke twee verbeteringen in de landbouw zorgen voor meer oogst?
A
Betere gereedschappen en nieuwe trekkers
B
Dierenmest als voeding voor de grond en meer boeren.
C
Betere gereedschappen en dierenmest als voeding voor de grond.
D
Betere kastelen en meer boeren

Slide 35 - Quizvraag

04:12
Wat doen de boeren met de overschotten van de oogst?

Slide 36 - Open vraag

06:01
Leg uit hoe een horige een vrije burger kon worden?

Slide 37 - Open vraag

07:37
Waarom bouwden de steden muren om hun stad?
A
Anders kregen ze geen stadsrechten van de leenheer.
B
Om te voorkomen dat vijanden hun geld zouden stelen.
C
Om ervoor te zorgen dat de inwoners niet zomaar weg konden lopen.
D
Ze vonden muren gewoon mooi.

Slide 38 - Quizvraag

12:30
Waarom gebruikten de steden in de middeleeuwen een schandpaal?

Slide 39 - Open vraag

Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 40 - Quizvraag

De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 41 - Quizvraag

Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Schepenen
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 42 - Quizvraag

Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Wat was geen straf in de late middeleeuwen?
A
geldboete
B
radbraken
C
hand er af hakken
D
het land uitgezet worden

Slide 44 - Quizvraag

Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan ambachten
Kopen van stadsrechten

Slide 45 - Sleepvraag

Noem een verschil tussen de burgemeester uit de late middeleeuwen en de burgemeester nu.

Slide 46 - Open vraag

Noem een overeenkomst tussen de burgemeester uit de late middeleeuwen en de burgemeester nu.

Slide 47 - Open vraag