woordenboek

Woordenboek
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenboek

Slide 1 - Tekstslide

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoor.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 3 - Tekstslide

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 4 - Tekstslide

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 5 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 7 - Open vraag

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 8 - Open vraag

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 
  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

zoek de betekenis op van het woord
Ludicrously

Slide 11 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
massively

Slide 12 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
clamp down

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

zoek de betekenis op van het woord
to provide

Slide 15 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
punished

Slide 16 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
pavement?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

zoek de betekenis op van :
on a shoestring

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

zoek de betekenis op van:
fashioned a way

Slide 21 - Open vraag

Zoek de betekenis op van :
at a snip

Slide 22 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
destination

Slide 23 - Open vraag

zoek de betekenis op van:
regard as

Slide 24 - Open vraag

welk woord hoort op de open plek bij 4
A
ordinary
B
outmoded
C
valuable

Slide 25 - Quizvraag

zoek de betekenis op van
recession-conscious

Slide 26 - Open vraag

zoek de betekenis op van:
at a fraction of

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

zoek de betekenis van
never lacked taste

Slide 29 - Open vraag

Zoek de betekenis op van:
are keen to get

Slide 30 - Open vraag

welk woord hoort op de open plek bij 5
A
ambition
B
background
C
money
D
time

Slide 31 - Quizvraag

welk woord hoort op de open plek bij 6
A
free samples
B
good bargains
C
personal attention
D
some appreciation

Slide 32 - Quizvraag

zoek de betekenis op van:
desirable

Slide 33 - Open vraag

Zoek de betekenis op van
distinct sets of

Slide 34 - Open vraag

welk woord hoort op de open plek bij 7
A
easily solved
B
not the case
C
of secondary importance
D
to be expected

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Zoek de betekenis op van
pre owned

Slide 37 - Open vraag

zoek de betekenis op van
entrepeneur

Slide 38 - Open vraag

zoek de betekenis op van
confidence

Slide 39 - Open vraag

welk woord hoort op de open plek bij 8
A
design clothes
B
go solo
C
instruct others
D
report imitations

Slide 40 - Quizvraag

Zoek de betekenis op van
counterfeit

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide

Zoek de betekenis op van
return on my savings

Slide 43 - Open vraag

zoek de betekenis op van
my biggest outlay

Slide 44 - Open vraag

welk woord hoort op de open plek bij 9
A
changed
B
financed
C
triggered

Slide 45 - Quizvraag

welk woord hoort op de open plek bij 10
A
future
B
location
C
profits

Slide 46 - Quizvraag