Les 20: vervolg tekstverbanden en signaalwoorden

Welkom H2b!
Wat gaan we doen?
  • Discussies



  • Lesdoelen
  • H2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden
  • Evaluatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2b!
Wat gaan we doen?
  • Discussies



  • Lesdoelen
  • H2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Discussies
Groep 1: Floris, Merten, Ties, Roan (groepsleider) 
-> School moet later beginnen.

Groep 2: Firdaouss, Shaniah, Hidde, Jayla, Allard (groepsleider) 
-> Energiedrankjes moeten verboden worden.

De discussie moet ongeveer 10 minuten duren.



Slide 2 - Tekstslide

Discussies
Vooraf: de groepsleider introduceert het onderwerp

Fase 1: ieder groepslid geeft zijn mening + één argument
Fase 2: ieder groepslid geeft nog één argument
Fase 3: ieder groepslid reageert op één of meer van de anderen

Afsluiting: de groepsleider vat alle meningen samen 



Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je...

... concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennenaan de hand van signaalwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een tekstverband?
A
Een pleister voor een tekst
B
Hetzelfde als een tussenkopje
C
Een signaalwoord
D
Wat zinnen met elkaar te maken hebben

Slide 5 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen er bij een concluderend tekstverband?
A
zoals, bijvoorbeeld, zo, ter illustratie van
B
dus, daarom, concluderend, kortom
C
ten eerste, daarna, vervolgens, ook, tot slot
D
doordat, daardoor, met als gevolg

Slide 6 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij het redengevend tekstverband?
A
dat wil zeggen, met andere woorden, zoals
B
om te beginnen, ook, zowel.... als, tenslotte
C
want, omdat, daarom, immers, namelijk
D
dus, dan ook, concluderend

Slide 7 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij een oorzakelijk tekstverband?
A
ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte
B
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
C
dus, concluderend, dat betekent
D
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is

Slide 8 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in deze zin?

Je kunt niet op vakantie, want je hebt je geld uitgegeven aan een skateboard.
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
concluderend

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Mijn oom kwam in een file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
concluderend

Slide 10 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in deze zin?

Ik behaalde een mooi cijfer, omdat ik goed heb geleerd voor deze toets.
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
concluderend

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
Het hele bestuur is ziek, de vergadering gaat dus niet door.
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
concluderend

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Aan de slag!
Wat: opdracht 4
Waar: leerboek (blz. 42)
Hoe: individueel, in stilte
Hulp: theorie, video-uitleg, mij
Tijd: 15 minuten 
Uitkomst: controle lesdoel

Al klaar?: maak dan opdracht 3*!

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk (morgen)

1. Leer de theorie over tekstverbanden en signaalwoorden (blz. 42/ video-uitleg)

2. Maak opdracht 4 (af)



Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
Kun je nu ...

... concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden?

Slide 16 - Tekstslide

Kun je concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag