KUA week 6: bauhaus en de stijl

KUA H4V4 - week 5
Terugblik (context en kunststromingen)
Bauhaus 
De Stijl
Architectuur
Vragen Bauhaus en De Stijl


1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

KUA H4V4 - week 5
Terugblik (context en kunststromingen)
Bauhaus 
De Stijl
Architectuur
Vragen Bauhaus en De Stijl


Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma PTA 1
Week 1: introductie KUA; voorstelling en vormgeving
Week 2: context modernisme; expressionisme; beeldaspect: kleur
Week 3: primitivisme; kubisme; beeldaspect: vorm en compositie
Week 4: futurisme; constructivisme
Week 5: dadaïsme en surrealisme
Week 6: De Stijl; Bauhaus; architectuur
Week 7: herhalen lesstof en toetsvoorbereiding

Slide 2 - Tekstslide

Modernisme 1900-1945
kunstenaarsgroepen
manifesten ( zelf opgelegde (niet-)regels)

Slide 3 - Tekstslide

technologische vooruitgang
  • reizen sneller,
  • goedkoper foto's,
  • eerste en tweede wereldoorlog,
  • anti kunst,
  • propaganda

Slide 4 - Tekstslide

Met welke traditie in de kunst braken alle stromingen die vallen onder het modernisme?
A
niet langer volgens vaste regels schrijven
B
niet langer over het verleden schrijven
C
niet langer de werkelijkheid weergeven
D
niet langer taboe-onderwerpen vermijden

Slide 5 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een Straatscène in Berlijn uit 1913 van de Duitse schilder Ernst Ludwig Kirchner. Hij was gefascineerd door de grote stad. Berlijn was in die tijd een opkomende wereldstad, vergelijkbaar met Londen en Parijs. Kirchner roept hier de spanning op van het stadse nachtleven. Geef aan hoe dat blijkt uit de voorstelling van afbeelding

Slide 6 - Open vraag

futurisme
Expressionisme
Kubisme
constructivisme

Slide 7 - Sleepvraag

Enkele thema's die centraal stonden bij kunstenaars in de periode van 1900 tot 1950 
Kunst is meer dan een visuele representatie van de objectieve werkelijkheid
Kunst als afbeelding van moderniteit
Kunst als middel voor sociaal of politiek engagement
Kunst als weerspiegeling van geschiedenis

Slide 8 - Sleepvraag

Terugblik: surrealisme

AUTOMATISME = direct vanuit je onderbewuste tekenen of schilderen.
Meestal figuratieve beelden, maar ook abstracte werken. ( ontstaan door associatief en automatisch werken) 

Sigmund Freud, droomanalyses.
Via je onderbewuste trauma's naar boven halen en analyseren.

Onwerkelijke situaties zo naturalistisch weergeven.

Slide 9 - Tekstslide

Welk schilderij van Dali is volgens jou surrealistisch ?

Slide 10 - Sleepvraag

Theorie Bauhaus

Slide 11 - Tekstslide

BAUHAUS

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

kenmerken bauhaus

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Walter Gropius stichte in het Duitse Weimar een school voor architecten, kunstenaars en industrieel ontwerpers: 
Het Bauhaus
Er werd met nieuwe productieprocessen geëxperimenteerd, studenten kregen de ruimte om een nieuwe, eigentijdse vormtaal te ontwikkelen, een soort labaratorium.

Bauhaus werkte vanuit het ideaal om mooi en praktisch design voor iedereen bereikbaar te maken.

Slide 16 - Tekstslide

Bauhaus design 
Dat de Bauhaus kunstenaars hun ontwerpen industrieel wilden vervaardigen, had gevolgen voor de ontwerpen:
  • geen decoratie, het gehele ontwerp moest functioneel zijn, oftewel form follows function
  • geometrische ontwerpen


Slide 17 - Tekstslide

Bauhaus
  • Design beschikbaar voor iedereen: industriële productie.
  • Hierdoor goedkoop, maar toch bijzonder.
  • Industriële material: glas, staal, beton.
  • Geen overbodige versieringen.

Slide 18 - Tekstslide

Noem 3 kenmerken van het Bauhaus die zichtbaar zijn in de ontwerpen (volgende slide)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

form follows function
in dienst van verkoop toegepaste kunst
Itten
vliesgevel
geometrische basisvormen

Slide 21 - Sleepvraag

Bauhaus & architectuur
architecten houden zich bezig met functionele bouw, waarbij alle decoratie en overbodige toevoegingen worden weggelaten. 
form follows function
De opleiding aan het Bauhaus levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van deze architectuur. 
technische vernieuwingen maken prefab en systeembouw mogelijk (kostenbesparing!)

Slide 22 - Tekstslide

Architectuur
➜ Functionaliteit: ontwerp en materiaalgebruik sluiten aan op de functie van een gebouw.
➜ Door het gebruik van moderne lichte materialen (glas en staal) konden de uitgangspunten – transparantie, ruimte, licht en lucht – worden verwezenlijkt. Deze uitgangspunten golden zowel gebouwen als woonblokken.
➜ Symmetrie en herhaling
➜ Kleuren: ook de kleuren moesten functioneel zijn, en dienden zeker niet als versiering.
➜ Functiescheiding: in het Nieuwe Bouwen stond men een strikte scheiding voor van de verschillend functies van een gebouw of buurt: wonen, werken, verkeer en recreatie.

Slide 23 - Tekstslide

Een vliesgevel, ook wel gordijngevel of glasgevel, is een niet dragende gevel of afscheiding tussen exterieur en interieur van een gebouw. Omdat de vliesgevel niet-dragend is kan het worden opgebouwd uit lichte materialen, zoals glas, waardoor er bespaard kan worden op gewicht.

vliesgevel

Slide 24 - Tekstslide

Less is more

Slide 25 - Tekstslide

Vorm volgt functie 
(form follows function)

Slide 26 - Tekstslide

Na de eerste wereldoorlog breekt er een periode aan van optimisme om te bouwen aan de toekomst. Alles draait om vooruitkijken en loslaten wat als overbodig word beschouwd. 


In architectuur: 
 strakke soberheid, die geen ruimte laat voor versiering
focus op functionele en vernieuwing
kenmerken: geometrische structuren, platte daken en keuze voor vernieuwende bouwmaterialen en technieken

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

De Stijl
Nederlandse kunstenaarsbeweging
1917-1931

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Aan het begin van de twintigste eeuw ontwierp Gerrit Rietveld meubels die machinaal te produceren waren. Dit paste bij een algemene tendens in deze periode. Veel kunstenaars vonden dat kunst een bijdrage moest leveren aan een betere samenleving. Industrie en het gebruik van machines konden dit ondersteunen. 

Slide 33 - Tekstslide

De Stijl 
Ook in Nederland werken kunstenaars aan een nieuwe ideale samenleving, zoals bijvoorbeeld de kunstenaars van De Stijl. Architect Rietveld breekt met alle ideeën over woningbouw. Hij wil zoveel mogelijk daglicht, ruimtes waar binnen en buiten in elkaar overlopen. Hij ontwerpt grote open ruimtes. 

Slide 34 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video

Noem zoveel mogelijk verschillen tussen het Rietveld-Schröderhuis en de huisjes in de Van der Helststraat in Utrecht.

Slide 36 - Open vraag

De Stijl
Naast de architect Rietveld zijn ook schilders en vormgevers betrokken bij De Stijl. Deze kunstenaars wilden graag aansluiten bij de moderne wereld. Deze wereld vroeg om een nieuwe abstracte beeldtaal, want met het afbeelden van de realiteit kon geen harmonie of rust worden afgebeeld.  En dat was juist waar men in de moderne wereld behoefte aan had! Het was van groot belang dat de compositie in evenwicht was. Dus gebruikten ze alleen geometrische vormen met rechten lijnen, primaire kleuren en niet kleuren (wit, grijs en zwart)

Slide 37 - Tekstslide

De Stijl
Streven naar universele kunst
Streven naar harmonie

Door middel van:
Volledig abstracte voorstelling
Geometrische vlakken
Meest elementaire aspecten
Horizontale, verticale, primaire
kleuren en zwart grijs en wit
“Onpersoonlijk”

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video

Mondriaan begon als figuratief schilder, maar ontwikkelde zich via steeds meer geabstraheerde beelden naar volledige abstractie

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Kenmerken De Stijl
Vormgeving architectuur en toegepaste kunst:
goedkope materialen en eenvoudige ontwerpen
mogelijkheid tot massafabricage

geometrische vlakken
horizontale- en verticale lijnen
primaire kleuren toegepast +zwart, wit, grijs
binnen- en buitenruimtes vormen één geheel


Slide 43 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van De Stijl?
A
ronde lijnen
B
dikke lijnen
C
basiskleuren rood, geel en blauw
D
basiskleuren zwart en wit

Slide 44 - Quizvraag

Vraag 1 t/m 3 gaan over kunstenaars en hun utopieën.  zijn vragen met afbeeldingen en leestteksten. 

Je kan zelf kiezen in welke volgorde je de vragen maakt. Kies bij de open vragen op 'bewaar'.

Slide 45 - Tekstslide

Zoek voorbeelden van het Bauhaus en de Stijl. Zet de afbeeldingen hieronder.

Slide 46 - Open vraag

1. Geef aan hoe, in deze opvatting, kunst een bijdrage kon leveren aan een betere samenleving. Betrek in je antwoord ook de rol van industrie en/of machines.

Slide 47 - Open vraag

Afbeelding 1
De eerste machinaal geproduceerde meubels ontstonden in de negentiende eeuw. Hoewel men destijds nieuwe materialen en technieken gebruikte, hield men vaak vast aan een traditionele vormgeving. Aan het begin van de twintigste eeuw gingen moderne vormgevers juist op zoek naar een nieuwe esthetiek. Rietvelds stoel is daarvan een voorbeeld. 

Slide 48 - Tekstslide

2. Beschrijf, aan de hand van drie aspecten van Rietvelds stoel, wat de modernistische esthetiek inhoudt.

Slide 49 - Open vraag

Afbeelding 2
In 1919 werd Rietveld lid van De Stijl. In 1923 schilderde hij zijn leunstoel in de kenmerkende 'Stijl-kleuren', waaraan de leunstoel de naam roodblauwe stoel te danken heeft. De schilders van De Stijl reduceerden hun kleurenpalet tot de primaire kleuren en de niet-kleuren grijs, zwart en wit.


Slide 50 - Tekstslide

3. Beschrijf de ideologie van De Stijl en geef aan waarom dit kleurenpalet daarop aansluit.

Slide 51 - Open vraag

Klaar met opdrachten in deze Lesson Up?

Goed gewerkt! 
Ga dan verder met de oefentoets voor PTA 1

Slide 52 - Tekstslide

Huiswerk
Ga verder met de oefentoets ( staat op studiewijzer)

Slide 53 - Tekstslide